Staten in verzet tegen kabinetsbesluit Zuiderzeelijn
20 november 2007
Provinciale Staten hebben 20 november in een spoeddebat een motie
aangenomen waarmee zij de Tweede Kamer oproepen de Maatschappelijke
Kosten en Batenanalyse (MKBA) en de risicobeheersingsmodellen niet
leidend te laten zijn in het besluit over de aanleg van de
Zuiderzeelijn, de snelle spoorverbinding van Schiphol naar Groningen.
Provinciale Staten roepen de Tweede Kamer op de inwoners van
Noord-Nederland via een snelle Zuiderzeelijn met de nationale,
economische kernzone te verbinden. Zij vragen de Kamer te starten met
de planstudie, met actieve betrokkenheid van marktpartijen en
afgestemd op de OV-studie in de corridor Schiphol - Amsterdam - Almere
- Lelystad.
Het kabinet heeft op 16 november besloten dat de Zuiderzeelijn niet
wordt aangelegd. Provinciale Staten constateren dat dit besluit is
gebaseerd op rigide MKBA- en risicouitsluitingsmodellen en niet op de
ruimtelijk-economische meerwaarde en structuurversterkende werking van
de lijn voor Noord-Nederland. Provinciale Staten willen dat de Kamer
het kabinet beweegt om alsnog te starten met de planstudie om de
laatste onzekerheden en risico's die er nog zijn weg te nemen.
De aanleg van de Zuiderzeelijn is onderdeel van het Langmanakkoord uit
1998, als ruimtelijk economische investering voor de lange termijn.
Die afspraak over de Zuiderzeelijn - en de bijbehorende reservering
van 2,73 miljard - is door ieder volgend kabinet, inclusief Balkenende
IV, herbevestigd. Gaandeweg zijn MKBA- en risicouitsluitingsmodellen
geĂŻntroduceerd die per definitie betekenen dat verkeersinfrastructuur
in dunner bevolkte gebieden het predicaat onrendabel krijgen
opgespeld.
Het is in Europa alom zichtbaar dat de economische activiteit zich
concentreert op knooppunten en langs corridors met uitstekende
verkeersinfrastructuur. De Staten zijn van mening dat de Zuiderzeelijn
voor (Noord-)Nederland ontwikkelruimte biedt en een belangrijk
onderdeel is van de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) richting Noord-
en Noordoost-Europa.
In het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)
wordt tot 2020 slechts 3% van de middelen in Noord-Nederland
aangewend, terwijl Noord-Nederland 25% van de oppervlakte en 10% van
de bevolking van Nederland omvat.
20 november 2007
Provincie Groningen