Actieplan
`Groei op het spoor'
Uitwerking korte termijn kabinetsambitie
1
Actieplan `Groei op het spoor'
Uitwerking korte termijn kabinetsambitie
2
Inhoudsopgave
,
Inleiding
...............................................................................................6
1 Voor- en natransport .....................................................................12
1.1 P+R-locaties uitbreiden en verbeteren
..........................................14
1.2 Fietsvoorzieningen uitbreiden en verbeteren ..............................15
1.3 Overstap veraangenamen
................................................................16
1.4 Aansluitingen afstemmen
................................................................17
1.5 Nieuwe vormen van voor- en natransport stimuleren ..............18
2 Informatievoorziening ..................................................................20
2.1 I-team: reisinformatie op en rond stations op orde brengen ....22
2.2 Dynamische reisinformatie stimuleren ........................................23
Inhoudsopgave 2.3 Treintraining voor senioren ............................................................24
3 Treinaanbod
......................................................................................26
3.1 Treinaanbod vergroten ....................................................................28
3.2 Treinkwaliteit verhogen ...................................................................29
4 Kaartjes en kennismaking ...........................................................32
4.1 Differentiatie in kaartsoorten en tarieven stimuleren
................34
4.2 Ex-studenten een aantrekkelijk aanbod doen .............................34
4.3 Kennismakingsacties ontwikkelen ................................................35
5 Spreiding van mobiliteit
...............................................................38
5.1 Verantwoorde mobiliteit bij werkgevers stimuleren ..................40
5.2 Verantwoorde mobiliteit bij individuen stimuleren ...................41
5.3 Spreiding in werk-, school- en openingstijden bevorderen ......42
Bijlage 1: Overzicht van alle acties .................................................44
Bijlage 2: Geraadpleegde organisaties ...........................................46
Bijlage 3: Geraadpleegde literatuur ................................................48
4 5
Inleiding
Groeiambitie voor de trein
Het kabinet heeft flinke ambities voor het spoor. In het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende IV is de volgende passage opgeno-
men: "De ambitie voor groei van het OV per spoor wordt bijgesteld naar 5% per jaar, de realisatie van de afgelopen twee jaar". Met andere
woorden: het kabinet wil gedurende de huidige regeringsperiode (2008-2012) de groei van 5% vasthouden door het gebruik van de trein
aantrekkelijker te maken voor steeds meer mensen.
Inleiding Uitwerking in Actieplan
Het kabinet heeft in het `Beleidsprogramma 2007-2011' van 14 juni 2007 aangekondigd dat voor de 5%-groeiambitie een Actieplan zal
worden opgesteld met maatregelen die deze kabinetsperiode uitvoerbaar zijn. De reikwijdte van de groeiambitie betreft al het perso-
nenvervoer per spoor in Nederland (zowel hoofdrailnet als gedecentraliseerde lijnen), waarbij de groeipercentages worden gemeten in
reizigerskilometers per jaar. De regionale vervoerders hebben de afgelopen jaren behoorlijke groeicijfers laten zien.
In het Actieplan dat nu voor u ligt, zijn concrete groeimaatregelen opgenomen die er aan moeten bijdragen de groeiambitie voor de trein
te realiseren. Belangrijk is hierbij het besef dat het om een forse ambitie gaat. In de eerste plaats omdat de gemiddelde groei sinds 1990 (na
de invoering van de OV-studentenkaart) jaarlijks minder dan 1% is geweest. Ook de Nota Mobiliteit gaat uit van een lagere gemiddelde
groei, namelijk ongeveer 1% per jaar tot 2020. NS gaat op haar beurt en op basis van haar marktinschattingen en voorgenomen inspan-
ningen op het gebied van kwantitatieve en kwalitatieve verbeteringen van het spooraanbod uit van een jaarlijkse groei van 2,5 - 3%. Niet
in de laatste plaats is de groei in de afgelopen jaren grotendeels toe te schrijven aan autonome factoren zoals demografie, economie en
ruimtelijke ordening. Factoren waar zowel het ministerie van Verkeer en Waterstaat als de spoorsector beperkt invloed op hebben.
Groei in beleidscontext
Mobiliteit geeft mensen de kans om te participeren in het arbeids- en opleidingsproces, zich maatschappelijk te ontwikkelen en te ontspan-
nen. De trein voorziet in deze mobiliteit. Daarnaast levert de trein een bijdrage aan het bereikbaar maken en houden van de grote steden
en economische kerngebieden en aan het behoud van het milieu. Ook zorgt de trein voor verbinding van de landsdelen, waardoor ieder-
een in heel Nederland van de trein gebruik kan maken.
De eigen keuze van de reiziger staat centraal. Het gaat erom dat de reiziger een voor hem meest geschikte keuze kan maken tussen (com-
binaties van) vervoersmodaliteiten zoals auto, trein, bus of fiets. Het uitgangspunt van de Rijksoverheid is om de kaders waarbinnen de
reiziger deze keuze maakt te optimaliseren en drempels weg te nemen.
De groeiambitie is één van de twee peilers van dit kabinet als het gaat om de totale ambitie voor het spoor. Daar waar de groeiambitie
betrekking heeft op de korte termijn, is de tweede peiler gericht op de lange termijn. In de in 2007 opgestelde Landelijke Markt- en Capa-
6 7
citeitsanalyse Spoor (LMCA Spoor) zijn de kansen en mogelijkhe- betrokken partijen ideeën verzamelen voor groei op het spoor'; zo De clusters beslaan alle onderdelen die de reiziger doorloopt in zijn plaatsgevonden, zullen maatregelen in overleg en samenwerking
den onderzocht van een kwaliteitssprong op het spoor op de lange luidde het motto van de zogeheten `Groeimaand' n deze maand
. I treinreis: met betrokken partijen verder worden geconcretiseerd. Dat bete-
termijn, met name door hogere frequenties op de drukste trajecten. is het ministerie van Verkeer en Waterstaat actief op zoek gegaan kent dat ramingen en inschattingen van kosten en effecten nog niet
De resultaten hiervan zullen tegelijk met dit Actieplan beschikbaar naar creatieve, nieuwe, maar ook onorthodoxe ideeën, die op korte 1. Voor- en natransport overal volledig zijn uitgehard.
komen. De aanpak van de groeiambitie is er op gericht geweest om termijn uitvoerbaar zijn. 2. Informatievoorziening
beide peilers met elkaar te verbinden en elkaar te versterken. 3. Kaartjes en kennismaking Om invulling te kunnen geven aan de groeiambitie is een budget
In korte tijd heeft een groot aantal brainstormsessies en workshops 4. Treinaanbod van 200 miljoen beschikbaar. De exacte verdeling van het budget
Bundelen van krachten plaatsgevonden. Niet alleen met partijen uit de spoorsector (NS, 5. Spreiding van mobiliteit over de maatregelen kan nog worden gewijzigd. Dit bedrag, met de
ProRail, decentrale vervoerders, maar ook met consumentenorga- daarbij behorende acties en planningen, zal samen met betrokken
Om de groeiambitie te kunnen realiseren, moeten alle handen nisaties, vakbonden, adviseurs, wetenschappers, jongeren, mar- Bij de uitvoering van het Actieplan zullen allereerst de maatrege- partijen verder moeten worden ingevuld. Daarbij gaat het kabinet
ineengeslagen worden. NS, de regionale vervoerders en ProRail, keteers en de OV-ambassadeur. Gesprekspartners die vanuit sterk len worden ingezet die een structureel effect hebben, met andere ervan uit dat de betrokken partijen ook hun verantwoordelijkheid
die verantwoordelijk zijn voor respectievelijk het vervoer op en uiteenlopende achtergronden en verschillende expertises deelna- woorden; maatregelen waarvan de voordelen ook na 2012 nog nemen bij de uitvoering van de maatregelen in dit plan. Er zal
het beheer van het spoor, alsmede de decentrale overheden, zetten men en zich allen enthousiast hebben getoond over het mee mogen merkbaar zijn en een positieve bijdrage geven aan bereikbaar- dan ook zoveel mogelijk met medefinanciering van deze partijen
zich ieder vanuit hun eigen rol al in om de trein als vervoersmiddel en kunnen denken over kansen en mogelijkheden voor groei op heid, participatie en behoud van het milieu. Een voorbeeld van worden gewerkt.
zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Zo gaat NS in het ` ctieplan
A het spoor. een structurele maatregel is de realisatie van extra fietsenstallingen.
Spoor! De Toekomst van het spoor' in op de inspanningen die Daarnaast zal gekeken worden naar tijdelijke kortingsacties voor Eind 2009 wordt een tussenbalans van de uitvoering van het
zij verricht of voornemens is te verrichten om de ambitie van het De Groeimaand laat zien dat `groei op het spoor' leeft. De sug- specifieke doelgroepen. Actieplan uitgevoerd. Dan zal worden bekeken of de uitvoering
kabinet te verwezenlijken. De Rijksoverheid ondersteunt deze gesties van alle betrokken partijen hebben uiteindelijk geresulteerd van de maatregelen goed verloopt (bijvoorbeeld ten aanzien van de
initiatieven en wil de spoorsector met het Actieplan aanmoedigen in een lijst met meer dan 200 ideeën. Samen met NS, ProRail en Groei is verder kijken dan de trein planning en/of samenwerking met betrokken partijen) en op welke
tot nog meer klantgerichtheid en efficiëntie. andere departementen zijn ideeën verder uitgewerkt en zijn die wijze de groei zich ontwikkelt. Op grond van de uitkomsten van
ideeën en maatregelen geselecteerd die op korte termijn uitvoer- De groeiambitie is specifiek gericht op groei van het treingebruik, deze tussenbalans kan worden bepaald of de uitvoering van maat-
Ook de verschillende departementen, met het ministerie van Ver- baar zijn, een gewenst effect bereiken en breed gedragen worden. maar dat betekent niet dat bus, tram, metro, auto en fiets buiten regelen kan worden voortgezet of dat bijsturing noodzakelijk is.
keer en Waterstaat voorop, kunnen en moeten een bijdrage leveren Ook zijn de uitgewerkte maatregelen nader getoetst en beoordeeld beschouwing blijven. Vaak bestaat een reis uit een combinatie van
om de groeiambitie waar te maken. Het ministerie van Verkeer met verschillende burgerfocusgroepen, die positief over het initia- deze vervoerswijzen. Dat betekent dat het goed organiseren van de
en Waterstaat heeft daarbij een regierol en zal, naast haar taak als tief oordeelden. reis van deur tot deur van groot belang is. Niet voor niets is dit dan
concessieverlener, tevens de rol innemen van aanjager, stimulator ook een uitgangspunt bij het uitwerken van de groeiambitie voor
of facilitator. Het Actieplan sluit bij de bestaande afspraken met de Ideeën over groei gebundeld en geselecteerd de trein. Voorbeelden hiervan zijn betere overstapmogelijkheden
spoorsector aan en geeft een extra stimulans binnen de ruimte die en goed transport van en naar het station.
deze afspraken bieden. Het Actieplan is het resultaat van de Groeimaand en de hierop vol-
gende selectie- en toetsingsfase. Bij de beoordeling, prioritering en Actieplan als opmaat voor groei
Enthousiasme voor groei op het spoor uitwerking van de maatregelen in dit Actieplan heeft een afweging
plaatsgevonden tussen de verwachte groei, de structurele door- Dit Actieplan is geen doel op zich, maar moet gezien worden als
Het `bundelen van de krachten' geldt ook voor de aanpak die is werking en de kosten. Verder zijn de maatregelen onderverdeeld een startschot voor `het echte werk' Het kabinet zal zich blijven
---
gekozen om tot het Actieplan te komen. Interactie en draagvlak in vijf clusters, die als `grote gemene delers' uit de opbrengst van de inspannen om de groeiambitie waar te maken. Het Actieplan is
stonden hierbij centraal. `In een brede, inhoudelijke discussie met Groeimaand naar voren kwamen. daarbij niet in beton gegoten. Na de inventarisatie die nu heeft
8 9
Aan de slag
Het Actieplan is een plan op programmaniveau, waaruit de inspan-
ning van dit kabinet voor de huidige regeringsperiode duidelijk
wordt. Het geeft een overzicht van richtinggevende maatregelen die
direct kunnen worden opgepakt, met de daarbij behorende acties
en planning om de maatregelen te realiseren.
