Ministerie van Defensie

KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN

20-11-2007

antwoorden op Kamervragen Minder militairen dan nodig

Vraagsteller: Lid Peters

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag

Datum 20 november 2007
Ons kenmerk D2007029536
Onderwerp Schriftelijke vragen minder militairen dan nodig

In de bijlage bied ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Peters over de in 2005 genomen beslissing om met minder militairen aan de missie te beginnen dan militair nodig was (Ingezonden 19 oktober 2007, kenmerk 2070802940).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Pagina 1/5

Ministerie van Defensie

Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de in 2005 genomen beslissing om met minder militairen aan de missie in Uruzgan te beginnen dan militair gezien nodig was. (Ingezonden 19 oktober 2007, kenmerk 2070802940)

1 Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Nederlandse strategie in Afghanistan vanaf het begin gebouwd is op onzekerheden? 1)

Ja.

2 Is het waar dat de Commandant der Strijdkrachten (CDS) Berlijn op 27 oktober 2005 positief adviseerde over de missie in Uruzgan, terwijl er te weinig troepen beschikbaar waren om de voorgenomen inktvlekstrategie succesvol te kunnen uitvoeren, en dat fase twee en fase drie daarom afhankelijk gemaakt werden van versterkingen door Navo-bondgenoten, zoals blijkt uit zijn militaire advies aan u? Kunt u dit toelichten?

3 Is het waar dat in het militaire plan een aantal belangrijke voorwaarden niet zijn ingevuld?
Zo ja, vindt u het verantwoord om Nederlandse militairen dan op een gevaarlijke missie te sturen?

4 Welke pogingen heeft de Nederlandse regering ondernomen om buitenlandse partners bij de missie te betrekken? Kunt u een volledige opsomming geven van de landen waarmee gesproken is over de deelname aan de Task Force Uruzgan?

5 Is het waar dat Defensie tot de zomer van 2005 uitging van de inzet van ruim 1600 militairen, maar dat de militaire top zich realiseerde dat dergelijke aantallen politiek niet haalbaar waren en dat CDS Berlijn met de toenmalige minister van Defensie om die reden besloten heeft om het `personeelsplafond' van de missie vast te stellen op 1000 à 1200 manschappen? Kunt u dat toelichten?

Pagina 2/5

Ministerie van Defensie

Het militair advies van de CDS is een geclassificeerd intern defensiedocument. Over de inhoud van het militair advies, of de vermeende inhoud, worden geen uitspraken gedaan. Indien het advies van de CDS niet wordt gevolgd in een uiteindelijk besluit, dan wordt de Tweede Kamer daarvan op de hoogte gesteld. Daarvan is in dit geval geen sprake geweest. Gedeclassificeerde en relevante onderdelen van het militair advies zijn neergelegd in de artikel 100-brief waarmee het kabinet in 2005 zijn besluit kenbaar maakte (kamerstuk 27925, nr. 193). Daarin staat vermeld dat Nederland niet direct zou proberen heel Uruzgan te bestrijken. In plaats daarvan zouden Nederlandse troepen zich initieel op enkele bases ontplooien, om van daaruit hun invloedssfeer gaandeweg uit te breiden. Dit is de `inktvlekstrategie'.

In de diverse planningsstadia van de missie zijn op basis van opgestelde scenario's verschillende getallen gehanteerd. In de artikel 100-brief is het aantal Nederlandse militairen vastgesteld op 1200 (inclusief de Air Task Force). Daarnaast is gezocht naar een solide partner die Nederland zou kunnen ondersteunen in Uruzgan. Zoals u bekend heeft Nederland in Australië deze solide partner gevonden.

Om diverse redenen is het aantal militairen in Uruzgan (inclusief de Air Task Force) sinds het kabinetsbesluit tweemaal structureel verhoogd: in eerste instantie naar 1400 en in tweede instantie naar 1540 militairen. De regering heeft dit gemeld aan de Tweede Kamer in respectievelijk de voortgangsbrief van 18 april 2006 (kamerstuk 27925, no. 213) en de voortgangsbrief van 20 oktober 2006 (kamerstuk 27925, no. 237). Uw Kamer heeft hiermee ingestemd.

6 Is het waar dat de uitbreiding van de `inktvlek' zoals uiteengezet in het militair advies van CDS Berlijn drie fasen kende? In welke fase bevindt de missie zich op dit moment? Waarom zijn de verschillende fasen ­ en de extra militairen die daarvoor nodig waren ­ niet aan de Kamer gemeld?

De beoogde strategie is verwoord in de artikel 100-brief en latere brieven over de stand van zaken. Wat daarin werd gesteld is nog steeds valide.

