ChristenUnie
Wetgevingsoverleg over de politie
Wetgevingsoverleg over de politie
maandag 19 november 2007 12:39
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Dit is een bijzonder
wetgevingsoverleg waarbij, zoals de heer Haverkamp ook al opmerkte,
ontzaglijk veel op de agenda staat. Bij de voorbereiding had ik hier
en daar déjà-vu-gevoelens vanwege wat een krappe maand geleden aan de
orde was.
Aangezien ik niet zo veel spreektijd heb, zal ik wat punten
aanstippen. Overigens sluit ik mij aan bij de woordvoerders die in de
meest prachtige bewoordingen aan de politieagenten in dit land, die
fantastisch werk doen, complimenten hebben gemaakt. Ik kan die woorden
niet evenaren in originaliteit en daarom deel ik die van harte en
onderschrijf ik ze.
De afgelopen jaren heeft de discussie over de politie vooral in het
teken gestaan van de stelseldiscussie. Die druk is nu even van de
ketel, maar dit betekent niet dat wij achterover moeten leunen, als
het gaat om de samenwerking tussen de verschillende korpsen. Zeker op
het punt van ICT moet er nog heel erg veel gebeuren.
De toegezonden nulmeting op dit punt stemt niet optimistisch, want er
is nog niet zo gek veel gerealiseerd. Is doelstelling voor ICT in 2008
dan ook wel realistisch? Op welke termijn kan de minister ons een
nulmeting doen toekomen inzake de andere samenwerkingsafspraken? Wij
moeten ons namelijk een reëel beeld kunnen vormen over de haalbaarheid
van de samenwerkingsafspraken. Daar willen wij graag werk van maken en
dus moeten wij er inzicht in krijgen.
De besparingen die de politie moet realiseren, kunnen een hefboom zijn
om de samenwerking echt goed van de grond te krijgen. De minister en
de korpsbeheerders willen de besparingen dan ook vooral realiseren
door gezamenlijke inkoop, besparingen bij bovenregionale voorzieningen
en de voorziening tot samenwerking van de politie Nederland. Ook
moeten de korpsen besparingen zoeken aan de materiële kant. Wij vragen
ons af wat dit concreet betekent. Wordt er materieel verkocht? Als
deze maatregelen gezamenlijk onvoldoende opleveren, zou er bespaard
moeten worden op overhead. Volgens ons worden hiermee de dingen
omgedraaid. Volgens mij moet je juist eerst zien te besparen op
overhead. De heer Van Raak heeft daarvan het meest treffend een
voorbeeld gegeven over de 17 formulieren die in een geval moeten
worden ingevuld. Daarop moet dus eerst bespaard worden voordat er op
materieel bespaard wordt. Een heel mooi citaat in dit verband is: wij
willen minder benen onder het bureau en meer benen op straat. Graag
verneem ik de reactie van de minister op dit deel uit een van haar
brieven.
Het kabinet investeert in 500 extra wijkagenten en 500 forensische
medewerkers. Over de inzet van de 500 extra wijkagenten bestaat wat
ons betreft nog te veel onduidelijkheid, ook na het vorige overleg.
Dat aantal wordt in eerste instantie verdeeld volgens het
budgetverdeelsysteem. Binnen de korpsen moeten zij echter toch weer in
de wijken worden ingezet. Is die indruk juist? Zou die inzet niet
moeten worden bepaald door de korpsen zelf? Ik vraag dit omdat er ook
is afgesproken dat er concreet wordt gekeken naar de inzet van politie
op het platteland. Daarover kan ik niets vinden in de stukken. Wanneer
komt de minister met een concrete uitwerking voor de politie-inzet op
het platteland?
Wij zijn blij met de aandacht voor Burgernet, al vindt onze fractie
dat de concrete uitrol wel erg lang duurt. Er is al ruimschoots
ervaring opgedaan. Het verbaast mij dan ook dat er kennelijk weer vijf
nieuwe pilots nodig zijn. Graag verneem ik hierop de reactie van de
minister.
Ik kom nog eens te spreken over de verdachtenratio. In het vorige
overleg was de minister hier nog erg positief over, maar in de
begroting worden er heel andere termen gebruikt. Daarin erkent de
minister namelijk dat het niet zo'n heel erg intelligent middel is.
Zij wil immers komen tot een meer intelligente wijze van sturing in de
toekomst. Daarom zal er vanaf 2008 gestuurd worden op
verdachtenratio's per delictsoort in plaats van aantallen verdachten.