Kenmerkend voor de Groeimaand en de totstandkoming van dit
Actieplan, is het enthousiasme waarmee betrokken partijen zich
hebben gebogen over de vraag hoe groei op het spoor op korte
termijn gerealiseerd kan worden. De uiteindelijke lijst met meer
dan 200 ideeën toont overduidelijk aan dat men nog veel moge-
lijkheden ziet voor verbeteringen in en om de trein, waardoor het
aantal reizigerskilometers toe kan nemen. Maar uiteindelijk is het
de reiziger zelf die bepaalt. NS, regionale vervoerders, ProRail, het
ministerie van Verkeer en Waterstaat en andere partijen zullen er
gezamenlijk alles aan doen om de reiziger de (extra) stap naar de
trein te laten maken.
10 11
Voor- en natransport
Voor- en natransport horen bij reizen met de trein. De treinreis is slechts een onderdeel van de totale reisketen, waarin ook van andere
vervoerswijzen gebruik wordt gemaakt om op de plaats van bestemming te komen. Dat kan ander openbaar vervoer zijn zoals de bus of
de tram, maar vaak worden ook de fiets en de auto gebruikt. De Nota Mobiliteit zet reeds sterk in op het verbeteren van de ketenmobiliteit.
---
Ook tijdens de Groeimaand is het wegnemen van belemmeringen in het voor- en natransport vaak genoemd om de groei op het spoor
te stimuleren. Meermaals is naar voren gebracht dat slechte aansluitingen, het oncomfortabele overstappen of het ontbreken van (fiets)
parkeergelegenheid veel mensen ervan weerhoudt om van de trein gebruik te maken. Ook is aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat
gevraagd of ze een rol kan spelen in het versnellen van vaak langdurige procedures voor huidige initiatieven om het voor- en natransport
te verbeteren.
Het invullen van de groeiambitie start niet bij het treinproduct, maar bij de kansen die de verbetering van het voor- en natransport biedt
voor groei op het spoor. Het reizen per trein wordt als het ware beter bereikbaar door verbeteringen in de keten, waardoor ook meer ge-
bruik gemaakt zal worden van de trein. Het Actieplan bevat maatregelen die de bestaande programma's uit bijvoorbeeld de Nota Mobiliteit,
Randstad Urgent en regionale projecten versterken. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat neemt haar ketenverantwoordelijkheid door
(mee) te investeren in P+R-plaatsen, fietsenstallingen en overstapvoorzieningen. Daarnaast gebruikt het ministerie haar regierol om de
- en natransport aansluitingen verder te optimaliseren.
Maatregelen in dit hoofdstuk zullen voor een groot deel zijn gericht op de focuscorridors die in de LMCA Spoor zijn benoemd, omdat
daar de grootste marktpotentie aanwezig is. Voor kosteneffectieve initiatieven buiten deze focuscorridors is echter ook plaats.
oor Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil met dit Actieplan een impuls geven aan het verbeteren van het voor- en natransport en stelt
V daarvoor geld beschikbaar. Betrokken partijen wordt gevraagd bij te dragen aan de financiering van de maatregelen, zodat die maatregelen
worden uitgevoerd waarvan betrokkenen hoge verwachtingen hebben.
Totale kosten: circa 76 miljoen over de kabinetsperiode
12 13
1.1 P+R-locaties uitbreiden en verbeteren effect pas na 2012 optreden. De rijksbijdrage voor deze maatregelen Bekendheid van P+R-locaties verbeteren fietsgebruik in het voor- en natransport heeft bovendien positieve
is eenmalig en betreft maximaal 30 miljoen. P+R-locaties zijn het meest succesvol als (potentiële) gebruikers gezondheidseffecten.
Situatieschets bekend zijn met het bestaan, de mogelijkheden en de voordelen
Acties ervan. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat daarom met Ambitie
Het aantal mensen dat de auto gebruikt voor met name het voor- decentrale overheden en vervoerders onderzoeken hoe meer be-
transport van het spoorvervoer neemt toe. Steeds meer reizigers P+R-voorzieningen aanleggen en verbeteren kendheid kan worden gegeven aan P+R-locaties. Daartoe worden Op dit moment houden verschillende partijen, zoals NS, ProRail en
ontdekken het gemak van een gecombineerde auto-trein-reis, bij- Het ministerie van Verkeer en Waterstaat verkent samen met NS, bijvoorbeeld de mogelijkheden verkend van het aanbrengen van decentrale overheden, zich bezig met het ontwikkelen en aanleg-
voorbeeld als de bestemming in het binnenstedelijke gebied ligt. ProRail en decentrale overheden de korte-termijn mogelijkheden (dynamische) verwijzingen naar P+R-locaties vanaf snelwegen, gen van fietsvoorzieningen. Het Rijk pakt hier zijn ketenverant-
Het Actieplan speelt in op de kans die de combinatie van auto en van aanleg, uitbreiding of verbetering van P+R-voorzieningen. van de ontwikkeling van een website met een landelijk overzicht woordelijkheid op en voert in samenwerking met deze partijen de
trein in de totale reisketen biedt en richt zich op uitbreiding en Het Actieplan voorziet in een uitbreiding van in totaal 7.500 tot van P+R-locaties en van lokale of regionale promotiecampagnes. volgende acties uit:
verbetering van parkeervoorzieningen rondom de stations, met 10.000 parkeerplekken tot en met 2012, bovenop de reeds ge- Het ministerie zal op basis van deze verkenning betrokken partij-
name aan de randen van stedelijke gebieden en in de nabijheid plande uitbreidingen in deze periode (circa 10.000 plaatsen). Om en stimuleren om de bekendheid van P+R-locaties te verbeteren. - Opstellen aanvalsplan `Weg met de Weesfiets'
---
van filecorridors. Veelal treedt enige verschuiving op tussen dit mogelijk te maken verschaft het ministerie een investeringsim- - Geven van een investeringsimpuls voor de aanleg van 20.000 extra
auto- en treinkilometers, voornamelijk bij P+R-voorzieningen in puls van maximaal 30 miljoen, waarvoor zij een financierings- Planning fietsparkeerplaatsen bij stations.
de buurt van snelwegen. Dat leidt tot minder filedruk en minder regeling opzet. Bij de selectie van locaties wordt waar mogelijk - Verbeteren van de bekendheid van fietsenstallingen bij stations.
auto's in de binnensteden. Ten slotte zorgen meer en betere P+R- aansluiting gezocht bij reeds bestaande programma's, bijvoorbeeld 2008: Selectie van meest kansrijke uitbreidings- en aanleglocaties
voorzieningen voor positieve reistijdeffecten in de totale reisketen. Randstad Urgent, de `Regiopoorten' van NS en regionale initiatie- 2009: Start aanbesteding Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en doet
ven. Uiteindelijk worden de meest kansrijke projecten uitgevoerd, 2009 2011: Aanleg zich gedurende de gehele periode 2008 2012 voor. Het effect van
Ambitie waarbij zo veel mogelijk wordt begonnen bij stations waar een 2010 2012: Oplevering, ingebruikname en promotie van P+R- het verwijderen van weesfietsen zal het snelst optreden. Het zwaar-
tekort aan parkeerplaatsen is. Ook wordt gekeken naar locaties voorzieningen tepunt van het effect ligt echter in de laatste jaren, aangezien dan
Verschillende partijen, zoals NS en decentrale overheden, realiseren rondom stations aan de periferie van de Randstad. Dat sluit ook de nieuwe fietsvoorzieningen gereed zullen komen. Daarbij moet
momenteel P+R-voorzieningen. Het Rijk pakt hier zijn ketenver- aan bij de `RegioPoort'-gedachte van NS: overstappunten creëren rekening worden gehouden met het feit dat bepaalde doelgroepen
antwoordelijkheid op en voert in samenwerking met deze partijen vóór filelocaties, waar men de auto kan parkeren om met de trein 1.2 Fietsvoorzieningen uitbreiden en slechts in zeer beperkte mate te bewegen zijn om van de fiets ge-
de volgende acties uit: verder te reizen naar de (binnen)steden in de Randstad. verbeteren bruik te maken. De rijksbijdrage voor deze maatregelen is eenmalig
en betreft maximaal 20 miljoen.
- Geven van een investeringsimpuls voor de aanleg van 7.500 tot Procedures versnellen Situatieschets
10.000 P+R-plaatsen. Bij de aanleg van P+R-voorzieningen moet in veel gevallen reke- Acties
- Versnellen van de procedures die met de aanleg van P+R-voorzie- ning worden gehouden met ruimtelijk-bestuurlijke procedures, bij- Het aandeel van de fiets in het voor- en natransport is tussen
ningen samenhangen. voorbeeld met betrekking tot de aankoop van grond of de aanpas- 2000 en 2005 aanzienlijk gestegen. In het voortransport gaat het Aanvalsplan `Weg met de Weesfiets'
- Verbeteren van de bekendheid van P+R-locaties. sing van bestemmingsplannen. Het ministerie gaat zich richten op om een stijging van 23% naar 38%, in het natransport van 9% In de onbewaakte fietsenstallingen bij (middel)grote stations wordt
het versnellen van dergelijke procedures, door hierover informatie naar 12%. Bij veel van de (middel)grote centrumstations bestaat een aanzienlijk deel van de stallingcapaciteit ingenomen door
Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en zal zich te geven en samen met decentrale overheden de knelpunten in de een tekort aan onbewaakte fietsenstallingen. Het Actieplan speelt fietsen die niet meer door hun eigenaar opgehaald worden. Het
gedurende de gehele periode 2008 2012 voordoen. Daarbij ligt procedures in beeld te brengen. Dat is nodig voor de voortgang in in op de kansen die de combinatie van fiets en trein in de totale aandeel van deze zogenoemde weesfietsen bedraagt soms meer dan
de nadruk op de laatste jaren, aangezien dan de voorziene P+R- het ontwikkel- en aanlegproces en om zeker te stellen dat de voor- reisketen biedt en richt zich op uitbreiding en verbetering van 20% van de totale stallingscapaciteit. Het ministerie van Verkeer en
voorzieningen gereed zullen komen. Mogelijk zal een deel van het ziene uitbreidingen daadwerkelijk uiterlijk 2012 zijn uitgevoerd. fietsvoorzieningen, met name bij de (middel)grote stations. Meer Waterstaat stelt samen met NS, ProRail, de decentrale overheden
14 15
en de consumentenorganisaties een aanvalsplan op om op korte pagnes verkend, bijvoorbeeld rondom het aanvalsplan `Weg met de worden de komende jaren verbouwd tot aantrekkelijke locaties een investeringsimpuls van maximaal 15 miljoen ter beschik-
termijn te starten met het verwijderen van deze weesfietsen. Het Weesfiets' en bij ingebruikname van nieuwe fietsenstallingen. waar reizigers en bezoekers prettig kunnen winkelen, werken en king, waarvoor zij een financieringsregeling opzet. Bij de selectie
korte-termijn resultaat is een verhoging van de beschikbare stal- anderen ontmoeten. Hierbij wordt onder meer het winkelaanbod van deze stations wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij
lingcapaciteit en een betere uitstraling van de stationsomgeving. Planning vernieuwd en uitgebreid. reeds bestaande programma's, bijvoorbeeld het aanvalsplan Sociale
Het aanvalsplan betreft met name de onbewaakte fietsenstallingen Veiligheid Openbaar Vervoer. Daarbij ligt de nadruk op stations
in de stationsomgeving. In de bewaakte fietsenstallingen wordt 2008: Selectie van meest kansrijke uitbreidings- en aanleglocaties Ambitie met een belangrijke knooppuntfunctie voor het regionale openbaar
afdoende gecontroleerd. In enkele steden worden reeds in meer 2008 2009: Opstellen en uitvoeren aanvalsplan `Weg met de vervoer. Deze actie wil het ministerie van Verkeer en Waterstaat
of mindere mate weesfietsen verwijderd. Bij het opstellen van het Weesfiets' NS en ProRail spelen een belangrijke rol bij de stations en de samen met NS, ProRail, regionale vervoerders en decentrale over-
aanvalsplan zullen de ervaringen van deze steden gebruikt worden. 2009 2011: Start aanbesteding en aanleg fietsvoorzieningen transfervoorzieningen. De afgelopen jaren hebben zij diverse heden oppakken.
