Colleges van Burgemeester en Wethouders Postbus 90801
I.a.a. 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Directeuren Sociale Dienst Telefoon (070) 333 44 44
Hoofden Sociale Zaken Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Directeuren/hoofden I&A
Gemeenteraadsleden p/a Griffier
Hoofdkantoor en vestigingen CWI
Hoofdkantoor UWV
Hoofdkantoor IWI
Wsw-bedrijven
Contactpersoon Gemeenteloket Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Doorkiesnummer (070) 333 41 30 Datum 16 november 2007
E-mail gemeenteloket@minszw.nl
Onderwerp Verzamelbrief november 2007
Door middel van de Verzamelbrief informeer ik u over relevante ontwikkelingen op het terrein
van werk en inkomen. Deze maand bevat de brief informatie over de volgende onderwerpen:
1. WSW: verantwoording; intercollegiale ruil; veiligheid sociale werkplaatsen
2. Generaal pardon: aanvragen bijstand en sofinummers/BSN
3. PGB voor AWBZ-zorg en bijstand
4. WWB en mantelzorg
5. Afbouwregeling Schoonmaakdiensten Particulieren loopt ten einde
6. Meerjarige budgetten WWB
7. Verdeling middelen armoede, schuldhulpverlening en handhaving
8. Kabinetsbrief voorkomen overkreditering en schulden
9. Campagne Blijf Positief
10. Stand van zaken implementatie DKD
11. Bereken uw recht op inkomensverruimende regelingen
12. Arrangementenbank CWI
13. Integraal aanbesteden en inkopen
14. SZW Gemeentedagen 2008
1. WSW: verantwoording; intercollegiale ruil; veiligheid sociale werkplaatsen (zie
bijlage)
Verantwoording Wsw 2007
Met de wetswijziging Wsw (voorgenomen inwerkingtreding 1 januari 2008) wordt de
financieringssystematiek van de Wsw sterk vereenvoudigd. Dit leidt tot een sterke reductie van
de verantwoordingslasten. De gemeente dient in de bijlage van de gemeentelijke jaarrekening
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
over 4 indicatoren verantwoording af te leggen aan het Rijk: (1) aantal geïndiceerde inwoners
dat op de wachtlijst staat of in het kader van de Wsw werkt op 31/12 van het jaar T-2, (2)
aantal mensen dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand, (3) aantal gerealiseerde begeleid
werkenplekken en (4) aantal gerealiseerde Wsw-plaatsen.
Dit betekent dat met de inwerkingtreding van de wetswijziging geen apart Verslag over de
uitvoering Wsw meer ingediend hoeft te worden. Ook komen de vaststellingsgronden
`realiseren taakstelling begeleid werken' en `tijdig aanvragen herindicatie' te vervallen.
In bijlage 1 vindt u meer informatie over de verantwoording Wsw over het uitvoeringsjaar
2007.
Intercollegiale ruil Wsw 2007
Voor het uitvoeringsjaar 2007 wordt gemeenten/werkvoorzieningschappen wederom de
mogelijkheid geboden van `intercollegiale ruil', te weten uitruil van Wsw-budget tussen
gemeenten/werkvoorzieningschappen onderling. Hierdoor kan eventuele overrealisatie bij de
ene gemeente/werkvoorzieningschap bekostigd worden door overheveling van Wsw-budget
van een andere gemeente/werkvoorzieningschap waar sprake is van onderrealisatie. Hiermee
wordt voorkomen dat het Wsw-budget dat is gemoeid met de onderrealisatie door het rijk
wordt teruggevorderd en terugvloeit naar de algemene middelen.
In bijlage 1 treft u de voorwaarden aan die zijn verbonden aan intercollegiale ruil tussen
gemeenten/werkvoorzieningschappen.
Inspectierapport VROM `Veiligheid sociale werkplaatsen'
Eind 2006 heeft de VROM-Inspectie een onderzoek uitgevoerd bij 30 sociale werkplaatsen.
Daarbij is gekeken naar de constructieve (brand)veiligheid van de gebouwen, het brandveilig
gebruik en het toezicht van gemeenten op de (brand)veiligheid. Uit het onderzoek volgt dat
voldoende rekening is gehouden met een belangrijk onderdeel van de brandveiligheid namelijk
het veilig en snel kunnen vluchten. Toch zijn er op meerdere onderdelen tekortkomingen
gesignaleerd. Het zwaartepunt van de tekortkomingen ligt bij de bouwkundige aspecten
(brandwerendheid van compartimentscheidingen) en de gebruikseisen (vrije vluchtwegen).
In bijlage 1 leest u welke vervolgacties zijn afgesproken tussen de VROM-Inspectie, Cedris,
VNG en SZW. Een van deze acties betreft het verzoek aan de betrokken gemeenten om actief
toe te zien op de veiligheid bij sociale werkplaatsen en indien nodig handhavend op te treden.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
2. Generaal pardon: aanvragen bijstand en sofinummers/BSN
In de Verzamelbrief van september jl. (verzenddatum 3 oktober 2007) is uiteengezet vanaf
welk moment het recht op bijstand ontstaat. Dat is het moment waarop de betrokkene beschikt
over een verblijfsvergunning en niet meer in de centrale opvang verblijft. In beginsel wordt
geen bijstand met terugwerkende kracht verleend.