7 Is er enig uitzicht op dat de Amerikaanse bases in het noorden van Uruzgan op termijn zullen worden overgenomen door Nederlandse militaire zoals uw voorganger

Pagina 3/5

Ministerie van Defensie

minister Kamp schreef bij beantwoording van schriftelijke Kamervragen? 2) Wanneer verwacht u dat Nederland deze Forward Operation Bases zal kunnen overnemen? Zijn hiervoor voldoende militairen voorhanden?

In de aanloop naar de missie hebben de Verenigde Staten toegezegd dat zij op deze vooruitgeschoven posten aanwezig zullen blijven. In antwoord op de desbetreffende vragen van 31 januari 2006 is gesteld dat, wanneer de veiligheidssituatie het toestaat, Nederland samen met het Afghan National Army (ANA) geleidelijk de vooruitgeschoven posten in het noorden zal gaan bezetten. Gezien de nog beperkte aanwezigheid van het ANA in Uruzgan is er op dit moment nog geen uitzicht op overname van de twee bases door ISAF- en/of ANA- eenheden. De afspraak met de Verenigde Staten is nog steeds van kracht.

8 Was bij de inktvlekstrategie ook uitgegaan van de inzet van Afghaanse troepen? Zo ja, hoeveel Afghaanse troepen waren en worden er ingepland? Heeft de Afghaanse overheid die geleverd? Verwacht u dat de Afghaanse overheid nog troepen naar Uruzgan gaat sturen? Zo ja, hoeveel?

Zoals gesteld in de artikel 100-brief en latere documenten is de regering reeds voor de aanvang van de missie een aantal van 1200 Afghaanse soldaten toegezegd. Tot op heden is deze toezegging niet gestand gedaan. De regering heeft hierop bij herhaling aangedrongen, en daarover ook gerapporteerd aan de Tweede Kamer. Het aantal Afghaanse soldaten is één van de factoren die van invloed zijn op de snelheid waarmee de inktvlek kan worden uitgebreid.

Zoals in de brief aan de kamer van 24 september 2007 (kenmerk 27925, nr 272) is gemeld, hebben de Afghaanse autoriteiten deze zomer besloten de nieuw opgerichte 4e Brigade van het ANA te ontplooien in Uruzgan. Hierdoor zal het aantal beschikbare ANA eenheden geleidelijk worden uitgebreid. Een belangrijk deel van deze eenheden is inmiddels in Uruzgan gestationeerd. De verwachting is dat de ontplooiing van de 4e Brigade naar Uruzgan in januari zal zijn voltooid.

9 Sluit u uit dat Nederland nog meer versterkingen naar het inzetgebied zal moeten sturen? 3) Hoe beziet u het eerdere personeelsplafond van 1.200 in licht van het voorgaande?

Pagina 4/5

Ministerie van Defensie

Een verdere uitbreiding van het aantal troepen is niet voorzien. Er zijn altijd ontwikkelingen denkbaar die een (tijdelijke) uitbreiding van het aantal militairen vergen. Zoals op 28 september jl. aan de Kamer (Kamerbrief 27925, nr 273) is gemeld, zijn er op dit moment bijvoorbeeld tijdelijk twee pelotons extra in Uruzgan om de TFU in staat te stellen de situatie rondom Deh Rawod te stabiliseren.

10 Bent u bereid om het vertrouwelijke militaire advies, genoemd in vraag 2, aan de Kamer beschikbaar te stellen, desnoods vertrouwelijk, zodat de Kamer zich naar behoren kan informeren voor het debat over het al dan niet verlengen van de missie in Uruzgan? Zo neen, waarom niet?

Nee. In overeenstemming met de toezegging die mijn ambtsvoorganger voorafgaand aan de artikel 100-brief over de ISAF III missie in Uruzgan heeft gedaan, wordt de Tweede Kamer op de hoogte gesteld indien het advies van de CDS niet wordt gevolgd in een uiteindelijk besluit. Zoals hierboven gesteld worden gedeclassificeerde en relevante onderdelen van het militair advies neergelegd in een artikel 100-brief waarmee het kabinet een besluit kenbaar maakt.

1) NRC Handelsblad, 13 oktober 2007
2) Kamerstuk 27 925, nr. 201, 31 januari 2006 3) Inmiddels is het aantal Nederlandse militairen drie maal verhoogd, tot bijna 1.700. Deze extra militairen zijn echter ingezet vanwege de verslechterde veiligheidssituatie, niet ter vergroting van de inktvlek

Pagina 5/5


---- --