Het aanvalsplan is met name gericht op locaties waar het verwijde- 2010 2012: Oplevering en ingebruikname fietsvoorzieningen initiatieven genomen om stations en transfervoorzieningen te
ren van weesfietsen nog niet voldoende plaatsvindt. verbeteren. In het kader van het Actieplan vult het Rijk zijn keten- Wachttijden verkorten
verantwoordelijkheid verder in en onderneemt de volgende acties: Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil inzetten op het ver-
Fietsenstallingen uitbreiden 1.3 Overstap veraangenamen korten van de wachttijden. Dat kan in de eerste plaats door de fre-
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat verkent met NS, ProRail - Geven van een investeringsimpuls voor de verdere verbetering quenties van het spoorvervoer te verhogen. Dit wordt in hoofdstuk
en de betreffende decentrale overheden de mogelijkheden van de Situatieschets van wachtruimtes op stations. 3.1 verder uitgewerkt. In de tweede plaats gaat het om het afstem-
aanleg en uitbreiding van bewaakte en onbewaakte fietsenstallingen. - Stimuleren van vervoerders om de wachttijden te verkorten. men van de aansluitingen tussen de treinen en andere modaliteiten
Het Actieplan streeft naar een uitbreiding van ongeveer 20.000 fiet- Bij reizen met de trein horen overstapmomenten. Die zijn in elk ge- zoals bus. Hieraan wordt in hoofdstuk 1.4 nadere invulling gegeven.
senstallingen tot en met 2012, bovenop de reeds geplande uitbrei- val onvermijdelijk tussen het voortransport, de treinreis en het na- Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en zal
dingen in deze periode (circa 10.000 plaatsen). Om dit mogelijk te transport. Soms moet ook tijdens een treinreis worden overgestapt zich gedurende de gehele periode 2008 2012 voordoen. Daarbij Planning
maken verschaft het ministerie een investeringsimpuls tot maximaal van de ene op de andere trein. Aan het gegeven van de overstap kan ligt de nadruk op de laatste jaren, aangezien dan de voorziene
20 miljoen, waarvoor zij een financieringsregeling opzet. Bij de het Actieplan niets veranderen. Wel kan de overstap aangenamer overstapvoorzieningen gereed zullen komen. De rijksbijdrage voor 2008 2009: Er vindt nadere selectie plaats van de meest kansrijke
selectie van uitbreidingslocaties wordt waar mogelijk aansluiting ge- worden gemaakt. Uit onderzoek blijkt dat de wachttijden een lage deze maatregelen is eenmalig en betreft maximaal 15 miljoen. locaties en stations
zocht bij reeds bestaande programma's, bijvoorbeeld het programma waardering krijgen binnen het totale klantoordeel. Daarom bevat 2009 2012: Jaarlijks worden tenminste vijf stations voorzien van
`Ruimte voor de fiets' of regionale initiatieven. Uiteindelijk worden de het Actieplan maatregelen gericht op het veraangenamen en het Acties prettige wachtruimtes
meest kansrijke projecten uitgevoerd, waarbij wordt uitgegaan van verkorten van de wachttijden. Dit zorgt ervoor dat reizigers de
de locaties waar de behoefte aan extra fietsenstallingen het grootst is. overstap minder bezwaarlijk vinden en vergroot de aantrekkings- Wachtruimtes veraangenamen
kracht van het spoor. Bovendien vergroten bepaalde maatregelen Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil dat op de korte 1.4 Aansluitingen afstemmen
Bekendheid geven aan fietsenstallingen het gevoel van veiligheid van de reizigers op de stations. Het Rijk termijn en op de middelgrote en kleinere stations een impuls wordt
Fietsenstallingen zijn het meest succesvol als (potentiële) gebruikers en de spoorsector zijn reeds druk bezig met de verbetering van de gegeven aan het veraangenamen van de wachtruimtes. Voorbeel- Situatieschets
bekend zijn met het bestaan en de mogelijkheden ervan. Het minis- stations en de overstapvoorzieningen. Zo worden zes grote stations den hiervan zijn pilots van NS en ProRail met de trendy `huiskamer'
terie van Verkeer en Waterstaat gaat daarom met decentrale over- (Arnhem, Utrecht, Breda, Rotterdam Den Haag en Amsterdam- op station Amsterdam Sloterdijk en de `oase' op station Duiven- Een keten is zo sterk als de zwakste schakel. Een deel van de trein-
heden, vervoerders en maatschappelijke organisaties onderzoeken Zuid) aangepakt in het kader van de Nieuwe Sleutelprojecten. drecht. Het ministerie ondersteunt de spoorsector om deze pilots reizigers gebruikt ander openbaar vervoer bij het voor- en natrans-
hoe meer bekendheid kan worden gegeven aan fietsvoorzieningen Verder heeft NS het `Wereldstation'-concept ontwikkeld. Op dit in de komende jaren verder uit te rollen. Het streven is om jaarlijks port. Tijdens een gemiddelde OV-reis zijn veel schakels aanwezig.
bij stations (inclusief de mogelijkheden van de OV-fiets). Daartoe moment wordt hiermee op station Leiden een pilot uitgevoerd, tenminste vijf (middelgrote) stations van prettige wachtruimtes te In de planningsprocessen tussen vervoerders en/of overheden is
wordt de ontwikkeling van plaatselijke of regionale promotiecam- waarna andere (grotere) stations zullen volgen. Deze stations voorzien. Hiervoor stelt het ministerie van Verkeer en Waterstaat het soms lastig te overzien wat de zwakke schakels zijn en bij wie de
16 17
verantwoordelijkheid ligt voor verbetering. De vervoerders doen al weet snel te schakelen tussen verschillende partijen en belangen en Ambitie Shuttleservices tussen stations en
veel om de dienstregelingen af te stemmen, want kortere reistijden beschikt over een netwerk om snel tot acties over te gaan. Die werkt bedrijfslocaties stimuleren
en minder wachttijd leveren meer en tevredener reizigers op. als schakel tussen de verschillende overheden en vervoersbedrijven Het Rijk pakt zijn regieverantwoordelijkheid op door de ontwik- Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stimuleert het bedrijfs-
en krijgt bevoegdheden om optimalisaties uit te voeren. Bij deze keling van nieuwe vormen van voor- en natransport te stimuleren leven en de vervoerders om de mogelijkheden te verkennen voor
Ambitie optimalisatie wordt in principe uitgegaan van de grootste stromen, en te ondersteunen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat shuttlediensten tussen stations en bedrijfs- en kantoorlocaties die
aangezien daar de grootste marktpotentie aanwezig is. De pilot onderneemt daarvoor de volgende acties: nu nog niet goed bereikbaar zijn met een vorm van openbaar ver-
Goede aansluitingen zijn van belang om de reis- en wachttijden te heeft een looptijd van twee jaar, waarna een evaluatie plaatsvindt. voer. Hiertoe moeten pilots worden opgezet. Het ministerie wil de
beperken. Het Actieplan richt zich daarom op verdere optimalisa- Op grond daarvan kan worden besloten om de pilot uit te breiden - Geven van een stimuleringssubsidie voor nieuwe vormen van markt ondersteunen met een eenmalige impuls, waarvoor zij een fi-
tie van de aansluitingen tussen de verschillende OV-modaliteiten. en/of de ketenverantwoordelijke een meer structurele grondslag te voor- en natransport. nancieringsregeling opzet. Bij de keuze van de pilots ligt de nadruk
Hoewel de dienstregeling een primaire verantwoordelijkheid is van geven. Indien mogelijk wordt ook de OV-ambassadeur uitgenodigd - Stimuleren van de beschikbaarheid van shuttleservices tussen op stations in het invloedsgebied van grote bedrijfslocaties. Bij de
de vervoerders, pakt het Rijk hier zijn ketenverantwoordelijkheid om de pilot te volgen en de resultaten te beoordelen. station en bedrijfslocaties. selectie van pilots wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij
op en onderneemt als actie: reeds bestaande projecten en wordt gebruik gemaakt van bestaande
Planning Het effect op de groei van het treingebruik is afhankelijk van het voorbeelden zoals in het Westpoortgebied in Amsterdam. Deze
- Uitvoeren van een pilot met één ketenverantwoordelijke (de `scha- succes van de initiatieven en zal zich gedurende de gehele periode actie hangt samen met de acties uit hoofdstuk 5.
kelaar') op een gehele corridor. 2008: Keuze pilotcorridor, waarna met de betreffende overheden en 2008 2012 voordoen. De rijksbijdrage voor deze acties is eenma-
vervoerders afspraken worden gemaakt over de bevoegdheden van lig en betreft maximaal 10 miljoen. Planning
Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en zal zich de `schakelaar'
gedurende de gehele periode 2008 2012 voordoen. Het totale 2009 2010: De pilot wordt uitgevoerd Acties 2008: Uitwerking subsidieregelingen
effect op de groei zal beperkt zijn, omdat wordt gewerkt met een Na 2010: Evaluatie en eventuele uitbreiding van de pilot 2009: Start subsidieregelingen
pilot. Bij succes kan de pilot worden uitgebreid. De rijksbijdrage Stimuleren van initiatieven voor nieuwe vormen van voor- en 2009: Start pilots met shuttlediensten
is eenmalig en voorlopig beperkt tot een bijdrage aan de pilot van natransport 2010 2012: Marktintroductie van mogelijke innovaties in voor- en
maximaal 1 miljoen. 1.5 Nieuwe vormen van voor- en Het ministerie van Verkeer en Waterstaat nodigt het bedrijfsleven, natransport (bij succes)
natransport stimuleren maatschappelijke organisaties en de wetenschap uit om innovatieve 2010 2012: Uitrol van shuttlediensten (bij succes)
Actie concepten voor het voor- en natransport te ontwikkelen. Daarbij
Situatieschets wordt, waar nodig, samengewerkt met de spoorsector en decentrale
Pilotcorridor met één ketenverantwoordelijke starten overheden. Er wordt onder meer gedacht aan innovaties die tijdens
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat kiest in samenspraak met Nieuwe maatwerkoplossingen in het voor- en natransport van de de Groeimaand zijn genoemd zoals de OV-auto, OV-scooter of
NS, regionale vervoerders en decentrale overheden een pilotcor- trein bieden kansen voor bepaalde reizigersgroepen. Een goed een OV-fiets uit de muur. Het ministerie wil de markt prikkelen
ridor. Voor deze corridor wordt door de partijen een ketenverant- voorbeeld is de introductie van de OV-fiets of de zogenoemde met een innovatie-impuls. Hiertoe zal het ministerie van Verkeer
woordelijke benoemd, die door het ministerie wordt gefinancierd. `TukTuk'
, die recentelijk in enkele grote steden is geïntroduceerd. en Waterstaat waar mogelijk aansluiting zoeken bij bestaande
Deze `Schakelaar' heeft bevoegdheden die vooraf helder zijn Daar is in het algemeen enthousiast op gereageerd, mede omdat regelingen of eventueel in samenwerking met het agentschap
omschreven en door alle betrokken partijen worden erkend. Die deze vervoersmiddelen een goede aanvulling vormen op het be- SenterNovem van het ministerie van Economische Zaken een
kan afkomstig zijn uit een van de deelnemende partijen, maar staande aanbod. Tijdens de Groeimaand is meermaals opgemerkt eenmalige subsidieregeling opstellen.
het is ook mogelijk een onafhankelijke derde te benoemen. De dat nieuwe innovatieve vormen van voor- en natransport zouden
`Schakelaar' heeft kennis van de planprocessen in de vervoerssector, moeten worden ontwikkeld.
18 19
Informatievoorziening
Goede informatie is noodzakelijk om een optimale reis te kunnen plannen en maken. Vooraf is informatie van belang om de juiste trein te
kiezen en het bijpassende voor- en natransport daarop af te stemmen. Gedurende de reis is actuele reisinformatie nodig om op de hoogte
te blijven van eventuele verstoringen of wijzigingen. Daarmee kan veel ergernis bij de ervaren reiziger en veel onzekerheid bij de onervaren
---
reiziger worden weggenomen. Goede reisinformatie is daarmee een randvoorwaarde om reizigers naar de trein te krijgen en ook voor de
trein te behouden. Dat is tijdens de Groeimaand veelvuldig benadrukt.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stuurt via de vervoerconcessie en de jaarlijkse vervoerplannen al stevig op structurele verbete-
ring van de informatievoorziening en zal dat in de komende jaren ook blijven doen. In de Nota Mobiliteit wordt ook bijzondere aandacht
besteed aan reisinformatie en verdere integratie tussen informatie van de verschillende ketenonderdelen. De spoorvervoerders investeren
de komende jaren veel in betere informatie. Zo plaatst NS onder meer informatieschermen in de treinen vanaf 2008.
