Bezorgdheid Nederlanders over terrorisme daalt verder
Persbericht | 22-11-2007
Afgezet tegen voorgaande jaren is de angst en bezorgdheid voor een
terroristische aanslag drastisch verminderd. Daarentegen is de zorg
voor radicalisering omgekeerd evenredig toegenomen. Dat blijkt uit het
jaarlijkse onderzoek Risicobeleving Terrorisme 2007. Slechts 16% van
de Nederlanders zegt op dit moment bang te zijn voor een
terroristische aanslag (27% in 2006). Spontaan noemden in augustus
2005 nog 39% van de ondervraagden `terrorisme' als eerste zorg. In
2006 was dat 20%, nu is dat nog 3%.
Men maakt zich vergeleken met 2006 meer zorgen over radicalisering. In
2006 was 12% van de mensen hier nog bezorgd over, nu is dat gestegen
naar 21%. De inzet van imams, politici, jongerenwerkers en leraren
wordt gezien als meest kansrijke factor om radicalisering tegen te
gaan. Deze mensen kunnen volgens de ondervraagden een bijdrage leveren
door voorlichting te geven en de Nederlandse normen en waarden te
benadrukken.
Het oordeel over de daadkracht van de overheid is licht gedaald ten
opzichte van de vorige meting van 40% naar 34%. Het vertrouwen in de
overheid als beschermer tegen terroristische aanslagen is licht
gestegen sinds de vorige meting (31% in 2005, 41% in 2006 en 45% in
2007). In vliegtuigen is het gevoel van veiligheid toegenomen (van 61%
in 2006 naar 69% in 2007). Dit is volgens de onderzoekers mogelijk te
verklaren uit het aan den lijve ondervinden van veiligheidsmaatregelen
door passagiers. De verscherpte controles op Schiphol zijn de meest
genoemde overheidsmaatregelen (11%). Over de hele linie van
beveiligingsmaatregelen zijn mensen echter minder op de hoogte van de
maatregelen die de overheid neemt. Het aantal mensen dat geen
maatregelen kon bedenken, nam toe van 57% in 2006 naar 63% in 2007.
Een groot deel van de Nederlandse bevolking laat over zijn eigen rol
een zeker defaitisme zien. Men lijkt terroristische aanslagen vooral
te zien als iets dat je overkomt: de eigen rol wordt door 54% van de
respondenten als niet of nauwelijks van belang gezien. Men denkt
hoofdzakelijk aan alert zijn en verdachte zaken melden aan de politie.
Minder dan de helft (44%) van de respondenten zegt te weten waarop zij
moeten letten om een terroristische aanslag te helpen voorkomen.
Het betreft de vierde editie van het onderzoek dat sinds 2004
jaarlijks wordt uitgevoerd - onder begeleiding van de
Rijksvoorlichtingsdienst - naar de risicobeleving en
informatiebehoefte van het Nederlandse publiek in relatie tot
terrorisme(bestrijding). Doel van het jaarlijkse onderzoek is het
volgen van de publieke opinie rond het onderwerp terrorisme, zodanig
dat vergelijkingen kunnen worden gemaakt en op termijn tendensen
kunnen worden aangetoond. Sinds 2006 zijn ook de percepties rondom
radicalisering in het onderzoek opgenomen.