Gemeente 's-Hertogenbosch

21-11-2007
Het gaat goed met kinderen en jongeren in 's-Hertogenbosch Het college presenteert de resultaten van de Jeugd en Onderwijs Monitor (JOM) 2006. Belangrijkste conclusie is dat het over het geheel genomen het gaat goed met de kinderen en jongeren in 's-Hertogenbosch; deze conclusie is stabiel door de jaren heen. De JOM verschaft waardevolle informatie op grond waarvan keuzes kunnen worden gemaakt voor een effectief en efficiënt jeugd- en onderwijsbeleid in de gemeente. De JOM bevat een groot aantal vragen op het gebied van gezondheid, opvoeding, onderwijs, wonen, vrijetijdsbesteding en veiligheid. In 2006 is de JOM voor de vierde keer in 's-Hertogenbosch afgenomen onder ouders van kinderen tot en met 12 jaar en onder jongeren van 12 tot en met 24 jaar. In totaal hebben ruim 4.000 respondenten de vragenlijst ingevuld. Met uitzondering van de leeftijdscategorie 18 - 24-jarigen is sprake van een toename in het aantal respondenten ten opzichte van voorgaande metingen.

Resultaten

Zowel de fysieke als psychische gezondheid wordt positief beoordeeld. Slechts een klein gedeelte van de ouders geeft aan dat ze het gevoel hebben geen vat te hebben op hun kind. Een groot deel van de kinderen bezoekt een voorschoolse voorziening. Met het grootste gedeelte van de basisschoolleerlingen gaat het goed; de meeste ouders geven aan dat hun kind met plezier en zelfvertrouwen naar school gaat. Daar staat tegenover dat zes procent van de ouders aangeeft dat hun kind gepest wordt. Tijdens het volgen van voortgezet onderwijs, verandert bijna een vijfde van de leerlingen van opleiding en blijft bijna een kwart een keer zitten. De beoordeling van de woning en de buurt waarin ouders of jongeren wonen, is positief. Wel hebben de jongeren nog de nodige wensen aan voorzieningen. In vergelijking met voorgaande jaren missen meer jongeren beschutte plekken of jongerenontmoetingsplekken. Bovendien is het rapportcijfer aan de gemeente voor activiteiten voor jongeren onvoldoende. Eenderde deel van de 12 - 17-jarigen voelt zich overdag wel eens onveilig, dit percentage is gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren. Van de 12 - 17-jarigen heeft zeven procent zich in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek wel eens schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, bij de 18 - 24-jarigen is dit vier procent. Vernieling en brandstichting komen het meest voor.