Het Actieplan wil hieraan een extra impuls geven. In de eerste plaats gebruikt het ministerie van Verkeer en Waterstaat haar regierol door
de informatievoorziening op en rond de stations te verbeteren, vooral op de scheidslijn tussen het spoor en de andere modaliteiten, zoals
de tram, bus, metro, auto en fiets. In de tweede plaats wil het ministerie de markt prikkelen om instrumenten voor persoonlijke dynami-
sche reisinformatie te ontwikkelen zoals een `OV-TomTom' Tenslotte wil het ministerie zorgen voor gerichte informatievoorziening en
---
training van specifieke doelgroepen. Daarom ondersteunt het ministerie van Verkeer en Waterstaat initiatieven gericht op treincursussen
voor senioren, zodat zij onbezorgd van de trein gebruik kunnen maken.
Totale kosten: circa 27 miljoen over de kabinetsperiode
Informatievoorziening
20 21
2.1 I-team: reisinformatie op en rond stations levert het in elk geval een positief effect voor de reizigerstevreden- puntfunctie voor het regionaal openbaar vervoer en/of stations op Ambitie
op orde brengen heid. De rijksbijdrage voor deze maatregelen is eenmalig en betreft en rond de focuscorridors uit de Landelijke Markt- en Capaciteits-
maximaal 20 miljoen. analyse Spoor (LMCA Spoor), Technieken voor dynamische reisinformatie zijn reeds voorhan-
Situatieschets den, maar de initiatieven zijn nog relatief kleinschalig en enigszins
Actie Planning verspreid. Het Rijk neemt zijn regieverantwoordelijkheid door de
Goede reisinformatie is een absolute randvoorwaarde voor een ontwikkeling van dynamische reisinformatiesystemen te onder-
prettige reis. Met reisinformatie die op de juiste momenten en op I-team: reisinformatie op orde brengen 2008: Samenstelling I-team en vaststelling gezamenlijke aanpak steunen. In de visie van het Rijk zou een `OV-TomTom' een krach-
de juiste plaatsen aanwezig is, wordt onzekerheid bij de reiziger Het ministerie van Verkeer en Waterstaat richt zich op het op orde 2008: Prioritering van stations tig middel zijn om het reizen per openbaar vervoer aantrekkelijker
weggenomen en neemt de tevredenheid toe. Het gaat daarbij niet brengen van de fysieke (`statische') informatievoorziening op en 2008 2009: Uitvoering stationsbezoeken en aanbrengen van te maken. Het Rijk onderneemt daarvoor de volgende actie:
alleen om de informatie over de treindienstregeling. Alle infor- rond circa vijftig grote stations. Daartoe stelt het ministerie een verbeteringen
matie die de reiziger in zijn verplaatsing helpt, moet in orde zijn. `I-team' (informatie-team) samen, waarvoor informatie-experts - Stimuleren van de ontwikkeling van dynamische reisinformatie.
Dat zijn bijvoorbeeld ook de borden in de stationsomgeving, de van NS, decentrale vervoerders, ProRail, decentrale overheden en
omroepinstallatie op het station en de informatiepanelen over het consumentenorganisaties worden uitgenodigd. Voor de aanpak van 2.2 Dynamische reisinformatie stimuleren Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is af-
aansluitende busvervoer. Er zijn veel verschillende aanbieders van deze vijftig stations stelt het ministerie een financieringsbijdrage ter hankelijk van het succes van de initiatieven die ontwikkeld worden
reisinformatie. NS en ProRail hebben hier een eigen taak, net als beschikking van maximaal 20 miljoen, waarvoor zij een financie- Situatieschets en zal zich gedurende de gehele periode 2008 2012 voordoen.
regionale vervoerders en overheden. Dit kan de overzichtelijkheid ringsregeling opzet. Hoewel de omvang van de effecten van verbeterde informatie-
van de informatievoorziening in de weg staan, met name op de Met dynamische informatie wordt de reiziger op de hoogte voorziening vooralsnog moeilijk kwantificeerbaar is, levert het in
grensvlakken van verschillende vervoerswijzen. Daar is het soms Het I-team bezoek elke week een station en gaat daar op zoek naar ver- gehouden van de actuele stand van zaken van de reis. Dat is elk geval een positief effect voor de reizigerstevredenheid. Het Rijk
lastig om de informatievoorziening in orde te krijgen en te houden. beterpunten op het gebied van reisinformatie. Het team zorgt ervoor handig als een reis naar onbekende plaatsen wordt gemaakt of heeft hiervoor een bijdrage van maximaal 5 miljoen gereserveerd.
dat eventuele mankementen per direct worden opgepakt en opgelost. als er storingen en vertragingen zijn. Ook is daarmee integra-
Ambitie Daarbij wordt onder andere gelet op de zichtbaarheid van borden en tie van actuele informatie voor de trein, bus én auto mogelijk. Acties
elektronische panelen, omroepinstallaties, ontbrekende (informatie) Daardoor zal het gebruiksgemak van de trein sterk verbeteren.
Informatievoorziening is een van de zorggebieden uit de ver- schakels en de samenhang in informatie tussen de trein en de rest van Op dit moment is dynamische informatie in het openbaar Dynamische reisinformatie stimuleren
voerconcessie en het Rijk stuurt daarmee al stevig op structurele de keten. Bij de uitvoering van de verbeterpunten zal het ministerie vervoer in beperkte mate beschikbaar. Zo bestaat bij sommige Het ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat vervoerders, Pro-
verbetering. Omdat het Rijk bovenop de concessiesturing een extra van Verkeer en Waterstaat erop toezien dat procedures een snelle uit- vervoerders de mogelijkheid om actuele reisinformatie per sms Rail, kennisinstellingen, ICT-bedrijven en andere marktpartijen
impuls wil geven aan de kwaliteit van de reisinformatie in de keten, voering niet onnodig in de weg zitten. Het resultaat is dat de statische te ontvangen. In de auto is maatwerk in actuele reisinformatie stimuleren om aan de slag te gaan met de ontwikkeling van dyna-
pakt het zijn regierol op met de volgende actie: reisinformatie op en bij de stations weer helemaal up-to-date is. niet meer weg te denken. Navigatiesystemen als de TomTom, mische reisinformatie. Daarbij zal het ministerie zo veel mogelijk
leveren een groot gemak en comfort aan de automobilist, vooral gebruik maken van de bestaande platforms en beleidsinitiatieven
- Optuigen I-team: reisinformatie op en rond stations op orde brengen. Bij de samenstelling van het I-team zal het ministerie van Ver- omdat bij onverwachte belemmeringen telkens de zekerheid op het vlak van kwaliteitsimpulsen voor de reisinformatie. Daar
keer en Waterstaat gebruik maken van de bestaande platforms en van een snelle oplossing is. Dergelijke dynamische reisinforma- vindt reeds een goede dialoog plaats over verschillende mogelijk-
Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is beleidsinitiatieven op het vlak van kwaliteitsimpulsen voor de reis- tie is in het openbaar vervoer niet beschikbaar, maar daaraan heden om reisinformatie te verbeteren. Het ministerie van Verkeer
structureel en zal zich gedurende de gehele periode 2008 2012 informatie. Daar worden ook de afspraken gemaakt over deelname, wordt door verschillende partijen wel hard gewerkt. Tijdens het en Waterstaat wil deze bestaande initiatieven versterken en
voordoen, waarbij de nadruk op de eerste helft van de kabinets- planning en verdeling van de werkzaamheden. Tevens worden OV-congres van 12 september 2007 is duidelijk geworden dat daarnaast de partijen uitnodigen om nieuwe innovaties te ontwik-
periode ligt. Hoewel de omvang van de effecten van verbeterde daar de prioritaire stations uitgekozen. Het gaat daarbij om circa 50 er verschillende initiatieven worden ontwikkeld, onder andere kelen. Het streven van het ministerie is dat voor het eind van 2010
informatievoorziening vooralsnog moeilijk kwantificeerbaar is, (middel)grote stations met bij voorkeur een belangrijke knoop- door Syntus en TNO. een pilot uitgevoerd is met een innovatief dynamisch informatie-
22 23
systeem, zodat daarna resultaten versneld op de markt kunnen houden van de senioren. Daarom wil het Rijk senioren op de hoogte
komen. Het ministerie wil de markt prikkelen en verleent daartoe brengen van de mogelijkheden en de werking van het openbaar ver-
een eenmalige innovatie-impuls. Hierbij kan bijvoorbeeld aanslui- voer, zodat zij vaker, gemakkelijker en met vertrouwen van de trein
ting worden gezocht bij het subsidieprogramma Mobiliteitsma- gebruik gaan maken. Hiertoe voert het Rijk de volgende actie uit:
nagement dat momenteel door SenterNovem wordt uitgevoerd.
- Stimuleren van treincursussen voor senioren.
Planning
Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is relatief
2008: Uitwerking van stimuleringsregeling beperkt maar structureel en zal zich gedurende de gehele periode
2009: Start uitvoering regeling 2008 2012 voordoen. De rijksbijdrage voor deze acties is eenma-
2009 2010: Pilot met innovatief dynamisch informatiesysteem lig en betreft maximaal 2 miljoen.
Actie
2.3 Treintraining voor senioren
Treincursussen voor senioren
Situatieschets Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil dat senioren op korte
termijn worden ingelicht over hoe het openbaar vervoer te gebrui-
Er zijn op dit moment ongeveer 2.3 miljoen senioren (65+'ers) in ken. Daarvoor gaat het ministerie projecten stimuleren, die zijn
Nederland. Dit is iets meer dan 14% van de bevolking, wat tot het gericht op voorlichting over treingebruik aan senioren en wil daarbij
einde van de kabinetsperiode zal toenemen tot ongeveer 17%. Seni- zo veel mogelijk bestaande projecten intensiveren en versterken.
oren maken op dit moment minder gebruik van de trein dan de ge- Voor de uitvoering van deze projecten zullen ouderenbonden,
middelde Nederlander. Dit komt onder andere omdat een deel van vervoerders, decentrale overheden en marktpartijen worden aange-
de senioren zich niet zeker voelt in het openbaar vervoer, zij weten sproken. Onderzocht wordt of deze actie bijvoorbeeld kan worden
niet goed hoe het openbaar vervoer werkt en voelen zich er niet gekoppeld aan maatschappelijke stages voor middelbare scholieren.
prettig bij. Dit kan ertoe leiden dat senioren, die geen beschikking Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil hiermee bereiken dat
hebben over een auto, helemaal geen verre verplaatsingen meer tot en met 2012 circa 50.000 senioren gericht en persoonlijk uitleg
maken. In maart 2007 is in Twente een succesvol initiatief gestart krijgen over het OV-gebruik. Ter ondersteuning en aanmoediging
om senioren `mobieler' te maken. `OV-ambassadrices' bezoeken van initiatieven uit de vervoerssector en uit de markt stelt het minis-
senioren om uitleg te geven. Gebleken is dat senioren na het bezoek terie hiervoor een bijdrage van maximaal 2 miljoen ter beschik-
van de ambassadrices vaker het openbaar vervoer gebruiken. king. Daarvoor zet het ministerie een financieringsregeling op.
Ambitie Planning
Het Rijk speelt in op vergrijzing als maatschappelijke ontwikkeling en 2008: Inventariseren en ondersteunen cursussen
neemt zijn verantwoordelijkheid bij het maatschappelijk betrokken
24 25
Treinaanbod
Een faciliterend en aantrekkelijk treinaanbod is de basis van het gebruik van de trein. Het bieden van voldoende treinen, waarmee prettig
kan worden gereisd, is uitermate van belang om de huidige reizigers vast te houden en om nieuwe reizigersgroepen aan te spreken. Dat
vraagt maatwerk en innovaties op het vlak van comfort, services en gemak. Daarbij moet natuurlijk rekening worden gehouden met het
---
feit dat de trein een collectief product is, dat de grootste groep mensen moet aanspreken. De vervoerders geven verdere invulling aan de
wensen van individuele reizigers en bieden een kwaliteitsniveau dat bij de huidige tijdgeest past.
Het gaat bij het treinaanbod ook om het bieden van voldoende treinen om alle mensen op de plaats van bestemming te krijgen. En er moet
voldoende infrastructurele capaciteit zijn om alle treinen te kunnen verwerken. Voor wat betreft het materieel is NS de primaire actiehou-
einaanbodrT der en in de komende jaren zal nieuw materieel beschikbaar komen. De Nota Mobiliteit stelt dat, met de uitvoering van het Herstelplan
Spoor, er voldoende infrastructurele capaciteit beschikbaar is om de groei op het spoor in de komende jaren te verwerken. Voordat het
Herstelplan Spoor gereed is gekomen, kunnen door de onverwacht sterk toegenomen groei op bepaalde tijden en plaatsen tijdelijke knel-
punten optreden. In de Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse Spoor is onderzoek gedaan naar het bieden van hogere frequenties op de
drukste corridors en de bijbehorende capaciteitsbehoefte voor de periode vanaf 2012.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is aanjager van een goed treinproduct en stuurt met de vervoerconcessie op de kwaliteit en het
aanbod van treinen, dat passend moet zijn bij de vraag. Spoorvervoerders doen veel om hun treinaanbod optimaal te houden. Met het
Actieplan wil het ministerie verdere initiatieven van vervoerders stimuleren en mogelijk maken binnen de huidige ordening en wetgeving.
