Productschap Margarine
Home
20.11.2007
Voorstel ECN/KEMA: vergoeding onrendable top bio-oliestook omhoog
ECN en KEMA adviseren de subsidie op bio-oliestook te verhogen. Dit is
de conclusie uit het advies dat het Ministerie van Economische Zaken
aan ECN en KEMA heeft gevraagd te geven over de hoogte van de kosten
voor de opwekking van duurzame elektriciteit, voor projecten die
gericht zijn op realisatie in 2008 en 2009.
Was de vergoeding voor installaties tot 10MWe onder de MEP nog 9,7
eurocent, in het nieuwe advies is dat 16,6 eurocent. Voorgesteld wordt
ook de subsidieduur voor middelgrote installaties (10 - 50 MWe) te
verlengen tot 15 jaar. De onderzoekers menen echter dat het
onwaarschijnlijk is dat nieuwe projecten op basis van palmolie worden
gesubsidieerd in de komende jaren. Desondanks zijn wel berekeningen
uitgevoerd, omdat EZ hecht aan inzicht in de kosten van dergelijke
projecten en de mogelijkheden voor deze projecten om alternatieve
bio-olievarianten, zoals dierlijke vetten, in te zetten. Daarom zijn
categorieën op basis van palmolie wel opgenomen in dit advies.
In de SDE-regeling wordt per categorie een basisbedrag vastgesteld op
basis van de gemiddelde productiekosten. Het subsidiebedrag dat een
producent per kWh ontvangt varieert jaarlijks door het basisbedrag te
verminderen met een correctiebedrag. Dit jaarlijks te bepalen
correctiebedrag wordt gebaseerd op opbrengsten per eenheid productie.
Evenals in de MEP-regeling wordt het subsidiebedrag bij de SDE bepaald
op basis van de onrendabele top (i.e. het verschil tussen de kosten en
de opbrengsten). Het grote verschil tussen beide regelingen is dat bij
de MEP de vooraf verwachte onrendabele top als subsidiebasis geldt,
terwijl bij de SDE de subsidiebasis bestaat uit de achteraf
gerealiseerde onrendabele top. Voor meestoken van biomassa in
centrales wordt nog steeds gewerkt met een inschatting van de
onrendabele top vooraf, zij het voor beperkte subsidieduur. Het
basisbedrag voor meestoken van biomassa in centrales is gebaseerd op
vermeden inzet van primaire energie (i.e. gas of kolen) en hoeft
daarom voor het bepalen van het subsidiebedrag niet te worden
gecorrigeerd voor elektriciteitsopbrengsten.
In dit rapport wordt een advies gegeven over het te hanteren
basisbedrag per categorie. Het rapport gaat niet in op de hoogte en
opbouw van de jaarlijkse correctiebedragen, of de hoogte van de
jaarlijks beschikbaar te stellen budgetten per categorie.
Tabel S.1 Basisbedragen voor duurzame elektriciteit
Basisbedrag 2008-2009
Subsidieduur 2008-2009
Bio-olie in gascentrale 8,1 4
Bio-olie