Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Uw brief 20708039930 Ons kenmerk W&B/B&K/07/36116 Datum 19 november 2007 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Gent

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Gent (GroenLinks) over de explosieve groei van de voedselbanken.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A. Aboutaleb)

Ons kenmerk W&B/B&K/07/36116

2070803930
Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de explosieve groei van de voedselbanken. (Ingezonden 1 november 2007)


1.
Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving over de explosieve groei van het aantal mensen dat een beroep doet op de voedselbank?1

Antwoord: Ja.


2.
Wat is uw oordeel over het gegeven dat sinds het begin van dit jaar het aantal mensen dat afhankelijk is van de voedselbank, met 25% is gestegen naar 13 duizend mensen? Hoe verklaart u deze stijging?

Antwoord: De oorzaken voor deze door de Stichting Voedselbanken Nederland (SVN) gemelde stijging zijn niet bekend.


3.
Herinnert u zich de uitspraken van de huidige vice-premier Bos dat de voedselbanken «een schandvlek zijn die uitgewist dient te worden»? Ziet u het als uw taak om ervoor te zorgen dat voedselbanken niet meer nodig zijn in Nederland? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: Ja, die uitspraken herinner ik mij. Neen, ik zie het niet als mijn taak om een einde te maken aan de voedselbanken. Het gaat zoals bekend over particulier initiatief. Nederland heeft een uitgebreid systeem van sociale voorzieningen. Toch zullen er altijd mensen zijn die, om wat voor reden dan ook, gebruikmaken van liefdadigheid. Bijvoorbeeld omdat de overheid ze niet kan (illegalen) helpen of omdat ze niet door de overheid geholpen willen worden. Van oudsher zijn er organisaties die deze mensen helpen, zoals het Leger des Heils en de kerken. Wel is het zo dat voedselbanken voor de mensen die geholpen kunnen worden, zichzelf niet als oplossing mogen positioneren. Mensen met schulden bv. zijn niet geholpen met een voedselpakket, maar door adequate schuldhulpverlening in combinatie met armoedebestrijding en een baan. De echte oplossing kan door de overheid worden geboden. In plaats van de strijd aanbinden met voedselbanken, is mijn aanpak erop gericht voedselbanken als vindplaatsen te gebruiken om mensen beter en doeltreffender hulp te bieden.


4.
Verwacht u in 2008 een daling van het aantal mensen dat gebruik gaat maken van de voedselbank? Kunt u in dit verband ook onderbouwen waarom het kabinet niet in 2008, maar pas in 2009 extra middelen beschikbaar stelt vanuit de koopkrachtenveloppe?


---

Ons kenmerk W&B/B&K/07/36116

Antwoord: Het kabinet doet geen voorspellingen van het aantal gebruikers van de voedselbank. Uit onderzoek uit 2006 is wel gebleken dat gebruikers van voedselbanken kampen met individuele problemen, zoals schulden, verslavingen, problemen met het omgaan met geld en niet-gebruik van regelingen. Een algemene koopkrachtondersteuning via de koopkrachtenveloppe is om deze reden niet per se effectief. De oplossing ligt veel gecompliceerder. De overheid speelt hierin een actieve rol met maatwerk, zoals gerichte armoedebestrijding, schuldhulpverlening en het bevorderen van de arbeidsparticipatie. Juist hiervoor heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld. Het kabinet kan en wil echter niet de verantwoordelijkheid van de burgers overnemen om hun uitgavenpatroon aan te passen aan hun inkomsten. Dit is en blijft de verantwoordelijkheid van de burger zelf. Overigens voert het kabinet wel een voorlichtingscampagne om burgers te wijzen op hun verantwoordelijkheid en hen te waarschuwen tegen het te makkelijk aangaan van schulden: Blijf positief. De campagne wijst mensen erop dat zij voorzichtig moeten omspringen met het aangaan van leningen en wijst mensen met schulden tevens de weg naar hulp bij het oplossen van schulden.


5.
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat het niet-gebruik van voorzieningen zoals de bijzondere bijstand wordt teruggedrongen?

Antwoord: In mijn brief van 5 juni 2007 (TK 24 515, nr. 114) heb ik uiteengezet welke acties ik onderneem om het niet-gebruik van voorzieningen terug te dringen. Tevens heb ik in het participatiedeel van het Bestuursakkoord tussen het Rijk en de VNG van 4 juni 2007 afspraken gemaakt om het niet-gebruik van gemeentelijke regelingen terug te dringen.


6.
Kunt u uiteen zetten hoeveel gemeenten inmiddels fysiek aanwezig zijn in de voedselbanken om de klanten op inkomensondersteunende maatregelen te wijzen?

Antwoord: Hierover zijn momenteel geen landelijke cijfers beschikbaar. In het kader van het participatiedeel van het Bestuursakkoord zal vanaf 2008 worden gemonitord hoeveel gemeenten geformaliseerde afspraken hebben gemaakt met voedselbanken.


7.
Kunt u toelichten hoe de wachtlijsten voor de schuldhulpverlening zich ontwikkelen? Erkent u dat de gebrekkige preventie en sanering van problematische schulden eraan hebben bijgedragen dat steeds meer mensen afhankelijk zijn van de voedselbank?

Antwoord: Het kabinet zal - als uitwerking van het participatiedeel van het Bestuursakkoord - de ontwikkeling van de wachtlijsten deze kabinetsperiode gaan monitoren. Hiertoe zal eerst een nulmeting worden gedaan.

---

Ons kenmerk W&B/B&K/07/36116

Uit het rapport naar klanten van de voedselbank (Regioplan 2006) blijkt dat het vooral voor mensen die niet in een schuldhulpverleningtraject zitten maar direct aan de (commerciële) schuldeisers afbetalen het zeer lastig is om rond te komen. Dit onderstreept het belang dat klanten van voedselbanken gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen als schuldhulpverlening. Om het aanbod aan schuldhulpverlening te vergroten, stelt het kabinet extra middelen beschikbaar. Zo is tot en met 2009 een bedrag van 65 mln beschikbaar gesteld voor schuldhulpverlening. Daarnaast is in het deelakkoord participatie tussen het Rijk en de VNG de ambitie uitgesproken om in de periode 2008-2011 een extra impuls te geven aan het bestrijden van armoede en het terugdringen van het aantal huishoudens met problematische schulden. Om de afspraken financieel te ondersteunen stelt het kabinet een bedrag oplopend tot 80 mln. structureel beschikbaar. Voor het complete overzicht van de maatregelen verwijs ik u kortheidshalve naar de brief van het kabinet d.d. 19 oktober (kamerstuk 2007-2008, 24.515, nr. 119).


1 Zie onder meer Sp!ts, 30 oktober 2007.


---