Het ministerie gaat de vervoerders prikkelen zo efficiënt en klantgericht mogelijk te werk te gaan, door maatregelen te nemen die gericht
zijn op het treinaanbod en de diversiteit van treinen.
Totale kosten: circa 40 miljoen over de kabinetsperiode.
26 27
3.1 Treinaanbod vergroten den met de beschikbare ruimte op het spoor voor het goederenver- Meer treinaanbod in spitsuren Waterstaat vooralsnog een bedrag van 20 miljoen gereserveerd.
voer en onderhoudswerkzaamheden. Ook zijn er eisen op het vlak Voor de langere termijn (na 2012) is in de LMCA Spoor onder- De besluitvorming over de uitkomsten van de LMCA Spoor voor
Situatieschets van geluid en veiligheid. Er is een rijksbijdrage van maximaal 40 zocht wat de kansen en mogelijkheden zijn van frequentieverho- de periode vanaf 2012 vindt in een separaat traject plaats.
miljoen voor deze maatregelen. gingen op de drukste corridors. Voor de daaraan voorafgaande
Op het hoofdrailnet rijdt NS conform de vervoerconcessie, waarin periode (2010 2012) heeft NS aangegeven mogelijkheden te Planning
de zorgplicht van NS beschreven is. NS is verantwoordelijk voor de Acties zien tot het rijden van extra treinen, bovenop de reeds geplande
exploitatie van treindiensten. Daarbij zorgt NS dat het vervoersaan- dienstregelingsuitbreidingen. Daarvoor is extra materieel nodig. 2008: Start voorbereiding maatregelen
bod passend is bij de vraag. NS rijdt daarom op bepaalde trajecten Meer treinaanbod in daluren NS heeft aangegeven over extra materieelbestellingen te besluiten 2009 2012: Mogelijke pilots met extra dalvervoer
in de rustige uren (met name na 20.00 uur en in de weekeinden) Het ministerie van Verkeer en Waterstaat verkent met spoorver- in het licht van de invulling van de zorgplicht in de vervoerconces- 2011 2012: Mogelijk extra treinaanbod in de spits (bovenop
minder treinen. Het betreft in de NS-dienstregeling 2007 onder voerders de mogelijkheden van extra treinen in de daluren. Het sie en naar aanleiding van de besluitvorming over de uitkomsten huidige NS-plannen)
andere de trajecten Den Haag Utrecht Arnhem, Amsterdam gaat hierbij om treinen op trajecten waar extra aanbod nu nog van de LMCA Spoor. Indien in het najaar van 2007 besteld, kan
Lelystad en Amsterdam Alkmaar. In de spitsuren wordt op korte niet door de huidige vraag wordt gerechtvaardigd, maar waarvoor er vanaf 2010 extra treinmaterieel binnenstromen. NS geeft aan in
termijn extra materieelinzet soms begrensd door infrastructurele de verwachting is dat in de nabije toekomst wel voldoende vraag dat geval nog binnen de looptijd van dit Actieplan een eerste stap 3.2 Treinkwaliteit verhogen
beperkingen, zoals te korte perrons. zal zijn. Het ministerie zal met de vervoerders de versnelling van te kunnen zetten richting frequentieverhogingen. Daarbij kijkt NS
de vraagontwikkeling bezien en ook aanloopverliezen die daarbij met name naar het spitsvervoer op een deel van de focuscorridors Situatieschets
Op gedecentraliseerde lijnen rijden regionale vervoerders die in optreden. Het ministerie is zo nodig bereid om passend bij de van de LMCA Spoor, die parallel lopen met de grote filecorridors.
hun concessies afzonderlijk afspraken hebben gemaakt met de vervoerconcessie, de Spoorwegwet en de Europese regelgeving NS noemt hierbij onder andere de trajecten Lelystad Schiphol en Het verbeteren en vasthouden van kwaliteit leidt tot meer klant-
verantwoordelijke decentrale overheden. tot een tijdelijke financiële bijdrage bij dergelijke aanloopverliezen. Amsterdam Eindhoven. tevredenheid, een beter imago en meer reizigers. Tijdens de
Hiervoor is een bedrag van maximaal 20 miljoen gereserveerd. Groeimaand zijn tal van ideeën genoemd die zouden kunnen
Ambitie Het ministerie gaat er daarbij van uit dat NS in het vervolg het ex- Uit de LMCA Spoor is gebleken dat hogere frequenties, bij een leiden tot meer gemak, comfort en services voor de reiziger. NS
tra dalaanbod voor eigen rekening blijft aanbieden. Om uitvoering gelijkblijvend kwaliteitsniveau en meer goederenvervoer, op de fo- en de regionale vervoerders zijn de primaire verantwoordelijken
In het kader van het Actieplan wil het Rijk in samenwerking met te geven aan deze actie is nadere studie door de spoorvervoerders cuscorridors niet past op de huidige infrastructuur. Om dergelijke voor de dagelijkse bedrijfsvoering van het rijden van treinen en
NS en decentrale vervoerders werken aan meer treinaanbod. Dat en het ministerie noodzakelijk. Daaruit moet volgen onder welke extra treinen op korte termijn te kunnen laten rijden met behoud als zodanig ook de aangewezen actiehouders om verbeteringen in
heeft positieve effecten op de gemiddelde reistijden in de totale voorwaarden de vervoerders bereid zijn pilots met extra dalaanbod van kwaliteit zijn waarschijnlijk infrastructurele maatregelen (quick de treinkwaliteit aan te brengen. Ook het ministerie van Verkeer
reisketen. Het Rijk onderneemt daarvoor de volgende acties: te starten, wat de financiële gevolgen zijn en welke reizigersgroei wins) nodig, zoals perronverlengingen, optimalisatie van wissel- en Waterstaat heeft hierbij als concessieverlener een rol. Voor een
dat naar verwachting oplevert. Bij de eventuele keuze voor de pilots complexen en seinverdichtingen. aantal kwaliteitsaspecten heeft het ministerie voorschriften in de
- Geven van een impuls aan meer treinaanbod in de daluren (vanaf wordt in eerste instantie gekeken naar extra treinen in de daluren vervoerconcessie aan NS opgenomen. Zo verplicht de vervoercon-
2009). op de prioritaire corridors uit de LMCA; in tweede instantie Het ministerie van Verkeer en Waterstaat vraagt de spoorsector cessie NS om onder meer te zorgen dat de treinen op tijd rijden en
- Geven van een impuls aan het mogelijk maken van meer treinaan- worden ook andere kansrijke corridors bestudeerd. Uiteindelijk tijdig uit te werken welke kleine infrastructurele maatregelen nodig schoon en toegankelijk zijn, dat de reiziger een redelijke kans heeft
bod in spitsuren (na 2010). worden de corridors met de meeste extra potentiële vervoersvraag zijn om op korte termijn extra treinen (in de spits) te laten rijden. op een zitplaats en adequaat wordt geïnformeerd en dat het veilig is
uitgekozen. En daarnaast vraagt het ministerie de spoorsector om te kijken in de treinen en op de stations. Jaarlijks moet NS in het vervoerplan
Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is varia- naar innovatieve dienstregelingconcepten. Dat alles dient passend beschrijven welke prestaties het bedrijf op deze terreinen zal leve-
bel en afhankelijk van de toename van het treinaanbod. Met name te zijn bij de langere termijn ontwikkelingen zoals die in de LMCA ren. Die prestaties moeten in beginsel elk jaar verbeteren. NS moet
de positieve reistijdeffecten door frequentieverhogingen hebben Spoor zijn uitgewerkt. Voor de quick wins, nodig om extra treinen daarom elk jaar het vervoerplan ter instemming aan de minister
een positief groei-effect. Daarnaast moet rekening gehouden wor- in de spits mogelijk te maken, heeft het ministerie van Verkeer en van het ministerie van Verkeer en Waterstaat voorleggen.
28 29
Ambitie nieuwe, inno atieve (vervoer-)diensten en -producten. Nieuwe
---
concepten worden immers vaak via een experiment beproefd
Op het gebied van de treinkwaliteit zal het Rijk zijn bevoegdhe- en bijgesteld. Afhankelijk van de uitkomsten van het experiment
den als concessieverlener optimaal inzetten. In aanvulling daarop wordt het concept ofwel verworpen ofwel (deels) in het reguliere
onderneemt zij de volgende acties: diensten- en productenaanbod opgenomen. NS heeft de vrijheid
nodig om het experiment te staken indien het niet voldoet. Die
- Opnemen van een experimenteerartikel in de vervoerconcessie. vrijheid bood de vervoerconcessie te weinig. De mogelijk eid voor
---
- Verzamelen van experimenteersuggesties. de vervoerder om nieuwe dingen uit te proberen is goed voor de
kwaliteit van het OV-product.
Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is vari-
abel. Uiteraard is dit afhankelijk van de ingediende experimenten. Experimenteersuggesties verzamelen
Andere maatregelen uit dit Actieplan dragen eveneens bij aan de Binnen de voorschriften van de vervoerconcessie kan NS vrij ope-
kwaliteit van stations en/of treinen. reren. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat zal nadrukkelijker
aandacht gaan besteden aan experimenten en innovatieve con-
Acties cepten. Het gaat er hierbij om dat de (innovatieve) ideeën van de
reizigers om het treinproduct te verbeteren, centraal staan. Samen
Experimenteerartikel in vervoerconcessie met NS en regionale vervoerders zal het ministerie van Verkeer en
De kwaliteit kan erbij zijn gebaat als NS en decentrale vervoerders Waterstaat met bijvoorbeeld reizigersfocusgroepen oppakken.
kunnen innoveren en experimenteren op het vlak van comfort, ge-
mak, services en het klantoordeel. NS is bijvoorbeeld van plan om Planning
experimenten uit te voeren met een `innovatieve trein' die mogelijk
al in 2008 gestart worden. Dan gaat het om het uitproberen van 2008: Experimenteerartikel in vervoerconcessie
nieuwe services in de trein zoals bijvoorbeeld een kinderhoek. 2008 2012: Uitvoering maatregelen
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil ook in de vervoer-
concessie meer ruimte bieden voor experimenten. Daartoe stelt het
ministerie momenteel een zogenoemd `experimenteerartikel' op
om aan de vervoerconcessie toe te voegen. Dit artikel heeft als doel
om experimenten en vernieuwingen door NS mogelijk te maken,
bijvoorbeeld op het gebied van het treinaanbod.
De vervoerconcessie, die door het ministerie van Verkeer en Water-
staat is verleend en door NS is aanvaard, kende aan n e jk geen
va k li
aparte bepalingen om experimenten mogelijk te maken. Dit blijkt
remmend te kunnen werken op het ontwikkelen en beproeven van
30 31
Kaartjes en kennismaking
Het treinkaartje is een interessant instrument om reizigers te verleiden om van de trein gebruik te (blijven) maken. Vervoerders kunnen
daarvoor hun klanten een gedifferentieerd aanbod doen. Zonder direct in te hoeven grijpen in het standaard tarief, kunnen vervoerders
variëren met verschillende abonnementen, slimme kaartsoorten en combinatiearrangementen. Dit kan bijvoorbeeld `kwantumkorting'
---
voor grote groepen zijn, een aanbieding gedifferentieerd naar tijd en plaats of het aanbieden van verschillende prijs-kwaliteitsniveaus. Ook
kunnen vervoerders speciale arrangementen aanbieden om mensen te laten kennismaken met het openbaar vervoer en om klanten aan
zich te binden. NS en de andere vervoerders maken hier in hun marketinginspanningen al veelvuldig gebruik van.
De maatregelen in dit hoofdstuk hebben samenhang met de introductie van de OV-chipkaart in deze kabinetsperiode. Daarmee ontstaan
mogelijkheden voor persoonlijke aanbiedingen en voor meer gerichte, innovatieve marketing die de klant bindt. Er wordt daarbij wel
uitgegaan van een gewenningsperiode. De consumentenorganisaties hebben de vervoerders gevraagd om transparantie in deze periode en
om terughoudendheid bij het tegelijkertijd veranderen van de tariefstructuur. In het licht hiervan kiezen veel vervoerders voor voorzich-
tigheid.