Gemeenten zijn verplicht om in de uitkeringsadministratie gebruik te maken van het
sofinummer. Het is niet noodzakelijk dat de vreemdeling zelf bij een kantoor van de
Belastingdienst een sofinummer aanvraagt. Onnodige belasting van burger en belastingdienst
kan worden voorkomen. Na het afgeven van de verblijfsvergunning moet de burger zich
namelijk al melden voor inschrijving in de GBA. Inschrijving in het GBA geschiedt dan
meteen op basis van de overlegde persoonsgegevens en adres. De persoonsgegevens kunnen
afkomstig zijn uit de brief van de IND. Dit is beschreven in de circulaire pardon-regeling van
de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken en Justitie aan gemeenten (3
september 2007). Zodra de Belastingdienst een nieuwe GBA-inschrijving heeft verwerkt,
wordt automatisch een sofinummer aangemaakt dat direct via een GBA-bericht aan de
gemeente van inschrijving wordt aangeboden. In de regel wordt het sofinummer dus binnen
enkele dagen na inschrijving automatisch in de GBA opgenomen. Dit betekent dat het
sofinummer bij de gemeente zelf voorhanden is. De sociale dienst kan dit overnemen uit de
GBA.
Vanaf 26 november 2007 wordt het Burgerservicenummer (BSN) ingevoerd. Dat vervangt
voor deze groep personen het sofinummer. Het BSN wordt afgegeven door de gemeente bij
inschrijving in de GBA. Het BSN is dan direct beschikbaar voor zowel de burger zelf als voor
de gemeentelijke sociale dienst.
3. PGB voor AWBZ-zorg en bijstand
In de Tweede Kamer zijn aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en
mij vragen gesteld over het persoonsgebonden budget (PGB) voor AWBZ-zorg en bijstand. In
de antwoorden1 hebben wij toegezegd deze Kamervragen aan de orde te stellen in de
Verzamelbrief. Hierbij voldoe ik aan deze toezegging.
De vragen hebben betrekking op een situatie waarin de gemeentelijke sociale dienst een
bijstandsgerechtigde met een hulpbehoevend gezinslid maant tot het aanvragen van een
indicatie voor AWBZ-zorg en het daarbij behorende PGB. Als de bijstandsgerechtigde dan
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2006/07, nr. 2303
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
vervolgens als hulpverlener optreedt, wordt het PGB bij de bijstandsverlening als inkomen
aangemerkt.
De vragen hebben om te beginnen betrekking op de bedoeling van een PGB: als een PGB geen
inkomensuitkering is voor de zorgbehoevende, hoe kan die dan als middel bij de
bijstandsgerechtigde in aanmerking worden genomen. De strekking van ons antwoord hierop is
dat voor de zorgbehoevende een persoonsgebonden budget voor AWBZ-zorg geen
inkomensuitkering is en in die zin niet als middel bij de bijstandsverlening in aanmerking kan
worden genomen.
Indien echter de hulpverlener een WWB-uitkering ontvangt en voor de verleende zorg uit het
persoonsgebonden budget een vergoeding ontvangt, wordt deze vergoeding in het kader van de
WWB wel aangemerkt als inkomen. De hulpverlener ontvangt immers een beloning voor
verrichte werkzaamheden en net als andere inkomsten wordt deze vergoeding in aanmerking
genomen bij de bijstandsverlening. Als de hulpverlener een gezamenlijke huishouding voert of
gehuwd is met de zorgbehoevende vindt deze korting plaats op de uitkering die zij als echtpaar
of samenwonenden ontvangen. De PGB-regeling sluit niet uit dat partners als hulpverlener
optreden.
Voorts is gevraagd of de keuzevrijheid die met het PGB beoogd wordt niet op
afkeurenswaardige wijze wordt aangetast in de vorengenoemde situatie. Wij hebben hierop
geantwoord dat het persoonsgebonden budget een alternatief is voor zorg in natura, waarbij de
zorgbehoevende een geldbedrag ontvangt waarmee hij zelf zorg en begeleiding kan inkopen.
Het is aan de zorgbehoevende zelf of hij wel of niet voor AWBZ-zorg in aanmerking wil
komen.
Wanneer partners van zorgbehoevenden als hulpverlener optreden kan dat voor gemeenten
leiden tot besparing op de bijstandsuitkeringen. Dat is echter niet het doel van de PGB-
regeling en de zorgbehoevende en zijn of haar partner met een bijstandsuitkering moeten dan
ook niet het gevoel krijgen dat zij tot die constructie worden gedwongen. Het moet helder zijn
dat de keuze helemaal bij hen zelf ligt.
4. WWB en mantelzorg (zie bijlage)
In het debat met de Tweede Kamer naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 oktober
2007 waarin onder andere de relatie tussen de WWB en mantelzorg aan de orde kwam, heb ik
aangegeven dat het geven van mantelzorg als zodanig geen effect mag hebben op het recht op
bijstand. Vanwege het belang dat het onderwerp mantelzorg in de maatschappij heeft, wijs ik
de gemeenten op de antwoorden op Kamervragen die ik mede namens de staatssecretaris van
VWS op 11 september jl. heb gegeven. In de beantwoording is tot uitdrukking gebracht dat
mantelzorg zich ondermeer kenmerkt door het vrijwillige karakter (zonder tegenprestatie) en
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
eenzijdige verzorging en dat er daardoor niet of nauwelijks sprake zal zijn van een zodanige
financiële verstrengeling tussen mantelzorger en de chronisch zieke dat die van invloed is op
het recht op en de hoogte van de bijstand.
In bijlage 4 vindt u de tekst van de betreffende antwoordbrief aan de Kamer.
5. Afbouwregeling Schoonmaakdiensten Particulieren loopt ten einde
In 2006 is definitief besloten tot beëindiging van de Regeling Schoonmaakdiensten aan
Particulieren (de zgn. witte werkstersregeling). Een aantal bedrijven had in de aanloop daartoe
al een aanvang gemaakt met de afbouw van de subsidieafhankelijkheid. De resterende
bedrijven is de gelegenheid geboden om gedurende 2007 gebruik te maken van de tweede
afbouwregeling. Op grond van deze regeling ontvangen de bedrijven tot 1 januari 2008 nog
loonkostensubsidie, en is geld beschikbaar gesteld voor re-integratie van de betrokken witte
werksters.
