Gemeentelijke armoederegelingen verhogen koopkracht minima met 3 tot 10%
21 november 2007
-
Saida Ahyad
Het gebruik van de voorzieningen van het gemeentelijk armoedebeleid is
in 2006 toegenomen. Het profijt van deze regelingen kan oplopen van 3
tot ruim 10% extra koopkracht. Het aantal Amsterdamse
minimahuishoudens is in 2006 met 1,5% slechts licht gedaald ten
opzichte van 2005. Driekwart van de Amsterdammers met een laag inkomen
leeft al langer dan drie jaar in armoede. Nog steeds treft armoede
gezinnen met jonge kinderen en van allochtone afkomst het zwaarst. Van
2005 op 2006 hebben 14.343 huishoudens een inkomensstijging
doorgemaakt waardoor ze niet meer tot de minima worden gerekend. Dit
blijkt uit de Amsterdamse Armoedemonitor 2006.
In 2006 worden 73.470 Amsterdamse huishoudens gerekend tot de
minimahuishoudens. In totaal gaat het om 141.538 Amsterdammers (19,3%
van de bevolking). Dat betekent een afname van het aantal
minimahuishoudens met 1084 ondanks het optrekken van de inkomensgrens
voor minimahuishoudens in 2006 van 105% naar 110% van het Wettelijke
Sociaal Minimum (WSM). Deze daling komt geheel voor rekening van de
eenpersoonshuishoudens. Het totaal aantal Amsterdammers dat in een
minimumhuishouden leeft is gedaald met 0,1%.
Bij minimahuishoudens gaat het steeds minder om huishoudens met een
bijstandsuitkering. Inmiddels bestaat de groep minima voor ruim een
derde uit huishoudens met een ander inkomen dan bijstand of AOW.
Hieronder bevinden zich dus ook werkende armen. Het aandeel langdurige
minima neemt nog steeds toe. In 2003 leefde 65% van de
minimahuishoudens drie jaar of langer van een minimuminkomen. In 2006
gaat het om bijna driekwart (73,5%) van de minimahuishoudens.
Koopkrachtverbetering
In de Armoedemonitor 2006 zijn voor het eerst de financiële effecten
van het gemeentelijk armoedebeleid op huishoudniveau in beeld
gebracht. De regelingen betekenen een koopkrachtverbetering die
varieert van 2,7% voor meerpersoonshuishoudens zonder kinderen die nog
maar kort van een minimuminkomen leven tot 10,5% voor alleenstaande
ouders die al drie jaar of langer tot de minima behoren. Vooral de
langdurige minima en daarbinnen de gezinnen met kinderen profiteren.
Dit zijn groepen waar de gemeente zich de afgelopen jaren nadrukkelijk
op heeft gericht. Wethouder Buyne (Werk en Inkomen): "Armoedebeleid is
een van de speerpunten van het college. De regelingen van de gemeente
Amsterdam hebben een groot bereik onder de Amsterdamse
minimahuishoudens. In 2006 maakte 91% van de minima gebruik van
minimaal één regeling. Het gebruik van de regelingen kunnen een
verlichting geven van 3 tot 10%."
Gemeentelijk armoedebeleid
De gemeente Amsterdam heeft in 2006 55 miljoen euro uitgegeven aan het
armoedebeleid. Van de kwijtscheldingsregeling voor de
gemeentebelasting maakte 84% van de rechthebbenden gebruik. De
Stadspas bereikte ook dat percentage. Het gebruik van de
Scholierenvergoeding haalde de 72%, die van de Langdurigheidstoeslag
en de Knipkaart, twee voorzieningen voor langdurige minima, 66% en die
van de Ziektekostenverzekering 62%.
Jongeren
Het aantal Amsterdamse jongeren dat leeft in een minimahuishouden is
met 109 licht gestegen en komt nu uit op 39.562. Dit betekent dat van
alle Amsterdamse jongeren 29% opgroeit in een minimahuishouden. Het
percentage verschilt sterk naar etniciteit: van 46% onder Marokkanen
tot 13% van de jongeren uit autochtone huishoudens. Het college van
B&W kiest in het armoedebeleid voor maatregelen die investeren in
jongeren, zoals de Scholierenvergoeding en de PC-regeling.
Wethouder Buyne wil een extra accent op preventie van schulden en de
aanpak van schulden bij jongeren. Verder streeft zij ernaar dat zoveel
mogelijk minimahuishoudens gebruikmaken van de inkomensvoorzieningen
waar zij recht op hebben. Zo benadert de gemeente doelgroepen gericht
en pro-actief door bestandskoppeling en is er hulp van de
Formulierenbrigade bij het invullen van formulieren. Het streven is de
bestandskoppeling uit te breiden, onder andere met bestanden van de
Rijksbelastingdienst. Daarnaast zal de gemeente aansluiten bij
huisbezoeken voor bewonersadviseurs.
Gemeente Amsterdam