Kaartsoorten en tarieven zijn vooral het domein van de vervoerders. Voor wat betreft de tarieven van NS heeft het ministerie van Verkeer
en Waterstaat afspraken in de concessie opgenomen, waarbinnen NS vrij is om eigen voorstellen te ontwikkelen. Bovenop deze conces-
sieafspraken wil het ministerie een aanjagende rol spelen op het vlak van kaartjes en kennismaking. Daarbij zal het ministerie bij NS en de
andere vervoerders verschillende suggesties en ervaringen onder de aandacht brengen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de resultaten van de
proeven die momenteel met goedkoper en gratis openbaar vervoer in verschillende regio's worden uitgevoerd. Ook wil het ministerie van
Verkeer en Waterstaat het mogelijk maken dat specifieke doelgroepen (langer) aan de trein gebonden kunnen worden.
Totale kosten: circa 40 miljoen over de kabinetsperiode.
Kaartjes en kennismaking
32 33
4.1 Differentiatie in kaartsoorten en tarieven eerstkomende jaren voordoen. Aan deze maatregel is in principe Ambitie reid voor dergelijke maatregel maximaal 15 miljoen beschikbaar
stimuleren geen rijksbijdrage verbonden. te stellen gedurende de kabinetsperiode.
Het Rijk ziet in studenten een zeer kansrijke groep voor verdere
Situatieschets Acties groei op het spoor, ook na afronding van de studie. Voor NS is Planning
de ex-student een interessante potentiële klantengroep. Daarom
In hun marketinginspanningen maken de vervoerders al veelvuldig Experimenteersuggesties voorleggen onderneemt het Rijk in overleg met NS de volgende actie: 2008: Overleg tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat en NS
gebruik van verschillende acties en kaartsoorten om reizigers te Tijdens de Groeimaand zijn diverse voorbeelden voor nieuwe over aanbod
verleiden van de trein gebruik te maken. Bekende voorbeelden zijn kaartsoorten genoemd, bijvoorbeeld groeps- en gezinskaarten of - Doen van een aantrekkelijk aanbod aan ex-studenten. 2008: Overleg tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat en
de `Kruidvatkaarten' en de `zomertoer'
, waarmee voor een aantrek- een `zaterdagabonnement' et ministerie van Verkeer en Water-
. H OCW over adresgegevens
kelijke prijs in de daluren en in het weekend kan worden gereisd. staat zal alle suggesties op dit vlak aan de NS voorleggen en hen Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is 2008: Uitwerking voorstel en implementatie
Ook in het regionale vervoer wordt veel met dergelijke kortings- verzoeken deze op te pakken en waar mogelijk uit te voeren. afhankelijk van de inhoud van het aanbod. Gezien het relatief grote
acties geëxperimenteerd. Tot slot zijn er veel voorbeelden uit het aantal afstudeerders per jaar (meer dan 175.000) wordt hier een
buitenland waar differentiatie in de kaartsoorten en abonnementen Planning relatief groot effect verwacht. De rijksbijdrage aan deze maatregel 4.3 Kennismakingsacties ontwikkelen
wordt ingezet om specifieke doelgroepen aan de trein te binden. betreft maximaal 15 miljoen.
Uit deze ervaringen is gebleken dat differentiatie niet per definitie 2009: Voorleggen van experimenteersuggesties Situatieschets
hoeft te betekenen dat alle prijzen omlaag moeten. Ook hier is een Actie
sterke relatie met de kwaliteit en de individuele behoeften van reizi- Ongeveer de helft van alle Nederlanders reist wel eens met de trein.
gers. Bepaalde reizigerssegmenten zijn bijvoorbeeld bereid meer te 4.2 Ex-studenten een aantrekkelijk Ex-studenten een aantrekkelijk aanbod doen Sommigen gebruiken de trein meerdere keren per week, anderen
betalen voor een hogere kwaliteit. aanbod doen Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is in gesprek met NS over hooguit een maal per jaar. De andere helft van de Nederlanders
een mogelijk aanbod dat kan worden gedaan aan afgestudeerden gebruikt de trein daarentegen vrijwel nooit. Uit onderzoek is
Ambities Situatieschets die hun OV-studentenkaart inleveren. Beide partijen bespreken de gebleken dat bij deze groep het beeld van het openbaar vervoer
De inzet van kaartsoorten in de marketing is in de eerste plaats precieze invulling van deze maatregel en de implementatie ervan. negatiever is dan bij diegenen die er wel gebruik van maken.
een verantwoordelijkheid van de vervoerders. De vervoerconces- Studenten aan HBO, universiteiten en (deels) MBO hebben de be- Daarbij is bijzondere aandacht nodig voor eventuele barrières Onbekend maakt hier onbemind. In het kader van de proeven
sie biedt mogelijkheden voor tariefdifferentiatie. Het Rijk zal in schikking over een OV-studentenkaart. Die biedt de mogelijkheid die vanwege de privacywetgeving een snelle implementatie in de met gratis of goedkoper openbaar vervoer, die ook in het Coali-
gesprekken met NS de aandacht vestigen op de kansen die met om op week- of weekenddagen gratis van het openbaar vervoer weg zouden staan. De adresgegeven van de betreffende studenten tieakkoord zijn aangekondigd, wordt voor het regionaal openbaar
differentiatie van kaartsoorten en tarieven te behalen zijn. Daartoe gebruik te maken. De studenten maken daar veel gebruik van. In zijn namelijk in bezit van het ministerie van OCW. Conform de vervoer geëxperimenteerd met vormen van kennismakingskaartjes
neemt het Rijk de volgende actie: totaal is deze groep goed voor ongeveer een kwart van het aantal privacywetgeving is het nu niet mogelijk deze één op één aan NS of tijdelijke introductieabonnementen. Zo loopt in Waterland een
reizigerskilometers. Ook leert de gemiddelde student dankzij de door te geven. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat spant zich proef waardoor nieuwe inwoners van de gemeenten ten noorden
- Voorleggen van experimenteersuggesties. OV-studentenkaart goed de werking en mogelijkheden van het ervoor in om deze barrières te slechten en voert daartoe overleg van Amsterdam kennis kunnen maken met het regionaal openbaar
openbaar vervoer kennen. Bovendien zijn studenten een relatief met het ministerie van OCW en de Informatie Beheer Groep. In de vervoer.
Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is af- tevreden groep reizigers. Tijdens de Groeimaand is gebleken dat voorbereiding van het Actieplan heeft het ministerie van Verkeer
hankelijk van de mate waarin NS met de suggesties aan de slag gaat. de student zeer is gehecht aan de OV-studentenkaart. Het inleve- en Waterstaat aan NS gevraagd om een eerste verkenning van een
Met deze maatregel zal pas na de introductie van de OV-chipkaart ren van de kaart, enkele dagen na afloop van de studiefinancie- mogelijk aanbod. NS noemt hierbij als mogelijke opties het aanbod
worden gestart. Eventuele effecten zullen zich derhalve niet in de ring, wordt in het algemeen dan ook als een emotioneel moment van een gratis voordeelurenkaart en/of een bepaalde hoeveelheid
beschouwd. vrij-reizendagen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is be-
34 35
Ambitie - Automobilisten langs filecorridors. Voor hen biedt het openbaar
vervoer mogelijk een reistijdvoordeel op.
De prijsprikkel, in de vorm van probeerkaartjes, vormt een effectief
instrument voor kennismaking. Daarom wil het Rijk de kansen en - Mensen die veranderen van woonplaats. Zij ontwikkelen vaak
mogelijkheden daarvan verkennen en daarmee indien mogelijk een een geheel nieuw verplaatsingspatroon. Bekend is dat zij dan vaak
start maken. Het Rijk onderneemt hierbij de volgende actie: meerdere vormen van mobiliteit in overweging nemen.
- Ontwikkelen van kennismakingsacties. - Mensen die veranderen van baan. Ook zij ontwikkelen vaak een
nieuw verplaatsingspatroon.
De effecten op de groei zijn afhankelijk van de invulling van de
kennismakingsarrangementen. Uit ervaring blijkt dat een deel Vervolgens kan het ministerie van Verkeer en Waterstaat met deze
van de reizigers na de kennismaking vaker van de trein gebruik partijen afspraken maken over de opzet en uitrol van (tijdelijke)
gaat maken. Een kennismakingskaartje werkt het best als de kennismakingsarrangementen. De vervoerders mogelijk in
andere (kwaliteits)verbeteracties in dit Actieplan reeds zijn samenwerking met andere partijen zorgen voor de praktische
uitgevoerd. Daarom wordt ervoor gekozen om de kennismakings- uitvoering. Het ministerie stelt hiervoor een bijdrage van maxi-
arrangementen in ieder geval niet breed uit te rollen voor het maal 25 miljoen ter beschikking. Daarvoor zet het ministerie een
tussenmoment eind 2009. De rijksbijdrage voor deze maatregel is financieringsregeling op.
maximaal 25 miljoen.
Planning
Acties
2008 2009: Inventarisatie mogelijkheden kennismakingsacties
Kennismakingsacties ontwikkelen 2010 2012: Eventuele start en uitrol van acties
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat bespreekt met NS en
mogelijk ook regionale vervoerders de mogelijkheden van ken-
nismakingsarrangementen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de
ervaringen die worden opgedaan bij de experimenten met gratis of
goedkoper regionaal openbaar vervoer. Daarvoor is het van belang
de aandacht te richten op specifieke doelgroepen, die goed af te
bakenen zijn en die gericht en eenvoudig kunnen worden benaderd.
Bovendien moet het om mensen gaan die vanuit hun bijzondere
situatie eerder geneigd zijn om het openbaar vervoer in de mobili-
teitskeuze te laten meewegen. Dat zijn bijvoorbeeld:
36 37
Spreiding van mobiliteit
Een belangrijk deel van de bereikbaarheidsproblemen in Nederland ontstaat door de piekbelastingen in de vraag naar mobiliteit tijdens
de spitsuren op specifieke plaatsen. Op deze momenten kan de beschikbare capaciteit de hoge vraag tijdelijk niet aan. Dit veroorzaakt
problemen en ergernissen bij het reizen. Op de weg ontstaan files met bijbehorende vertragingen en ergernissen. Ook op het spoor doet
---
deze situatie zich op specifieke plaatsen en tijdstippen voor, met als gevolg dat niet alle reizigers een zitplaats hebben. In de Groeimaand is
deze kwetsbaarheid veelvuldig aangehaald. Juist bij implementatie van het Actieplan en realisatie van verdere groei op het spoor neemt de
druk op het systeem verder toe. Dit terwijl grootschalige maatregelen om deze druk te verlichten op korte termijn niet gerealiseerd kunnen
worden.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat neemt hier de regie en gaat samen met werkgevers en werknemers actief op zoek naar mogelijk-
heden om mobiliteit beter te spreiden, zowel over de beschikbare vervoerwijzen als over de tijd. Het slimmer gebruiken van de beschik-
bare capaciteit op de verschillende netwerken op de verschillende tijdstippen kan op relatief korte termijn worden gerealiseerd. Tegelij-
kertijd draagt dit ook op de lange termijn bij aan een reductie van de bereikbaarheidsproblemen. Bijkomend voordeel in het kader van de
groeiambitie is dat meer spreiding ook meer ruimte creëert om te kunnen groeien en dat meer spreiding het comfort van reizigers in de
spits verbetert.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft hiervoor de hulp nodig van de werkgevers, maar ook van individuele reizigers. Het is aan
het ministerie om hen te wijzen op de mogelijkheden van de trein en om de beschikbare ruimte binnen het treinsysteem inzichtelijk te
maken. Daarnaast zal het ministerie werkgevers en individuen stimuleren om mee te denken over de mogelijkheden van spreiding door
aanpassing van werk- en verplaatsingspatronen. Ook tariefdifferentiatie, zoals beschreven in hoofdstuk 4, kan hierbij een rol spelen.
eiding van mobiliteit Totale kosten: circa 17 miljoen over de volledige kabinetsperiode.