Op 1 november jl. had ik een algemeen overleg met de Tweede Kamer naar aanleiding van een
brief van de provincie Friesland over de gevolgen van de beëindiging van de
loonkostensubsidie voor het dienstverleningsproject Te Plak. Te Plak biedt op het Friese
platteland een laagdrempelig aanbod van diensten, waaronder schoonmaakwerkzaamheden aan
particuliere huishoudens, en biedt hiermee een bijdrage aan de leefbaarheid in een landelijk
gebied.
Naar aanleiding van dit overleg wil ik de betrokken ketenpartners in Friesland aansporen om
met elkaar te onderzoeken of er alternatieven zijn om het project te steunen. Verder dring ik er
bij hen op aan om, wanneer voor een aantal betrokkenen ontslag onafwendbaar blijkt, deze
personen actief te benaderen en naar ander werk te bemiddelen.
Omdat de loonkostensubsidie op grond van de afbouwregeling Schoonmaakdiensten
Particulieren ook voor ruim 20 andere bedrijven en stichtingen elders in het land afloopt, wil ik
er bij de betrokken gemeenten en CWI-vestigingen op aandringen om alert te zijn op situaties
waarin ontslag aan de orde kan zijn vanwege de afloop van genoemde subsidie. Ook in die
situaties wordt u verzocht om te bezien of er alternatieven zijn om het betrokken project in
stand te houden, en om bij een eventueel ontslag de betrokkenen actief te benaderen en naar
ander werk te bemiddelen.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
6. Meerjarige budgetten WWB (zie bijlage)
Op 5 oktober jl. is een brief aan de Tweede Kamer gezonden (kenmerk W&B/SFI/07/3135),
waarin wordt toegelicht wat de met de VNG gemaakte afspraken rond meerjarige budgetten
WWB inhouden. Doel van de afspraken is de stabiliteit van de budgetten te vergroten en
gemeenten de mogelijkheid te bieden winst op het I-deel langer te behouden, zodat zij dit
kunnen inzetten voor het waarmaken van de ambities van het Bestuurlijk Akkoord tussen SZW
en VNG.
In bijlage 6 vindt u een overzicht van de gemaakte afspraken met betrekking tot de grootte van
de taart (het macrobudget), de verdeling van de taart en de meerjarige budgetten werkdeel.
De brief zelf kunt u vinden op het Gemeenteloket.
7. Verdeling middelen armoede, schuldhulpverlening en handhaving
In de Verzamelbrief van september jl. is gemeld dat als uitvloeisel van het Bestuursakkoord
tussen Rijk en VNG van 4 juni 2007 middelen voor armoede, schuldhulpverlening en
handhaving aan het Gemeentefonds zijn toegevoegd.
Inmiddels is de verdeling van het extra geld over de afzonderlijke gemeenten bekend.
U kunt de lijsten met bedragen vinden op het Gemeenteloket. De bedragen in de overzichten
zijn indicatief. Het betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds en dus geen
geoormerkte middelen.
De bedragen in de lijst armoedebestrijding zijn afgeleid door de reeks die is opgenomen in het
bestuursakkoord te verdelen conform het aandeel van de gemeente in het accres op het cluster
Werk en Inkomen.
De bedragen in de lijst schuldhulpverlening zijn gebaseerd op het aantal bijstandsontvangers
en huishoudens met een laag inkomen. Dit zijn verdeelsleutels uit het cluster Werk en
Inkomen van het gemeentefonds.
Voor de verdeling van het extra geld voor handhaving is gekozen voor een verdeelsystematiek
met een vast bedrag voor iedere gemeente ( 40.000). Het resterende geld wordt verdeeld op
basis van het inwonertal.
Met het extra geld voor handhaving wordt beoogd de implementatie van het hoogwaardig
handhaven in de gemeentelijke beleidscyclus te bevorderen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht
worden aan de vormgeving van een gemeentelijk handhavingsplan, met daarin concrete doelen
en meetbare prestatie-indicatoren (voor gemeentelijk gebruik), in te zetten controle- en
opsporingsinstrumenten, het inpassen van handhaving in de gemeentelijke datahuishouding,
het inbouwen van risicosturing (scorekaarten) in de bedrijfsvoering en
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
deskundigheidsbevordering van medewerkers (bijvoorbeeld via de binnenkort beschikbaar
komende Leergang Handhaven in de Keten).
8. Kabinetsbrief voorkomen overkreditering en schulden
Op 19 oktober jl. hebben minister Bos en ik namens het kabinet een brief naar de Tweede
Kamer gestuurd waarin het kabinet zijn beleid presenteert op het gebied van overkreditering en
schulden.
Dit beleid richt zich in de eerste plaats op het voorkomen van problematische schulden. Het
kabinet neemt daarvoor een groot aantal maatregelen om overkreditering te voorkomen, zoals
het beperken van mogelijkheden om rood te staan en het versterken van de
kredietwaardigheidstoets bij het verstrekken van leningen. De kredietwaardigheidstoets wordt
uitgebreid met een toets op betalingsachterstanden. Hiervoor is het Landelijk
Informatiesysteem Schulden (LIS) opgericht. Het kabinet gaat verder verplichten om
waarschuwingszinnen te tonen bij leenreclames. Ook wordt het toezicht strenger en worden
boetes bij het overtreden van de kredietregels verhoogd (tot 1 miljoen euro).
Om burgers financieel bewuster en vaardiger te maken is het kabinet de
voorlichtingscampagne "Blijf Positief" gestart (zie onderwerp 8) en is het platform CentiQ
opgericht.
