ChristenUnie


Bijdrage debat begroting defensie

Bijdrage debat begroting defensie

dinsdag 20 november 2007 11:12

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik wil mijn bijdrage beginnen met het uitspreken van waardering voor de uitgebreide notitie "Wereldwijd dienstbaar", waarin het Defensiebeleid voor de komende jaren op een heldere wijze wordt uiteengezet. Mijn fractie kan zich vinden in de beleidskeuzen die worden gemaakt en de haarscherpe analyse van de internationale veiligheidssituatie die daaraan ten grondslag ligt. De internationale veiligheidssituatie is sinds het einde van de Koude Oorlog onmiskenbaar veranderd. Dit betekent niet dat de wereld er ook veiliger op is geworden. Wij hebben steeds vaker conflicten met een interstatelijk karakter, waardoor andere eisen aan de krijgsmacht worden gesteld. De krijgsmacht wordt niet alleen meer ingezet voor klassieke gevechtstaken, maar ook voor conflictpreventie, conflictbeheersing en wederopbouw. Het uitvoeren van deze complexe operaties is duur en stelt specifieke eisen aan het personeel en het materieel.

Mijn fractie loopt voor deze verantwoordelijkheid niet weg, ook vanuit een Bijbelse opdracht. Om te zorgen voor recht en gerechtigheid streeft de ChristenUnie naar vrede, veiligheid en respect voor de mensenrechten. Defensie levert hieraan een belangrijke bijdrage. Mijn fractie is zeer tevreden dat er in het coalitieakkoord 500 mln. extra voor Defensie is uitgetrokken en dat daar bij de algemene beschouwingen nog eens, via de motie-Van Geel, 100 mln. aan is toegevoegd. Daar komt bij dat Defensie minder hoeft bij te dragen aan de efficiencytaakstelling en wordt gecompenseerd voor de prijsbijstelling. Wij moeten overigens nog wel afwachten hoe die prijsbijstelling uitpakt. Dit betekent dat er na voorgaande kabinetsperiodes, waarin jaarlijks voor honderden miljoenen euro's op Defensie werd bezuinigd, in deze kabinetsperiode voor het eerst weer honderden miljoenen bij komen. Maar er is meer geld nodig om ook op de lange termijn militaire operaties te kunnen blijven uitvoeren, zonder dat dit ten koste gaat van de slagkracht van de krijgsmacht. Defensie mag zichzelf niet langzaam, maar zeker opeten, maar dat gebeurt nu wel, onder meer omdat Defensie in principe de rekening betaalt voor de indirecte exploitatiekosten, zoals bijvoorbeeld de slijtagekosten van het materieel. Met de motie-Van Geel wordt hiervoor eenmalig geld ter beschikking gesteld, maar dit zou eigenlijk structureel moeten gebeuren. Daarvoor zouden de slijtagekosten voortaan uit de HGIS-middelen moeten worden gefinancierd. Deze kosten vloeien immers direct voort uit de deelname aan crisisoperaties. Graag een reactie van de minister, want ik overweeg op dit punt een motie in te dienen.

Mijn fractie is in dit kader blij met de aangekondigde verkenningen naar de toekomstige ontwikkelingen van de Defensiebesteding in relatie tot het ambitieniveau en de bondgenootschappelijke verplichtingen. Het is belangrijk dat het ambitieniveau bepalend wordt voor het maken van de keuzen en niet het budget. Het uitgangspunt dat deelname aan militaire operaties niet ten koste mag gaan van de slagkracht van de krijgsmacht speelt voor de ChristenUnie een belangrijke rol als binnenkort een besluit wordt genomen over de mogelijke verlenging van de missie in Uruzgan. Onze fractie is bereid verlenging van de missie serieus in overweging te nemen, maar dan moet dat wel gepaard gaan met extra geld. De ChristenUnie zou graag zien dat in het kader van de NAVO betere afspraken worden gemaakt over de lastenverdeling tussen de NAVO-bondgenootschappen. Eigenlijk zouden al aan het begin van de missie duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de opvolging, waardoor landen waarschijnlijk eerder bereid zijn om daarin te stappen.