Spr
38 39
5.1 Verantwoorde mobiliteit bij werkgevers Acties de partijen of aan dit programma in de jaren daarna een passend Ambitie
stimuleren vervolg kan worden gegeven, waarbij de rol van de trein benadrukt
Mobiliteitsbeleid bij wegwerkzaamheden dient te worden. Het Rijk is geïnteresseerd in de mogelijkheden van individueel
Situatieschets In de komende jaren vindt veel groot onderhoud op de weg plaats. mobiliteitsmanagement en gaat op zoek naar mogelijkheden om
Hierbij worden door verschillende partijen reeds veel activiteiten op Planning individuele reizigers te informeren en te helpen bij hun mobiliteits-
In de spitsuren neemt de filedruk toe. Ook omdat er veel onder- het vlak van (tijdelijk) mobiliteitsmanagement ondernomen. Daarbij keuzes. Hiervoor onderneemt het Rijk twee acties:
houd aan het wegennet uitgevoerd wordt. Door met grote werk- wordt in sommige gevallen de trein aangeboden als alternatief (tijde- 2008: Start uitvoering maatregelen
gevers in gesprek te treden over hun mobiliteitsbeleid, kan ervoor lijk) vervoermiddel. Uit ervaringen in onder andere Amsterdam blijkt - Stimuleren van individuele reisanalyses.
worden gezorgd dat meer werknemers de trein nemen. Zo bleek dat een deel van deze tijdelijke OV-gebruikers ook na oplevering
uit implementatie van aangepast mobiliteitsbeleid bij de Rabobank van de wegwerkzaamheden voor het openbaar vervoer blijft kiezen. 5.2 Verantwoorde mobiliteit bij - Opzetten van experimenten met overstappende automobilisten.
met een prominentere positie van de trein in de verplaatsingsmo- Het ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat de mogelijkheden individuen stimuleren
gelijkheden dat werknemers een beter passend mobiliteitsaanbod onderzoeken om in deze gevallen meer mensen te behouden voor Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en afhan-
voor minder kosten dan voorheen geboden kon worden. Boven- het openbaar vervoer. Daarbij wordt samenwerking gezocht met het Situatieschets kelijk van het succes van de acties. De rijksbijdrage voor deze acties
dien sloot deze maatregel aan bij het maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven en de vervoerders. Op grond van de uitkomsten van is eenmalig en betreft maximaal 5 miljoen.
ondernemen van deze organisatie. dit onderzoek worden indien mogelijk aanvullende afspraken Naast mobiliteitsmanagement gericht op werkgevers, kunnen ook
gemaakt met deze partijen. Het ministerie start hierbij op de focus- individuen zelf worden geïnformeerd over hun mobiliteitskeuzes Acties
Ambitie corridor Amsterdam Eindhoven. Deze ligt nabij de A2, waar de en kunnen zij bewust worden gemaakt van de mogelijke voordelen
komende jaren veel wegwerkzaamheden gepland zijn. die (slimmer) reizen met de trein biedt. Momenteel zijn hiervoor Wijs op Reis: Individuele reisanalyses stimuleren
Het Rijk wil werkgevers directer betrekken bij de mobiliteit van reeds enkele initiatieven gestart. Een goed voorbeeld hiervan is het Het ministerie van Verkeer en Waterstaat versterkt de lopende
hun werknemers. Het Rijk zal voorwaarden organiseren waarbin- Mobiliteitsbeleid bedrijven doorlichten `van A naar Beter'-promotieteam dat in het kader van `Fileproof' initiatieven op het vlak van individuele reisanalyses en wil daarbij
nen reizigers slimme keuzes kunnen maken. Daarvoor onderneemt Het ministerie van Verkeer en Waterstaat bespreekt met de ver- gratis reisanalyses gaat maken bij tankstations. Ook in het buiten- de mogelijkheden van het gebruik van de trein sterker onder de
het Rijk de volgende acties: voerders en het bedrijfsleven de mogelijkheden om de trein een land zijn enkele van deze maatregelen te vinden. In Vlaanderen aandacht brengen. Er wordt aansluiting gezocht bij de Taskforce
prominentere plaats te geven in het mobiliteitsbeleid van bedrijven. wordt het zogenoemde DINA-abonnement (Dienst Inruilen Num- Mobiliteitsmanagement en de initiatieven die in het kader van
- Opzetten mobiliteitsbeleid bij wegwerkzaamheden. Daarbij wordt bij voorkeur aangesloten bij de Taskforce Mobiliteits- merplaat voor Abonnement) aangeboden aan automobilisten die `Fileproof' worden uitgevoerd. Ook zullen de vervoerders hierbij
management, die het ministerie van Verkeer en Waterstaat opzet overstappen op het openbaar vervoer. betrokken worden. Ter ondersteuning reserveert het ministerie een
- Doorlichten van mobiliteitsbeleid bij bedrijven. naar aanleiding van het advies van de SER over dit onderwerp. bedrag van maximaal 2,5 miljoen voor uitbreiding van de indivi-
Waar mogelijk wordt verbinding gezocht bij andere bestaande Ook de fiscale maatregelen op bijvoorbeeld het gebied van `vergroe- duele voorlichting, met name aan automobilisten op filecorridors.
Het effect op de groei van het treingebruik is structureel en zal zich stichtingen en samenwerkingsverbanden op dit gebied. En ook ning 'die het kabinet reeds uitvoert, kunnen een positief effect voor
gedurende de gehele periode 2008 2012 voordoen. De rijksbij- kan gebruik gemaakt worden van de studies die vervoerders op groei van het openbaar vervoer opleveren. Experimenten met overstappende automobilisten opzetten
drage voor deze acties is eenmalig en betreft maximaal 10 miljoen. dit vlak reeds aan het uitvoeren zijn. Vervolgens worden met deze Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is geïnteresseerd in de re-
Dit bedrag wordt na verdere uitwerking en prioritering over de partijen concrete afspraken gemaakt. Voor de implementatie van sultaten die in België met het bovengenoemde DINA-abonnement
verschillende acties toegedeeld. maatregelen kunnen bedrijven momenteel een beroep doen op zijn behaald en onderzoekt in samenwerking met de vervoerders
het programma MobiliteitsManagement 2007 dat SenterNovem de mogelijkheden van een dergelijke constructie in Nederland.
in samenwerking met het ministerie van Verkeer en Waterstaat Het ministerie bespreekt met de Belgische overheid de uitgangs-
heeft opgezet. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat bekijkt met punten en opzet van de maatregel. Daarnaast wordt aansluiting
40 41
gezocht bij de Taskforce Mobiliteitsmanagement. Op grond van Ambitie de huidige telewerkregeling onderhanden genomen. Deze is niet basis van deze resultaten kan deze aanpak verder worden uitgerold
de uitkomsten van deze studie kan het ministerie samen met de van toepassing voor mensen die tijdens de spitspieken thuiswerken binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat en vervolgens
vervoerders besluiten om tot pilotprojecten over te gaan. Daarbij De verantwoordelijkheid voor werk- en schooltijden ligt respec- en na de spits naar hun werk gaan. Aan de Taskforce Mobiliteits- eventueel ook rijksbreed.
zullen de vervoerders worden uitgenodigd om een overgangsabon- tievelijk bij het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Het Rijk zal management wordt gevraagd om een verbetervoorstel uit te werken.
nement of kortingskaart te ontwikkelen voor reizigers die hun auto spreiding van werk- en schooltijden stimuleren en zal de mogelijk- Ook als het gaat om congressen en evenementen kunnen ministe-
weg gaan doen. Uitgangspunt van het ministerie van Verkeer en heden verkennen om te komen tot afspraken over spreiding met Spreiding in schooltijden bevorderen ries en de andere overheden een goed voorbeeld geven. Het minis-
Waterstaat is dat uitvoering geen grote administratieve lasten met relevante actoren. Daartoe onderneemt het Rijk de volgende acties: In overleg met het ministerie van OC&W zal worden verkend in terie van Verkeer en Waterstaat wil hier nadere invulling aan geven
zich mee mag dragen en dat het systeem niet fraudegevoelig is. hoeverre het mogelijk is de schooltijden beter te spreiden. Het gaat en bekijkt de mogelijkheden om deze centrale activiteiten vaker op
Voor eventuele pilots wordt een financiële impuls van maximaal - Bevorderen van de spreiding van werktijden. dan vooral om onderwijsinstellingen, waar het gebruik van open- stationslocaties te organiseren. Het ministerie brengt dit voorstel
2,5 miljoen ter beschikking gesteld. baar vervoer en auto relatief hoog is. Een aandachtspunt is daarbij in bij de Taskforce Mobiliteitsmanagement. Die wordt gevraagd
- Bevorderen van de spreiding in schooltijden. ook het brengen en halen van kinderen en dus ook kinderopvang. om een inschatting te geven van de potentie van deze maatregel en
Planning Veel ouders doen dit onderweg naar en van werk. Meer flexibiliteit een voorstel te doen over eventuele nadere uitwerking. Daarbij kan
- Organiseren van een conferentie over `Dagindeling'
. in zowel werktijden als schooltijden geeft hun ruimte verschillende waar mogelijk aangesloten worden bij het initiatief van 'vergader-
2008: Start uitvoering maatregelen verplaatsingen beter af te stemmen op de spitspieken. Dit sluit ook stations' dat door NS wordt ontwikkeld.
- Uitwerken van de voorbeeldfunctie van het ministerie van Verkeer aan bij ambities uit bijvoorbeeld de Emancipatienota en de doelen
en Waterstaat op het vlak van de arbeidsparticipatie. Planning
5.3 Spreiding in werk-, school- en
openingstijden bevorderen Het effect op de groei van het openbaar vervoer per spoor is struc- Dagindelingconferentie organiseren 2008: Overleg over flexibilisering telewerkregeling
tureel en afhankelijk van de wijze en de mate waarop de spreiding Spreiding van werk- en schooltijden raakt aan veel verschillende 2008: Overleg met OC&W over spreiding schooltijden
Situatieschets bevorderd wordt. Het effect kan zich gedurende de gehele periode actoren: werkgevers, werknemers, onderwijsinstellingen, verschil- 2008: Taskforce Mobiliteitsmanagement komt met voorstellen
2008 2012 voordoen, waarbij de nadruk op de tweede helft van lende departementen (de ministeries van Verkeer en Waterstaat, 2008: Dagindelingconferentie
Veel verplaatsingen zijn geconcentreerd in de spitspieken, waarbij de kabinetsperiode ligt. De rijksbijdrage van deze maatregel is OC&W, VWS, SZW, VROM). Om deze actoren bij elkaar te bren- 2008 2012: Uitwerking en implementatie mogelijke maatregelen
de ochtendspits de sterkste concentratie laat zien. Tussen 7 en maximaal 2 miljoen. gen en met elkaar afspraken te maken over het oppakken en de
10 uur gaan immers de meeste mensen naar werk, beginnen de coördinatie van maatregelen op dit gebied zal door het ministerie
meeste onderwijsinstellingen hun lessen en brengen ouders hun Acties van Verkeer en Waterstaat in het najaar van 2008 de dagindeling-
kinderen naar school. Voor een deel is dit patroon het gevolg van conferentie `Spreiddetijd.nl' worden georganiseerd.
gemaakte afspraken over arbeidsvoorwaarden en schooltijden Spreiding van werktijden bevorderen
en vaak zal ook sprake zijn van gegroeide tradities, die moei- In de Taskforce zullen werkgevers, werknemers, de top van het be- Voorbeeldfunctie het ministerie van Verkeer en Waterstaat
lijk te doorbreken zijn of op weerstand stuiten bij bijvoorbeeld drijfsleven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden uitwerken
het management van bedrijfsleven. Een spreiding in werk- en deelnemen. De Taskforce ontwikkelt gedragen voorstellen, gericht Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is zelf één van de grootste
schooltijden zou echter een grote ontlasting van de spitspieken op het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer, om zo een bij- werkgevers in de regio Den Haag. Spreiding van werktijden, maar
tot gevolg kunnen hebben. Dit leidt tot een efficiënter gebruik van drage te leveren aan de oplossing van de fileproblematiek. Dit moet ook bijvoorbeeld vergadertijden en concepten als het mijden van
de capaciteit van het spoor en de weg. Bovendien heeft het een zijn beslag krijgen in arbeidsvoorwaarden en regionale convenan- de spitspieken door eerst thuis te werken, passen goed binnen de
gespreidere vervoersvraag tot gevolg, wat het treinreiscomfort ten. Eén van de maatregelen, die door de Taskforce zal worden mogelijkheden van het ministerie. Op dit moment krijgt dit reeds
kan bevorderen. meegenomen, is de spreiding van werktijden. Daarnaast wordt ook invulling in de vorm van een pilot in het project Fileproof. Op
42 43
Bijlage 1: Overzicht van alle acties Cluster 3: Treinaanbod ( 40 miljoen)
Cluster 1: Voor- en natransport ( 76 miljoen) - Meer treinaanbod in de daluren (vanaf 2009) stimuleren
- Meer treinaanbod in spitsuren (na 2010) bevorderen
- Aanleg van 7.500 tot 10.000 P+R-plaatsen door middel van een - Experimenten en innovaties in het treinproduct simuleren door
investeringsimplus middel van een experimenteerartikel in de vervoerconcessie
- Procedures versnellen die met de aanleg van P+R-voorzieningen - Vervoerders ondersteunen bij het verzamelen van innovatieve
Bijlagen samenhangen kwaliteitsverbeteringen
- Bekendheid van P+R-locaties verbeteren
- Aanvalsplan `Weg met de Weesfiets' uitvoeren Cluster 4: Kaartjes en kennismaking ( 40 miljoen)
- Aanleg van 20.000 fietsparkeerplaatsen bij stations door middel
van een investeringsimpuls - Experimenten met tarieven en kaartsoorten bevorderen
- Bekendheid van fietsenstallingen bij stations verbeteren - Ex-studenten een overgangsaanbod doen
- Verbetering van wachtruimtes op stations stimuleren - Kennismakingsacties voor doelgroepen ontwikkelen
- Wachttijdverkorting stimuleren
- Pilot uitvoeren met één ketenverantwoordelijke (de `schakelaar') Cluster 5: Spreiding van mobiliteit ( 17 miljoen)
op een gehele corridor.