Het tweede spoor dat het kabinet volgt is het verbeteren van de minnelijke
schuldhulpverlening. Hiervoor stelt het kabinet in de periode tot en met 2011 extra gelden
beschikbaar: voor de jaren 2007 tot en met 2009 65 mln voor schuldhulpverlening en voor
armoedebestrijding en schuldhulpverlening een bedrag dat oploopt tot 80 mln structureel in
2011. Verder start het kabinet een onderzoek naar de effectiviteit en kwaliteit van de
minnelijke schuldhulpverlening. In dit onderzoek komen ook vragen aan bod naar het stelsel
van schuldhulpverlening. De resultaten van dit onderzoek zullen medio 2008 beschikbaar
komen. De uitwerking van het Deelakkoord Participatie van SZW en VNG zal eveneens tot
doel hebben om de minnelijke schuldhulpverlening te versterken.
U kunt de integrale tekst van de brief vinden op het Gemeenteloket.
9. Campagne Blijf Positief
In de Verzamelbrief van juni jl. bent u reeds geïnformeerd over de campagne schuldpreventie
"Blijf Positief". Sinds begin oktober wordt in het kader van deze campagne ook met televisie-
spots gewerkt, met als hoofdrolspeler Bud. Bud zal bij belangrijke evenementen met zijn bus
aanwezig zijn. Mensen kunnen dan in de bus de financieel-fit-test doen, die ook via de website
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
www.blijf-positief.nl te vinden is. Binnen de campagne wordt samengewerkt met organisaties
en instellingen werkzaam op het terrein van schuldhulpverlening. Zo wordt Bud door de
gemeente Den Haag ingezet bij de Moneymaand en worden gemeenten columns van Bud
aangereikt om het thema onder de aandacht te brengen.
Op de website kunnen bezoekers zien in welke gemeenten aan schuldhulpverlening wordt
gedaan en waar ze terecht kunnen met vragen. Gemeenten die hun informatie op het gebied
van schuldhulpverlening op de landkaart op deze website willen hebben, kunnen zich
aanmelden via de site.
10. Stand van zaken implementatie DKD (zie bijlage)
In de Verzamelbrief van juli jl. bent u geïnformeerd over de ondersteuning die het
Coördinatiepunt ICT Gemeenten (CP-ICT) gemeenten sinds februari 2007 biedt bij het
implementeren van het Digitaal Klantdossier (DKD).
Het DKD ondersteunt gemeenten, en ook CWI en UWV, bij een meer klantgerichte en
efficiënte uitvoering, waarbij sprake is van hergebruik van elkaars gegevens en administratieve
lastenverlichting voor de klant.
Ingebruikname van het DKD is nu al mogelijk, maar met in de inwerkingtreding van de Wet
eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen, volgens planning per 1 januari 2008, worden
hergebruik en eenmalige uitvraag van gegevens in de keten van werk en inkomen, in een
groeipad, verplicht. Het wetsvoorstel is op 20 september 2008 in de TK aangenomen en ligt ter
behandeling voor in de EK. Het DKD is een essentiële randvoorwaarde voor een effectieve
uitvoering van de wetswijzigingen in het kader van het wetsvoorstel eenmalige
gegevensuitvraag werk en inkomen. Zonder het DKD is het immers niet goed mogelijk om
gegevens van ketenpartners te hergebruiken en gegevens snel en online aan klanten te tonen.
Voor een volledig DKD voor klant en uitvoeringsorganisaties dient u de afgesproken
gegevensset aan te leveren.
In bijlage 10 vindt u informatie over de stand van zaken en ontwikkelingen in het
implementatietraject, waaronder het openstellen van de klantdiensten en de regelingen
waarmee een financiële bijdrage kan worden verkregen.
Ik maak u erop attent dat het CP-ICT gemeenten verzocht heeft haar zo snel mogelijk, bij
voorkeur vóór 19 november, via het 'formulier openstellen klantdiensten DKD 2007' over uw
planning te informeren. Voorts heeft het CP-ICT heeft een tweetal regelingen ingesteld
waarmee u een financiële bijdrage in de kosten van de implementatie van het DKD kunt
krijgen.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
11. Bereken uw recht op inkomensverruimende regelingen
In september jl. heb ik de website www.berekenuwrecht.nl gelanceerd. Dit is een website waar
(bijna) alle inkomensverruimende regelingen - zoals toeslagen en heffingskortingen -
overzichtelijk op een rij zijn gezet. Burgers kunnen er berekenen op welke regelingen ze recht
hebben. Ze worden bovendien doorgelinkt naar de organisatie waar de aanvraag kan worden
gedaan.
De website is een middel om het gebruik van voorzieningen te bevorderen. Uit een recent
onderzoek van het SCP blijkt dat burgers vaak geen gebruik maken van voorzieningen waar zij
wel recht op hebben. Het niet-gebruik van landelijke en gemeentelijke regelingen is fors.
Er wordt gestreefd naar een zo compleet mogelijk overzicht van regelingen. Het Nibud en
StimulanSZ, die de website hebben ontwikkeld, willen daarom zoveel mogelijk gemeenten
bewegen om zich aan te sluiten bij berekenuwrecht, zodat burgers ook hun recht op
bijvoorbeeld bijzondere bijstand, een minimapas, een Wmo-verstrekking of kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen kunnen berekenen.
Voor meer informatie en de mogelijkheid van aansluiting kunt u terecht op de website van
StimulanSZ.
12. Arrangementenbank CWI
Het CWI werkt aan een Arrangementenbank waarin alle informatie op het terrein van werk,
inkomen en scholing op een transparante manier wordt ontsloten en die inzetbaar is voor het
bevorderen van de arbeidsparticipatie.
Een arrangement is in dit kader de combinatie van een vacature, aangevuld met een financiële
tegemoetkoming vanuit een subsidieregeling of re-integratieregeling, scholing, een EVC-
procedure, al dan niet in combinatie met een andere vorm van ondersteunend beleid van de
ketenpartners.