Mevrouw Eijsink (PvdA): Voorzitter. Een vraag over het extra geld. Defensie heeft een eigen begroting en de HGIS-middelen. De Kamer is verantwoordelijk voor het goedkeuren van de begroting en de raming die bij een mogelijke missie en uitzending horen. Defensie moet het eigen budget, het huishoudgeld, op orde hebben, maar steunt de ChristenUnie de plannen in Wereldwijd dienstbaar, of vindt die fractie het ambitieniveau voor dat deel te groot? HGIS heeft te maken met extra geld voor de missie. Ik wil dat graag uit elkaar houden. Wat bedoelt de heer Voordewind met het een en wat met het ander? De missie heeft extra geld.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij betalen de missies nu uit de HGIS-begroting en nieuwe investeringen uit de lopende begroting. Omdat sprake is van extra slijtage vanwege de missie in Afghanistan is er 100 mln. bijgeplust voor de slijtagekosten. Die komen bij de lopende begroting van Defensie.

Nu gaat het mij erom dat wij uiteindelijk de Defensiebegroting zelf opeten, als dit structureel wordt. Daardoor zullen wij minder goed in staat zijn om missies uit te voeren. Daarom stelt mijn fractie voor, de kosten van extra slijtage van materieel structureel uit de HGISpost te halen, opdat de posten voor normaal onderhoud er niet mee worden belast. Op dit punt wil ik een motie indienen.

Mevrouw Eijsink (PvdA): Ik kan mij hier zeer goed in vinden, ook ik heb dit afgelopen maandag in het wetgevingsoverleg gezegd. Ik had de staatssecretaris gevraagd, hiervoor een voorstel te doen, maar ik heb daarop helaas geen reactie gekregen. Ik begrijp dat u erachter staat dat het huidige budget van Defensie, het huishoudgeld, in deze kabinetsperiode moet worden besteed aan Wereldwijd dienstbaar.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat klopt. Als er straks eventueel een missie verlengd moet worden, dan zullen de kosten daarvan uit het HGISbudget moeten worden betaald. Als dat niet toereikend is, zal het hele kabinet verder moeten zoeken naar extra geld. Maar wij weten überhaupt nog niet of er een verlenging in aantocht is, laat staan dat wij weten wat de kosten daarvan zouden zijn. Daarvoor krijgen wij een artikel 100brief; wij zullen bekijken welke dekking de regering dan zal aangeven.

De heer Poppe (SP): Vallen de plannen voor de aanschaf van kruisraketten voor de luchtmacht ook onder Wereldwijd dienstbaar? Daar is een stevige investering mee gemoeid.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat is een van de overwegingen. De regering heeft hier zojuist een brief over gestuurd en wij hebben er in het wetgevingsoverleg over materieel vragen over gesteld. Wij hebben net als u gevraagd of hiermee voorgesorteerd wordt in de richting van aanschaf van de JSF. De staatssecretaris heeft gezegd dat het een niet direct aan het ander gekoppeld is. Het past heel goed bij de JSF, maar als de keuze op een ander jachtvliegtuig valt, moet natuurlijk alles in het werk worden gesteld om dat geschikt te maken voor die raketten.

De heer Poppe (SP): Dat was mijn vraag niet, mijn vraag was of uw fractie iets ziet in een dergelijke uitbreiding van het wapenarsenaal. Het is toch een uitbreiding en ze kosten EUR300.000 per stuk.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb er een aantal vragen over gesteld. Er wordt in de brief EUR500.000 per jaar voor gevraagd. Ook ik heb begrepen dat één raket EUR300.000 kost, dus dat zou neerkomen op anderhalve raket per jaar. Dit lijkt mij erg weinig om ervoor te zorgen dat dit wapen serieus genomen wordt en de slagkracht van de F16 verbeterd wordt. Ik zet hier nog steeds vraagtekens bij, het lijkt mij te weinig. Net als u vraag ik aan de regering hoe serieus deze investering van EUR500.000 per jaar is.

