CDA

Initiatiefnota pleegzorg

Iedereen wenst een kind toe om in een gezonde en veilige situatie op te groeien. Een gezin waarin een kind zichzelf kan ontwikkelen en ontplooien onder de bescherming van zijn of haar ouders.

Deze ideale situatie is niet voor alle kinderen weggelegd. Het CDA is van mening dat kinderen die in de knel zitten en niet meer thuis opgevoed kunnen worden het best in een pleeggezin opgevangen kunnen worden. De omgeving van een pleeggezin is het beste alternatief om een veilige omgeving te creëren voor kinderen die vaak traumatische ervaringen hebben. Een ander alternatief voor deze kinderen is een tehuis. Daarom de titel: Gezin boven tehuis.

Wij zijn het aan deze kinderen verplicht om alles in het werk te stellen om ze een zo goed mogelijk alternatief te geven voor wat zij om wat voor reden dan ook in de eigen thuissituatie niet hebben kunnen krijgen. Helaas is de werkelijkheid dat het vaak een zwaar gevecht is voor pleegouders om voor hun pleegkind het beste te krijgen. De bureaucratie en juridisering van onze samenleving plaatsen de pleegouders voor dichte deuren en vaak lopen zij vele kilometers tussen het kastje en de muur. Pleegouders dienen niet geconfronteerd te worden met overheidsregelgeving die hen belemmert. Dit geldt eveneens voor de financiële kant van pleegzorg. Veel pleegouders lopen tegen de grenzen van hun financiële mogelijkheden op terwijl ze best nog ruimte in hun hart hebben om een extra pleegkind op te vangen.
Pleegzorg is 5x goedkoper dan opvang van een kind in een tehuis. Met deze wetenschap en de grote druk op de jeugdzorg is dit een extra stimulans om met deze notitie een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de positie van pleegouders en daarmee ook van de pleegkinderen.

Op basis hiervan heeft het CDA besloten om hierover een initiatiefnota te schrijven om hiermee de pleegzorg te versterken. Onderstaande punten vormen de kern van de 20 aanbevelingen die in de nota staan genoemd.

De 7 kernaanbevelingen zijn:

1. Pleegkinderen hebben vaak een traumatische ervaring als zij in een pleeggezin worden geplaatst. Door deze ervaring is er vaak sprake van een ontwikkelingsachterstand. Ieder pleegkind en pleegouders hebben recht op onderzoek naar deze ontwikkelingsachterstand van het pleegkind en adequate zorg om deze achterstand in te lopen.
2. Pleegkinderen ontwikkelen zich het best als zij in een vertrouwde en bekende omgeving komen. Voor allochtone kinderen zijn er echter heel weinig pleegouders met dezelfde achtergrond. Pleegzorg door allochtonen dient daarom veel beter op de kaart gezet te worden door Bureau Jeugdzorg en pleegzorginstellingen.

3. Een ondertoezichtstelling dient voor langer dan 1 jaar opgelegd te kunnen worden als het duidelijk is dat kinderen voor langere tijd in een pleeggezin moeten blijven.

4. Er dient geen maximum leeftijd te gelden voor grootouders die hun kleinkind als pleegkind verder willen opvoeden.
5. Positie van pleegouders versterken middels instemmingsrecht i.v.m. behandelingsbeleid, blokkaderecht (met rechterlijke toetsing) als kind na één jaar bij pleeggezin weer teruggeplaatst wordt bij ouders en wettelijke verankering van positie van pleegouders als medehulpverlener;

6. Recht op gespecialiseerde hulp voor pleegouders, als zij bijvoorbeeld tijdelijk vanwege een knieoperatie niet alle zorg kunnen geven, dient opgenomen te worden in de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning);

7. Betere financiële vergoeding voor pleegouders.

Download hier de initiatiefnota: Initiatiefnota Pleegzorg.pdf
Zie het origineel

Woordvoerders: Mirjam Sterk en Coskun
Voor verdere informatie: Marloes Metaal 06 â 2269 2445