De Arrangementenbank helpt professionals in de keten van werk en inkomen bij het snel en op
maat samenstellen van arrangementen op basis van klantkenmerken of vacaturekenmerken.
Ook al samengestelde arrangementen worden met de Arrangementenbank snel gevonden.
Het is de bedoeling dat de Arrangementenbank vanaf november 2007 geleidelijk aan
beschikbaar komt. De databank zal sterk aan waarde winnen als ook alle regelingen op lokaal
niveau kunnen worden aangeboden. Gemeenten worden daarom uitgenodigd ook hun
informatie ter beschikking te stellen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het CWI Hoofdkantoor in Amsterdam: dhr.
Potsdammer, 020-7515206, of mw. de Bar, 020-7515079.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
13. Integraal aanbesteden en inkopen
Bij het uitvoeren van de WWB, WMO, Wet Inburgering en de Wsw is aanbesteden en inkopen
bij private partijen nog altijd van belang. Dat vraagt om goed opdrachtgeverschap van
gemeenten en het werken vanuit een zakelijk partnership met private opdrachtnemers.
Dinsdagmiddag 27 november organiseert Divosa te Utrecht een Landelijk Leeratelier
Partnership II waar u meer kunt leren over aanbesteden en inkopen.
Voor meer informatie en aanmelding verwijs ik u graag naar de website van Divosa.
14. SZW Gemeentedagen 2008
Volgend jaar organiseert het ministerie van SZW, samen met de VNG, de SZW-
gemeentedagen 2008. Deze dagen staan gepland op 16 januari in Eindhoven, 30 januari in
Zwolle en 7 februari in de Randstad. De thema's van de bijeenkomsten liggen in het verlengde
van het Bestuurlijk Akkoord en het actieprogramma "Iedereen doet mee". Noteer de SZW-
gemeentedagen 2008 alvast in uw agenda.
---
Wilt u de Verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, stuur dan een e-mail met uw naam,
gemeente, functie en e-mail adres naar Verzamelbrief@minszw.nl.
Voor vragen met betrekking tot de Verzamelbrief kunt u een e-mail sturen naar
gemeenteloket@minszw.nl.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
10
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Bijlagen bij Verzamelbrief november 2007
11
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Bijlage bij 1 WSW: verantwoording; intercollegiale ruil; veiligheid sociale werkplaatsen
Verantwoording Wsw over uitvoeringsjaar 2007
Met de wetswijziging wordt geregeld dat gemeenten al in 2008 over het uitvoeringsjaar 2007
op voornoemde wijze verantwoording aan het rijk dienen af te leggen. Aangezien de Wsw-
subsidie voor het uitvoeringsjaar 2007 echter veelal is verstrekt aan werkvoorzieningschappen,
wordt geregeld dat gemeenten die formeel onderdeel uitmaken van een werkvoorzieningschap
verantwoording afleggen over de 4 indicatoren. Zij doen dit door een verslag van het
werkvoorzieningschap toe te voegen als bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening.
De precieze definitie van de 4 indicatoren waarover verantwoording moet worden afgelegd,
zal na overleg met VNG en Cedris worden opgenomen in de Regeling van de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, houdende regels met betrekking tot de
verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen in de jaarrekening van provincies en
gemeenten (Regeling verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen). Uiteraard ontvangen
gemeenten en werkvoorzieningschappen daarvan bericht.
Dit betekent dat geen enkele gemeente of werkvoorzieningschap een apart Verslag over de
uitvoering Wsw 2007 hoeft in te dienen bij het ministerie van SZW. Ook komen voor het
uitvoeringsjaar 2007 de vaststellingsgronden `realiseren taakstelling begeleid werken' en
`tijdig aanvragen herindicatie' te vervallen.
Intercollegiale ruil Wsw 2007
Voor intercollegiale ruil tussen gemeenten/werkvoorzieningschappen gelden de volgende
voorwaarden:
1. Gemeenten/werkvoorzieningschappen dienen zelf afspraken te maken over intercollegiale
ruil. Het ministerie van SZW zal in deze geen bemiddelende rol spelen tussen
gemeenten/werkvoorzieningschappen.
2. De afspraken dienen neergelegd te worden in het Verantwoordingsdocument
Intercollegiale Ruil 2007 (zie www.gemeenteloket.szw.nl).
3. Het Verantwoordingsdocument Intercollegiale Ruil 2007 dient door alle betrokken
colleges van B&W en/of besturen van de openbare lichamen van
werkvoorzieningschappen ondertekend te worden en verstuurd te worden naar:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de directeur Arbeidsmarkt,
Postbus 90801, 2509 LV Den Haag. De formulieren dienen uiterlijk op 15 juli 2008 te zijn
ontvangen.
4. Met het verantwoordingsformulier stelt u het Ministerie van SZW op de hoogte van de
overeengekomen ruil. Er hoeft dus niet om toestemming te worden gevraagd bij het
Ministerie.
12
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
5. Alleen de op correcte wijze ondertekende verantwoordingsdocumenten die op 15 juli 2008
in het bezit zijn van het ministerie van SZW worden betrokken bij de vaststelling van het
Wsw-budget 2007. Blijkt uit de gemeentelijke jaarrekening en de
verantwoordingsdocumenten dat het Wsw-budget dat is gemoeid met de onderrealisatie
i.v.m. intercollegiale ruil is overgeheveld aan een andere gemeente/werkvoorzieningschap
dan zal dit budget niet worden teruggevorderd.