- Ontwikkeling van nieuwe vormen van voor- en natransport - Mobiliteitsbeleid bij wegwerkzaamheden uitbreiden
stimuleren - Mobiliteitsbeleid bij bedrijven doorlichten en stimuleren
- Ontwikkeling van shuttleservices tussen stations en bedrijvenloca- - Individuele reisanalyses ondersteunen
ties bevorderen - Experimenten met overstappende automobilisten opzetten
- Spreiding van werk- en schooltijden bevorderen en faciliteren
Cluster 2: Informatievoorziening ( 27 miljoen) - Voorbeeldfunctie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat bij
spreiding van vertrektijden uitwerken
- I-team oprichten
- Reisinformatie op en rond stations op orde te laten brengen door
middel van investeringsimpuls
- Stimuleringsregeling voor verbetering van dynamische reisinfor-
matie opzetten
- Pilot met innovatieve dynamische informatiesystemen laten
uitvoeren
- Treintraining voor senioren ondersteunen
44 45
Bijlage 2: Geraadpleegde organisaties - Oranjewoud Met de directeuren spoor van de ministeries van transport uit
- OV-ambassadeur België, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland, alsmede een
Met vertegenwoordigers van de volgende consumentenorganisaties - PCOB (Protestants Christelijke Ouderen Bond) vertegenwoordiger van de Europese Commissie (DG TREN) is een
decentrale overheden, het maatschappelijk middenveld, vervoer- - ProRail Internationale Directeurenconferentie gehouden.
ders zijn brainstormsessies gehouden: - Platform Zuidvleugel
- Provincie Drenthe De maatregelen uit het ActiepIan zijn voorgelegd aan een aantal
- ANWB - Provincie Friesland focusgroepen met burgers. Daartoe is een a-selecte steekproef
- ARCADIS - Provincie Gelderland onder doelgroepen genomen. Dit onderzoek is uitgevoerd door
- BAM Rail bv - Provincie Limburg onderzoeksbureau Intomart GfK in opdracht van het ministerie
- Berenschot - Provincie Noord-Brabant van Verkeer en Waterstaat.
- Bizart (Bizonder Bureau voor Marketing en Ontwikkeling) - Provincie Overijssel
- Bouwend Nederland - Provincie Zuid-Holland
- BRU (Bestuur Regio Utrecht) - Publicis
- Conquist Consultants - Railforum, Jonge Veranderaars
- Consumentenbond - Regio Randstad
- `De Nieuwbouw' - Regio Stedendriehoek
- Ecorys - Regio Twente
- Delfini - Rijkswaterstaat
- FNV - Stadsgewest Haaglanden
- Frisblik - Stadsregio Amsterdam
- Gemeente Amsterdam - Stadsregio Arnhem Nijmegen
- Gemeente Haarlem - ROVER (Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer)
- Grontmij - Syntus
- Inno-V - TransTec
- IPO (Interprovinciaal Overleg) - TU Delft
- KiM (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid) - Twijnstra Gudde
- KlantCentraal - Veilig Verkeer Nederland
- KNV Taxi - Verkeer en Leefomgeving
- KpVV (Kennisplatform Verkeer en Vervoer) - VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)
- LSVb (Landelijke Studenten Vakbond) - VNO NCW
- Mobycon - VOVC (Vereniging Openbaar Vervoer Centrum)
- Movin' Vervoeradvies
- Mu Consult
- NedTrain
- NS
46 47
Bijlage 3: Geraadpleegde literatuur - Gemeente Amsterdam (2005). Met het openbaar vervoer ben je - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2006). Informatie over - Provincie Noord-Holland (2006). P+R Bonroute. Realisatie P+R
langer onderweg. projecten voor filevermindering. locaties in de Noordelijke Randstad. Terugblik vooruitblik.
AVV (2002). Evaluatie groot onderhoud aan de A10-West. Inte- - Gemeente Amsterdam (2007). Gratis openbaar vervoer. Een staal- - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2006). Prijsbeleid op de - Provincie Zeeland (2000). Vragen ingevolge artikel 25 van het
graal eindrapport. kaart van mogelijkheden. weg in het buitenland. Casestudie naar plannen, initiatieven en reglement van orde van mevrouw J.G. Smit inzake functioneren
- AVV (2003). Mobiliteitsbelevingen nader toegelicht. - Gemeente Barneveld (2007). Nieuwsbrief Harselaar (maart 2007). praktijkvoorbeelden van prijsbeleid binnen het wegvervoer in het aansluitgarantie i.h.k.v.'Het Zeeuws Net'
---
- AVV (2005). Basisboek instrumenten regionale bereikbaarheid. - Gemeente Den Haag (2006). Openbaar vervoer naar een hoger buitenland. - Provincie Zuid-Holland (2007). Verbeteren aansluitpunten
- AVV (2005). Draagvlakonderzoek 2005. Resultaten van een plan. Randstadrail tweede fase. Samenvatting. - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2006). VanAnaarBeter-Prijs openbaar vervoer. Inventarisatie van 30 aansluitpunten in Zuid-
onderzoek onder de Nederlandse bevolking naar draagvlak voor - Gemeente Den Haag (2006). Openbaar vervoer naar een hoger 2006. 37 bijzondere initiatieven om de bereikbaarheid op de weg Holland, resulterend in een verbeterprogramma.
verkeer- en vervoersbeleid 1992 t/m 2005. plan. Randstadrail tweede fase. Verkenningsstudie. te verbeteren (Fileproof). - Railforum (2005). De kunst van het verleiden. Emoties in het
- AVV (2005). Effectiviteit van maatregelen op het gebied van mobi- - GMPTE (2007). Low fares and free travel on buses, trains and - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2007). Ervaringen met openbaar vervoer.
liteitsmanagement. Feiten en cijfers. Metrolink trams for disabled people. gratis of goedkoop OV
. - RPB (2004). Behalve de dagelijkse files. Over betrouwbaarheid
- AVV (2005). Factsheets openbaar vervoer. OV waar beginnen
, - GMPTE (2007). Low fares and free travel on buses, trains and - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2003). Herstelplan Spoor. van reistijd.
we aan? Overwegingen bij de techniekkeuze voor OV. Duurzame Metrolink trams for people over 60. - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2007). Mobiliteitsonder- - SBB (2001). Kapazitätssteigerung Schlussbericht Phase 1. Manage-
mobiliteit, milieueffecten van verkeer. - Hulster, G. & L. Lutje Schipholt (2003). Gentrification van het zoek Nederland. Tabellenboek. ment summary.
- AVV (2005). Internationale voorbeelden van regionale bereik- openbaar vervoer. Een revitalisering van het openbaar vervoer - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2007). Vraag vaste commis- - Scholten, R. (2006). Prijsbeleid in de Noordvleugel.
baarheid. Overzichtsnotitie. door differentiatie van producten en diensten. sie V&W over proeven met gratis OV
. - SCP (2000). Altijd weer die auto! Sociaal- en gedragswetenschap-
- AVV (2005). Reiziger in de Toekomst - KiM (2007). Beleving en beeldvorming van mobiliteit. - Ministerie van VROM & het ministerie van Verkeer en Waterstaat pelijk onderzoek en het verkeers- en vervoerbeleid.
- Beld, H. van den (2006). Hét vastgoedsymposium 2006. Gouden - KiM (2007). Marktontwikkelingen in het personenvervoer per (2005). Nota mobiliteit deel III. Kabinetsstandpunt. - SEO (in opdracht van ProRail) (2006). Toetsing Prioritering Stati-
kansen uit verzilvering `wonen en zorg voor senioren'
. spoor 1991-2020. - MNP & AVV (2005). Effecten beleidsinstrumenten Nota Mobili- onsprojecten.
- CBS (2007). Statline database. - KiM (2007). Mobiliteitsbalans 2007. teit. Bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer verkeersveilig- - SP (2002). Uitslag reizigersenquête `Laat NS weer sporen'
---
- CPB (2000). Schiphol een normaal bedrijf. Werkdocument. - KpVV & CROW (2005). Aan de slag met P+R beleid. Van strate- heid en leefomgeving. - TransTec Adviseurs openbaar vervoer (2006). Benchmark ov
- CROW (2004). Ervaringen met P+R. gie tot exploitatie. - Need, Y. (2002). Is mobiliteit voor iedereen fun? Verschillende Vlaanderen. Beleid, cijfers, trends, analyses en succesfactoren.
- CVOV (2002). Marketing in het openbaar vervoer. - KpVV (2005). De reiziger centraal. Wat betekent dat? belevingen van mobiliteit. - TNO (2005). IRIS: Functioneel ontwerp pilot Syntus. Eindrapport
- Ebbink, B.A.J. (2007). De Reiziger Centraal! Een onderzoek naar - KpVV (2006). Een gouden markt. Waarom marketing in het OV - Nieuwenhoven, J. van (2007). Werkplan OV-ambassadeur: Beter, O&O-project.
een nieuwe methodiek om het openbaar vervoer op de wensen moet & loont. sneller, schoner, mooier. - Tyler, S & A. Cook (2004). Measuring the effectiveness of cam-
van de (potentiële) reiziger aan te laten sluiten. - KpVV (2007). Gratis openbaar vervoer krijgt vaste grond onder - NS (2006). NS Visie op Stations. Van overstapmachine naar dyna- paigns. lessons for mobility management from the EU TAPESTRY
- Febiac & Touring (2006). Geldstromen en Verkeersstromen in het de voeten. misch stadsportaal. project.
privaat- en openbaar vervoer. - KpVV (2007). Mobiliteitsmanagement Helder en praktisch. Mo- - NS (2007). Actieplan Spoor! De toekomst van het spoor. - UNIZO (2005). Parkeerbeleid.
- Fietsberaad (2007). Ontwikkelingen van het fietsgebruik in voor- gelijkheden en toepassingen in de lokale praktijk. - NS (2007). Ga mee... NS jaarverslag 2006. - VTPI (2007). Valuing Transit Service Quality Improvements.
en natransport van de trein. - KpVV (2007). Openbaar vervoertarieven in Europa. - NS (2007). Plan voor het spoor in 100 dagen. NS partner bij invul- Considering Comfort and Convenience In Transport Project
- Flórez, J. (1999). Attracting Higher Income Class to Public Trans- - Krygsman, S. (2004). Activity and Travel Choice(s) in Multimodal ling ambities regeerakkoord. Evaluation.
port in Socially Clustered Cities. The Case of Caracas. Public Transport Systems. - NS (2007). Vrij om te bewegen. - Young & Rubicam (2006).You are getting old. Europe's demograp-
- Fluor & Bombardier (2003). Marketingplan Florida High Speed - Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2001). Perspectief op auto/ - OV Magazine (2007). Nummer 1 (08-02-2007). hic problem is your marketing problem.
Rail. Phase 1 ov. De keuze van reizigers. - Platform Bereikbaarheid Noordvleugel (2007). Actieplan ketenin-
tegratie Noordvleugel. Deel1 & 2.
48 49
Colofon
Uitgave: Het Actieplan `Groei op het spoor' is een uitgave van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Contactgegevens: Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Directoraat-Generaal Personenvervoer,
Colofon Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
Zie
Ministerie van Verkeer en Waterstaat