Eigenlijk zou aan het begin van een missie al duidelijk moeten zijn, welke afspraken er in de NAVO gemaakt kunnen worden over de aflossing. Nu gaat het ontzettend moeizaam, wat schadelijk is voor het aanzien en de geloofwaardigheid van de NAVO. Een oplossing zou zijn, eenzelfde rotatieschema toe te passen als bij de NRF. Wat vindt de minister hiervan?

Bij het wetgevingsoverleg over materieel ben ik al ingegaan op het belang van deelneming aan het initiatief van de NAVO om de C17 aan te schaffen. Het is belangrijk om hiervoor in de Voorjaarsnota extra geld beschikbaar te stellen. Ik heb gezegd dat het buitengewoon jammer is dat er geen geld te vinden is voor het MALE UAVproject. Het succes van militaire operaties is immers sterk afhankelijk van betrouwbare informatie over de omgeving. Daarvoor zijn waarnemingen vanuit de lucht essentieel; ze zijn ook steeds relevanter voor tal van civiele veiligheidstoepassingen. Deze technologie kan echter ook - en veel goedkoper - los van het MALE UAVproject worden verkregen, namelijk door multipurpose radarsensoren te ontwikkelen die in de bestaande platforms van luchtmacht en kustwacht kunnen worden geïntegreerd. Nederland beschikt over de kennis en de mogelijkheden om deze sensoren te ontwikkelen; is de minister bereid om deze optie te bekijken? Ik overweeg, ook op dit punt een motie in te dienen.

Onze fractie is er blij mee dat de staatssecretaris het idee omarmd heeft om de SER te betrekken bij het zoeken naar oplossingen voor het personeelstekort bij Defensie. In het wetgevingsoverleg reageerde de staatssecretaris wat ons betreft nog iets te terughoudend op ons voorstel om mannelijke militairen met kinderen, jonger dan 1 jaar, tijdelijk uit te zonderen van de plicht om deel te nemen aan militaire missies, althans om deze plicht in de praktijk een halfjaar op te schorten. Hij gaf wel aan, dit voorstel te zullen betrekken bij zijn plannen om de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever te vergroten, maar deze toezegging vind ik nog wat mager. Ik zou concreet van hem willen vernemen of hij ons idee alsnog omarmt. Ik overweeg, ook op dit punt een motie in te dienen.

De heer Boekestijn (VVD): Ik prijs u voor uw interessante betoog over MALE-UAV, mijnheer Voordewind. U heeft gezegd dat u wacht tot de voorjaarsnota. Stelt u eens voor dat de minister dan zegt dat de missie in Uruzgan toch weer duurder geworden is, dat hij echt krap bij kas zit en dat het niet kan. Bent u dan bereid om extra geld vrij te maken?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik denk dat u twee dingen door elkaar haalt. Ik heb gesproken over het C17-initiatief en verwacht daarvoor extra middelen bij de voorjaarsnota. Ik ga ervan uit dat dit lukt. Ik heb ook gesproken over het MALE-UAV-project en gezegd dat ik begrip heb voor de grote aanslag die dit project nu zou doen op de defensiebegroting. Ik kom met een voorstel om te kijken of het losse technische deel al wel aangeschaft kan worden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd in samenwerking met andere ministeries, waardoor het niet alleen op de defensiebegroting drukt. Dat voorstel leg ik bij de staatssecretaris. Ik heb ook een motie voorbereid. Ik geloof dat ik die ook aan u heb gegeven.

De heer Boekestijn (VVD): Excuses, mijn vraag betrof het C17-initiatief. Als daarvoor geen geld is bij de voorjaarsnota, bent u dan bereid om te zoeken naar andere algemene middelen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Tot nu toe heb ik geen signalen gekregen dat het kabinet zich niet hard wil maken voor het C17-initiatief. Integendeel, ik denk dat daarmee op termijn geld uitgespaard wordt, gezien de grote kosten die nu worden gemaakt om materiaal extern in te huren. Ik loop niet op de zaak vooruit. Ik heb het volle vertrouwen dat het kabinet bij de voorjaarsnota extra middelen vrijmaakt voor dit project.