Inspectierapport VROM `Veiligheid sociale werkplaatsen'
Tussen de VROM-Inspectie, Cedris, VNG en SZW is een aantal vervolgacties besproken. Op
de eerste plaats zijn de betrokken gemeenten door de VROM-Inspectie aangeschreven en
verzocht om actief toe te zien op de veiligheid bij sociale werkplaatsen en indien nodig
handhavend op te treden. Ook gemeenten die gelieerd zijn aan sociale werkplaatsen die niet in
het onderzoek betrokken waren, zijn hiertoe aangeschreven. Afhankelijk van het beeld dat
verkregen wordt uit de resultaten van de terugmelding van gemeenten gelieerd aan de 90
sociale werkplaatsen, beziet VROM of een vervolginspectie in 2009 noodzakelijk is. Verder is
Cedris voornemens om nog dit jaar een wegwijzer uit te brengen om de kennis van de
regelgeving en het bewustzijn ten aanzien van de brandveiligheidsaspecten bij sociale
werkplaatsen te vergroten. Tot slot zal het vervolgonderzoek van de Arbeidsinspectie naar de
machineveiligheid dat gepland staat voor 2008, uitgebreid worden met onderzoek naar de
bedrijfshulpverlening. Dit vanwege de relevantie van de bedrijfshulpverlening voor het
brandveilige gebruik van gebouwen.
In aanvulling op de gemaakte afspraken heeft de staatssecretaris van SZW tijdens het
bestuurlijk overleg van 11 oktober jl. VNG en Cedris aangesproken op hun
verantwoordelijkheid voor de veiligheid van sociale werkplaatsen. Afgesproken is het
onderzoek van VROM naar de verschillende veiligheidsregio's (regionale rampenbestrijding
en crisisbeheersing) te sturen zodat het ook daar de aandacht heeft. Verder worden de
resultaten die volgen uit het toezicht waartoe gemeenten door de VROM-Inspectie worden
opgeroepen, onderling gedeeld en gevolgd.
13
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Bijlage bij 4 WWB en mantelzorg
Onderstaande tekst betreft de volgende brief:
Aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer
Van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderwerp: antwoorden op Kamervragen van het lid Karabulut (SP) over mantelzorgers die in
de problemen raken door strenge bijstandsregels (ingezonden 20-08-2007; 2060723380).
Kenmerk: W&B/URP/07/28472
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht dat mantelzorgers en chronisch zieken met een
bijstandsuitkering in financiële problemen raken omdat gemeenten korten op hun uitkering?
Antwoord 1
Het bericht bevat voor mij onvoldoende basis om mij een oordeel te vormen over de door u
gestelde vraag. Het bericht vangt aan met de wens van Mezzo, de Landelijke Vereniging voor
Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg, om meer aandacht voor de combinatie van mantelzorg en
werk. De tweede helft van het artikel betreft de casus van een bijstandsgerechtigde die
mantelzorg ontvangt van een buurman met een WAO-uitkering. De uitkering van de
zorgontvanger is in januari door de gemeente stopgezet, maar de rechtbank heeft in een
voorlopige voorziening de gemeente gemaand de bijstand weer uit te betalen.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het gegeven dat de Dienst Werk en Inkomen in Amsterdam de 50-
jarige heer A.B. kort op zijn uitkering, omdat hij mantelzorg verleent aan zijn ernstig zieke
buurvrouw en haar dochter? Bent u bereid de gemeente Amsterdam hierop aan te spreken,
teneinde de korting en de vordering op de uitkering van de heer A.B. onmiddellijk ongedaan te
maken?
Antwoord 2
De Wet werk en bijstand (WWB) bepaalt dat ik niet in individuele gevallen treedt.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel uitkeringsgerechtigden die mantelzorg verlenen, worden gekort op
hun uitkering? Kunt u aangeven hoeveel uitkeringsgerechtigden die mantelzorg ontvangen
worden gekort op hun uitkering?
Antwoord 3
Nee, mij ontbreken hierover cijfers.
14
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Vraag 4
Deelt u de mening dat uitkeringsgerechtigden die mantelzorg verlenen of chronisch zieke
uitkeringsgerechtigden die mantelzorg krijgen, niet gekort moeten worden op hun uitkering?
Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om dit probleem ongedaan te maken? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 4
Doordat mantelzorg zich (ondermeer) kenmerkt door het vrijwillige karakter (zonder
tegenprestatie) en eenzijdige verzorging zal niet of nauwelijks sprake zijn van een zodanige
financiële verstrengeling tussen mantelzorger en de chronisch zieke dat die van invloed is op
het recht op en de hoogte van de bijstand. Hierbij kan wel de vraag aan de orde komen of er in
een bepaalde situatie sprake is van een gezamenlijke huishouding.
De WWB biedt in dit kader enerzijds de mogelijkheid dat bijstandsgerechtigden met behoud
van uitkering mantelzorgtaken kunnen verrichten, en anderzijds zijn er in de WWB voldoende
waarborgen aanwezig om te komen tot een juiste beoordeling van de vraag of er hierbij al dan
niet sprake is van een gezamenlijke huishouding.
Vraag 5
Bent u bereid met gemeenten afspraken te maken, zodat uitkeringsgerechtigden die mantelzorg
ontvangen dan wel verlenen, niet meer worden gekort op hun uitkering? Bent u bereid de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet werk en bijstand (Wwb) aan te passen,
zodat mensen niet meer gestraft worden voor het verstrekken dan wel ontvangen van
mantelzorg? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Uit contact dat ik heb gelegd met enkele grote gemeenten blijkt dat zij geen problemen
ondervinden bij het toepassen van de regels omtrent samenwoning in de WWB bij het verlenen
van mantelzorg. De wetgeving biedt naar hun oordeel voldoende mogelijkheden om ruimhartig
om te gaan met situaties waarin als gevolg van zeer intensieve mantelzorg het vermoeden zou
kunnen bestaan van het voeren van een gezamenlijke huishouding. Mijn indruk is dat
gemeenten in dergelijke gevallen het belang van de mantelzorg laten prevaleren. Ik vind het
daarom niet nodig om nadere afspraken te maken. In het kader van de WWB is het dus reeds
mogelijk gemaakt dat bijstandsgerechtigden ook mantelzorgtaken kunnen verlenen, waarbij
voldoende waarborgen zijn ingebouwd om eventuele (samenleef-) fraude te voorkomen.
