Gemeente Pekela


Mantelzorg in Pekela groter dan gemiddeld.

Vijftien procent van de inwoners van Pekela, Veendam en Menterwolde is actief in de mantelzorg. Dat percentage ligt twee procent hoger dan het landelijk gemiddelde.

Het betekent dat meer dan 6900 personen zich in genoemde gemeenten met de zorg van familie, vrienden, buren of kennissen bezig houden. Tweederde van hen is vrouw en de gemiddelde leeftijd van de mantelzorger is deze gemeenten 57 jaar. Ook die uitkomsten wijken af van het landelijk gemiddelde, waar vrouwen slechts 58 procent scoren en de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager (49 jaar) ligt. Deze uitkomsten staan vermeld in het rapprt "Mantelzorg in de gemeenten Menterwolde, Pekela en Veendam, omvang, ervaringen en wensen", dat in de aula van het Dollard College in Oude Pekela aan wethouder Hennie Hemmes werd aangeboden. Zo'n veertig plaatselijke mantelzorgers waren daarbij aanwezig. Zij weten zich gesteund door het Pekelder gemeentebestuur. Hemmes liet weten hun werk belangrijk te vinden. "Uw werk verdient de sympathie en steun van het gemeentebestuur. Wij zullen daar binnen de mogelijkheden die we hebben ook voor staan. Hou ons op de hoogte van uw werk en van uw ervaringen. Uw input is voer voor ons beleid" aldus de wethouder.

Het rapport werd in opdracht van de drie gemeenten opgesteld door de ARGO Rijksuniversiteit Groningen. Het 70 pagina's tellend boekwerkje gaat ook uitvoerig in op de mantelzorgers zelf.

Waarom doen ze het, hoe ervaren ze hun werkzaamheden, wat is hun relatie tot de patiënt, wat is de duur van de zorg en hoe zwaar is de belasting op de hulpverleners. Driekwart van de mantelzorgers zorgt voor een ander vanuit een soort vanzelfsprekendheid, liefde, genegenheid, plichtsbesef, noaberhulp of om een goede relatie in stand te houden.

Als negatief aspect wordt door 1 op de 3 mantelzorgers de psychische belasting ervaren.

Zo'n vijftien procent spreek van een zware overbelasting voor zichzelf. Dat zijn met name de partners van hulpbehoevenden. Hulp van familie of ondersteuning van zorgorganisaties vindt men vaak gewenst. In eenderde van de gevallen is de hulpbehoevende een niet inwonende ouder. Eén op de vijf hulpbehoevenden is partner van de mantelzorger. De gemeenten willen de uitkomsten van het onderzoek gebruiken voor de onderbouwing van te vormen beleid inzake de ondersteuning van mantelzorg.