Wat ons betreft, is dat heel verstandig. Waarom kan dit niet op korte
termijn gerealiseerd worden? Hoeveel tijd heeft de minister hiervoor
nodig? Kan de minister uitleggen hoe het precies zit? Ik heb de indruk
dat de instrumenten in 2008 ontwikkeld worden en dat die in 2009 gaan
functioneren. Het kan echter ook een misverstand zijn. Het zou fijn
zijn, als de minister dit uit de wereld kon helpen.
Onze fractie maakt zich ook zorgen over de sterkteontwikkeling van de
politie. De komende tien tot vijftien jaar moet bijna de helft van het
personeelsbestand vervangen worden. Dat is een enorme opgave,
vergelijkbaar met de opgave van het onderwijs. De taskforce
personeelsvoorziening - vanaf hedenochtend spreek ik voortaan over de
taakgroep - adviseert een grotere gezamenlijke regie over de
personeelsvoorziening van de Nederlandse politie. Daarom moet de
aandacht voor personeel een structureel karakter hebben. Gebeurt dit
in de voorziening tot samenwerking? Wat is de rol van de minister
hierbij? Zij stelt zich wat ons betreft nog wel wat terughoudend op
door te zeggen dat dit niet haar eerste verantwoordelijkheid is.
In het vorige overleg heeft de minister toegezegd dat zij komt met een
functiewaarderingsonderzoek, waarin bijzondere aandacht besteed zal
worden aan eventuele nevenfuncties van politiepersoneel.
Even voor de duidelijkheid: gaat dit over de maatschappelijke
activiteit van politiemensen die wij positief waarderen of gaat dit
over het beruchte bijklussen om het hoofd boven water te houden?
Wanneer kan de Kamer dit tegemoet zien? Bij functiewaardering is het
wat mijn fractie betreft niet de bedoeling dat het dragen van
managementverantwoordelijkheid de weg is naar hogere salariëring. Goed
politiewerk op straat moet ook op waarde worden geschat.
Over de congruentie van de veiligheidsregio's hebben wij het in een
ander overleg nog.
Wij kregen vanmiddag een brief van de fietsersbond. Ik las op haar
website dat fietsdiefstal nog een van de meest voorkomende misdrijven
was. De fietsersbond heeft een aantal concrete voorstellen gedaan. Ik
weet niet zo goed wat ik daarmee moet; een expertisecentrum
fietsdiefstal vind ik erg ingewikkeld klinken. Wij hoeven daar geen
projectteam voor op te tuigen. Ik vind het wel een heel mooie
doelstelling van dit kabinet om deze kleine criminaliteit die heel
veel frustratie veroorzaakt, aan te pakken. Ik heb hier niets over
gelezen tot nu toe, dus ik ben erg benieuwd hoe het kabinet deze
fantastische doelstelling denkt te verwezenlijken.
Nadere gedachtenwisseling
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de bewindspersonen
voor de uitermate bevredigende antwoorden op al mijn vragen.
Mevrouw Griffith lijkt de zaken in eigen hand te willen houden, want
ik ben er net achter gekomen dat de website www.minderregels.nl leidt
tot de website van Charlie Aptroot. Op zich best aardig, maar hij
krijgt het wel druk als hij al die klachten waarover de heer Van Raak
sprak aan het kabinet door moet spelen.
Mevrouw Griffith (VVD): Er is een website van de overheid zelf, van de
minister van Economische Zaken. Daar doelde ik op, maar misschien heet
die iets anders. Maar, die van de VVD is natuurlijk ook goed!
De heer Anker (ChristenUnie): Die landelijke heet volgens mij
www.meldoverbodigeregels.nl. Ik heb er overigens helemaal geen
probleem mee om Charlie Aptroot helemaal gek te spammen, maar dat ter
zijde.
Voorzitter. De heer Van Raak heeft het een en ander gezegd over
verantwoording. Hij maakt het wel erg gemakkelijk door te zeggen dat
het allemaal georganiseerde achterdocht of wantrouwen is. Volgens mij
is dat het niet. Informatie over waar men zijn tijd aan besteedt is
wel degelijk nuttig, niet alleen voor verantwoording -- hoewel wij
daar natuurlijk wel waardering voor hebben -- maar ook voor inzicht in
waar de organisatie mee bezig is. Zeker als je dingen moet gaan
plannen, heb je er wel wat aan als je weet hoe veel tijd iets kost. Op
basis van al dit soort verantwoordingen kunnen dergelijke plannen
worden gemaakt. Dat geldt ook voor prioriteitenstellingen waar mijn
buurman nogal mee bezig is. Ook dan heb je die informatie nodig. Ik
vind het dus echt te gemakkelijk om dan te zeggen dat het
georganiseerd wantrouwen is. Volgens mij moeten wij het midden vinden
tussen relevante informatie en daar ook goed mee aan de gang gaan en
overbodige verantwoording omdat dit volgens allerlei regels moet.