15
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Bijlage bij 6 Meerjarige budgetten WWB
Kort overzicht van de afspraken tussen SZW en VNG
· De grootte van de taart (het macrobudget):
o Het macrobudget wordt meerjarig vastgelegd, conform de middellange termijn-
raming (MLT-raming) van het Centraal Planbureau (CPB). Het budget wordt
hierna in beginsel niet meer aangepast voor gemeentelijke realisatie (langer
behoud van winst). Als gemeenten de afgesproken ambitie van 30.000 extra
huishoudens uit de bijstand ten opzichte van de MLT-raming realiseren, dan
levert dit voor gemeenten een winst van naar schatting circa 940 mln op. Met
de VNG is afgesproken dat de winst die gemeenten mogen behouden zal
worden ingezet voor het realiseren van de doelstellingen van het Bestuurlijk
Akkoord.
o In september t wordt bekeken of de volumemutatie door conjunctuur afwijkt
van de verwachting die is opgesteld op basis van de MLT. Alleen als deze
afwijking een bandbreedte van plus of min 12.500 huishoudens in de bijstand
overschrijdt, wordt het deel buiten de bandbreedte verwerkt in het macrobudget.
Door toepassing van de bandbreedte ontstaat meer stabiliteit over de jaren heen.
o Evenals voorheen, wordt het macrobudget voor het jaar t in september t-1 en
mei t gecorrigeerd voor effecten rijksbeleid en in mei t voor loon- en
prijsongevoeligheid (Lpo). Op basis van resultaten uit het verleden is de
verwachting dat na mei t, geen correctie voor Lpo en rijksbeleid meer nodig is.
o Conform afspraak uit het bestuursakkoord, wordt het budget voor de
aanvullende uitkering (welke gemeenten onder bepaalde voorwaarden kunnen
krijgen bij een tekort van meer dan 10%) meerjarig vastgelegd op het niveau uit
de begroting van 8 mln per jaar. Dit gebeurt voor de jaren 2010-2013, omdat
dan uitbetaling plaatsvindt voor tekorten uit 2008-2011. Mochten de uitgaven
voor de aanvullende uitkering het budget overschrijden, dan wordt dit
verrekend met het macrobudget I-deel voor dat jaar; mochten de uitgaven lager
zijn dan het budget, dan wordt het verschil toegevoegd aan het macrobudget I-
deel.
16
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
· De verdeling van de taart:
o Jaarlijks vindt de relatieve verdeling van het budget definitief plaats in
september t-1. Voorheen werd de relatieve verdeling nog in de loop van jaar t
aangepast op basis van actuelere gegevens. Doordat de relatieve verdeling na
september t-1 niet meer verandert, ontstaat dus meer stabiliteit binnen het
budgetjaar. Om nadeel voor groeigemeenten te voorkomen, wordt gebruik
gemaakt van actuelere gegevens over huishoudensaantallen (bij budget 2008
wordt peildatum 1 januari 2007, i.p.v. peildatum 1 januari 2006 gebruikt).
· Meerjarige budgetten werkdeel: deze budgetten worden macro vastgelegd op de stand
van de begroting 2008. De verdeling over gemeenten wordt conform de huidige
systematiek in september t-1 bepaald, waarbij de voorgenomen ingroei van een
historisch naar een objectief verdeelmodel wordt gevolgd.
17
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
Bijlage bij 10 Stand van zaken implementatie DKD
Het implementatieproject voor het Digitaal Klantdossier (DKD) is in februari 2007 gestart. Het
DKD is een gezamenlijk project van CWI, UWV en gemeenten. Namens gemeenten
participeert het Coördinatiepunt ICT Gemeenten (CP-ICT) in het project, en is daarbij onder
meer verantwoordelijk voor de ondersteuning van de implementatie van het DKD bij
gemeenten. Het CP-ICT zelf is een programma dat door VNG en Divosa gezamenlijk is
ingesteld.
Iedere gemeente heeft een eigen projectleider DKD (iemand uit de eigen organisatie), die
terzijde wordt gestaan door een regiocoach van het CP-ICT. De ondersteuningssite
www.operatiedkd.nl is de centrale plek waar informatie wordt uitgewisseld en waarop de
gemeente allerhande ondersteuningsmateriaal kan vinden, zoals diagnose-instrumenten,
voorbeeld plannen, communicatiemateriaal, checklists en dergelijke. Daarnaast worden zeer
regelmatig digitale nieuwsbrieven verstuurd over actuele ontwikkelingen en nieuwe
instrumenten.
Aangezien volgens planning de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen per 1
januari 2008 ingaat, en het DKD voor de uitvoering daarvan een essentiële randvoorwaarde is,
is het voor gemeenten belangrijk de laatste maanden van 2007 het DKD binnen de eigen
organisatie te implementeren. U kunt met het DKD gaan werken zodra u daar klaar voor bent;
in drie gemeenten, Heerenveen, Skarsterlân en Den Haag, is het DKD al een paar maanden
operationeel.
De implementatie bestaat uit verschillende fasen. U kunt als gemeente op sommige onderdelen
kiezen op welke wijze u het DKD invoert bij uw gemeente, danwel voor een geleidelijke
invoering opteren. Andere stappen zijn echter altijd noodzakelijk. Hierbij kunt u bijvoorbeeld
denken aan het aanleveren van uw klantgegevens bij het Inlichtingenbureau en het op orde
brengen van uw beveiliging. Een aantal gemeenten heeft deze stappen overigens al afgerond.
