Brussel, 20 november 2007.
Gezondheidscontrole voor een gestroomlijnd gemeenschappelijk landbouwbeleid
dat klaar is voor nieuwe uitdagingen
De Europese Commissie heeft vandaag haar blauwdruk voor een gestroomlijnd en
gemoderniseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie
bekendgemaakt. Op basis van de aanpak die met de hervormingen van 2003 is
geïntroduceerd, en de ervaring die inmiddels is opgedaan, wordt een
"gezondheidscontrole" van het GLB uitgevoerd om het GLB klaar te stomen voor
de nieuwe uitdagingen en kansen in een EU met, in 2007, 27 lidstaten. De
hervormingen hebben weliswaar tot een modernisering van het GLB geleid, maar
de gezondheidscontrole biedt een perfecte gelegenheid om het beleid nog
grondiger onder de loep te nemen. De volgende drie vragen staan centraal.
Hoe kan het systeem van rechtstreekse steun efficiënter en eenvoudiger
worden gemaakt? Hoe kunnen de instrumenten ter ondersteuning van de markt,
die oorspronkelijk bedacht zijn voor een Gemeenschap van zes lidstaten,
worden aangepast aan de moderne wereld? Welk antwoord biedt het GLB op
nieuwe uitdagingen als de klimaatverandering, het gebruik van
biobrandstoffen, het waterbeheer en de bescherming van de biodiversiteit?
Met de mededeling van vandaag geeft de Commissie de aftrap voor een breed
opgezette, zes maanden durende overlegronde. Komend voorjaar komt de
Commissie dan met wetgevingsvoorstellen die, naar zij hoopt, tegen eind 2008
door de ministers worden goedgekeurd en dan onmiddellijk in werking kunnen
treden. In 2007 en 2008 zal de Commissie haar krijtlijnen voor de herziening
van de begroting in 2008/2009 uitzetten. De gezondheidscontrole dient te
worden beschouwd als een voorbereidende stap in dit kader, die evenwel niet
vooruitloopt op het resultaat van de herziening. De gezondheidscontrole zet
de puntjes op de i van de hervormingen van 2003 en moet bijdragen tot de
discussie over de toekomstige prioriteiten op landbouwgebied.
Mariann Fischer Boel, Europees commissaris voor Landbouw en
plattelandsontwikkeling, ziet het zo: "Betekent de uitvoering van een
gezondheidscontrole dat de patiënt ziek is? Zeker niet: waar ik
vandaan kom, is het perfect normaal dat je als kerngezond mens naar
een dokter stapt om na te gaan of je iets aan je gedrag moet
veranderen om in goede conditie te blijven. Precies om dezelfde reden
moeten wij nadenken over de vraag of het GLB eventueel moet worden
aangepast om goed te blijven functioneren in een Unie met 27 lidstaten
en in een snel evoluerende wereld. De veranderingen die ik voorstel,
zullen echt merkbaar zijn voor zowel de landbouwer en de consument,
als de belastingbetaler."
Het doel van de voorgestelde maatregelen:
de bedrijfstoeslagregeling eenvoudiger en efficiënter maken.
Enkele ideeën uit de mededeling:
* overstap van op historische ontvangsten gebaseerde betalingen naar
een systeem dat nog meer dan vroeger met forfaitaire betalingen
werkt;
* meer ontkoppeling in landen die in een aantal landbouwsectoren
geopteerd hebben voor het behoud van de koppeling tussen subsidie
en productie, hoewel de ontkoppelde steun een rol kan blijven
spelen in regio's met een kleinschalige productie die van
bijzonder belang is voor de economie of het milieu;
* trapsgewijze verlaging van het steunniveau, afhankelijk van het
bedrag dat grote landbouwbedrijven aan totale betalingen
ontvangen, te beginnen bij een steunniveau van, bijvoorbeeld,
100 000 euro per jaar. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt
tussen landbouwbedrijven met meerdere eigenaars en een groot
aantal werknemers en landbouwbedrijven met één eigenaar en slechts
enkele werknemers;
* uitbreiding van het areaal dat een landbouwer moet bezitten om
voor EU-steun in aanmerking te komen (momenteel 0,3 hectare);
* herziening van de normen in het kader van de randvoorwaarden die
de landbouwers in acht moeten nemen om steun uit Brussel te
ontvangen. Dit kan betekenen dat overbodige verplichtingen worden
afgeschaft, maar ook dat er nieuwe worden toegevoegd om actuele
uitdagingen als het verbeteren van het waterbeheer en het milderen
van de klimaatverandering aan te pakken.
Aanpassing van de marktondersteuningsinstrumenten aan de
omstandigheden in een EU met 27 lidstaten
Vragen uit de mededeling:
* is er een terugkeer nodig naar het oorspronkelijke doel van de
interventie, als veiligheidsnet - vooral omdat momenteel zulke
goede marktprijzen worden genoteerd?
* kan de interventie voor de meeste granen op nul worden
vastgesteld, terwijl de interventie voor één graansoort
(broodtarwe) behouden blijft?
* moet de braaklegging worden afgeschaft en tegelijkertijd worden
gezocht naar nieuwe manieren om de milieuvoordelen die dit
instrument heeft meegebracht, te behouden?
* moet de afschaffing van de melkquota, die al op het programma voor
2015 staat, worden verzacht door een geleidelijke verhoging van de
quota tegen 2015 om zo de melksector een "zachte landing" te
bezorgen? In dit verband moet tevens worden nagedacht over
maatregelen om melkproducenten in regio's van de EU die erg
afhankelijk zijn van de melkproductie- zoals berggebieden - een
handje toe te steken.
Ingaan op nieuwe uitdagingen:
In de mededeling wordt nagegaan hoe het landbouwbeleid kan reageren op
de nieuwe uitdagingen en kansen voor de landbouw in de EU.
Dit zijn onder meer: beheer van risico's, bestrijding van de gevolgen
van de klimaatverandering, efficiënter waterbeheer, optimalisering van
de kansen die samenhangen met bio-energie, en het behoud van de
biodiversiteit.
De klimaatverandering en de doelstellingen op het gebied van
waterbeheer kunnen een plaats krijgen in het kader van de
randvoorwaarden.
Voor een efficiëntere aanpak op deze gebieden zijn initiatieven, en
dus geld, nodig.
Het beleid voor plattelandsontwikkeling is het beste
financieringskanaal voor de vereiste nieuwe maatregelen.
In de mededeling wordt voorgesteld de "modulatie"-middelen te
verhogen, wat betekent dat de rechtstreekse betalingen aan
landbouwbedrijven die meer dan 5000 euro steun per jaar ontvangen,
worden verlaagd en het overeenkomstige bedrag wordt overgeheveld naar
de begroting voor plattelandsontwikkeling.
Deze begroting zou dan geleidelijk stijgen van 5% nu tot 13% in 2013.
Bovendien moet worden onderzocht of de premie voor energiegewassen nog
noodzakelijk is, gezien de hoge prijzen en de nieuwe initiatieven voor
de productie van biobrandstoffen, zoals de bindende streefcijfers voor
bio-energie.
European Union