Daarnaast is het zaak dat u met uw ketenpartners enkele afspraken maakt, bijvoorbeeld over de
wijze waarop u klanten informeert en over de wijze waarop u eventuele fouten in de gegevens,
of vermoedens daarvan, aan elkaar doorgeeft. Over alle stappen en activiteiten vindt u zeer
uitgebreide documentatie en checklists op www.operatiedkd.nl en op de algemene DKD-site
www.dkd.nl.
Openstellen klantdiensten
Gemeenten dienen het CP-ICT zo snel mogelijk, bij voorkeur vóór 19 november, te
informeren over hun planning. Hiervoor heeft de projectleider DKD binnen uw gemeente een
formulier (formulier openstellen klantdiensten) ontvangen, waarop kan worden aangegeven op
welke wijze en wanneer u, in overleg met uw ketenpartners, het DKD gaat invoeren. Tot 19
december 2007 kunt u zelf kiezen wanneer u, in overleg met uw ketenpartners, het DKD
18
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
openstelt voor uw eigen klanten. Op 3 januari 2008 wordt het DKD, volgens planning,
landelijk opengesteld. Dat betekent dat alle klanten dan hun eigen gegevens met behulp van
DigiD kunnen raadplegen via internet (www.werk.nl, www.uwv.nl en eventueel als u daarvoor
kiest ook uw gemeentelijke site). Ook kunnen klanten dan via (deels vooringevulde)
elektronische formulieren aanvragen voor onder meer de WWB indienen.
Het is zaak dat u daarvoor tijdig zoveel mogelijk voorbereidingen heeft getroffen, zowel in
organisatorische als in technische zin. Voor meer informatie verwijs ik u naar de
ondersteuningssite www.operatiedkd.nl of naar de projectleider DKD binnen uw gemeente.
Financiële bijdragen
Het CP-ICT heeft twee regelingen ingesteld waarmee u een bijdrage in de kosten van de
implementatie kunt krijgen.
· De eerste regeling betreft een bijdrage van maximaal 0,40 per inwoner voor de kosten van
ICT-aanpassingen. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat u tijdig (nog in 2007) uw
klantgegevens dan wel verwijsindex-gegevens aanlevert bij het Inlichtingenbureau en dat u
uiteraard tijdig, met de nodige bewijsstukken, bij het CP-ICT uw aanvraag voor de
vergoeding indient.
· De tweede regeling betreft een eenmalige bijdrage in de kosten van de ingebruikname van
het DKD van maximaal 11.500,- (inclusief BTW). U kunt hierbij bijvoorbeeld denken
aan de inhuur van derden voor de aanpassing van uw werkprocessen of training van
medewerkers. Hiervoor geldt dat het college van B&W een schriftelijke verklaring moet
ondertekenen dat de gemaakte kosten direct gerelateerd zijn aan de invoering van het DKD
en dat deze verklaring vergezeld van een factuur ook tijdig aan het CP-ICT wordt
toegezonden. De verplichting voor deze uitgaven dient u nog in 2007 te zijn aangegaan.
Voor de precieze voorwaarden voor beide bijdragen, en voor de formulieren, kunt u terecht bij
de projectleider DKD binnen uw gemeente of op www.operatiedkd.nl.
Ketenafspraken
Voorafgaand aan de invoering van het DKD in uw gemeente zult u enkele afspraken moeten
maken met uw ketenpartners, bijvoorbeeld over het moment van openstellen van het
gezamenlijke klantbeeld op internet, voorlichting aan klanten, beveiliging, hergebruik van
gegevens, correctie van gegevens en het gebruik van elektronische formulieren. U kunt met de
invoering van het DKD nl. gebruik gaan maken van de "e-WWB", de elektronische WWB-
aanvraag. Dit formulier wordt ook gedeeltelijk "vooringevuld". Op www.operatiedkd.nl vindt
u een demo van deze online klantdiensten en een kennisdocument waarin alles stapsgewijs
wordt toegelicht; daarnaast is een zogenaamde "menukaart" beschikbaar waarin alle te maken
afspraken en keuzes kort en bondig in een overzicht zijn vervat. Met het formulier
"openstellen klantdiensten" informeert u het CP-ICT over deze afspraken en keuzes.
Communicatiemiddelen
Er zijn een aantal kant en klare communicatiemiddelen beschikbaar, zoals folders en
voorbeeldbrieven voor klanten en voorlichtingsmateriaal voor professionals. U kunt voor meer
19
Ons kenmerk INTERCOM/2007/34524
informatie en bestellen hiervan contact opnemen met Gineke de Vree van het CP-ICT, 030-
2332337, vree@divosa.nl.
Los van het DKD-programma bestaat het programma "e-Formulieren" van ICTU (de
landelijke ICT-uitvoeringsorganisatie van de overheid). Dit programma heeft vijf elektronische
formulieren ontwikkeld die vanaf 15 oktober 2007 beschikbaar zijn. Het gaat om de e-
Formulieren:
· "Aanvraag bijzondere bijstand" voor klanten met een WWB, Ioaw of Ioaz uitkering
(verkorte uitvraag).
· "Aanvraag bijzondere bijstand" voor nieuwe klanten.
· "Aanvraag langdurigheidtoeslag" voor klanten met een WWB, Ioaw of Ioaz uitkering
(verkorte uitvraag).
· "Aanvraag langdurigheidtoeslag" voor nieuwe klanten.
· "Melding vakantie of verblijf" buiten de gemeente.
Kijk voor meer informatie over hoe u gebruik kunt maken van deze e-formulieren op de
website van het CP-ICT (www.cp-ict.nl) in de nieuwsbrief van oktober 2007.
Meer informatie over het DKD en de implementatie van het DKD, kunt u vinden bij de
projectleider DKD binnen uw eigen gemeente, op www.operatiedkd.nl of rechtstreeks bij het
CP-ICT (projectleider implementatie DKD is Ingrid Hoogstrate, 030-2332337,
hoogstrate@divosa.nl).
20
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid