Gemeente Utrecht
2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
116 Vragen van mevrouw drs. C.P. Sarolea
(ingekomen 15 november 2007)
AUTO IN DE SLOOT
In ruim een jaar tijd zijn zeven auto's (en de veertiende in totaal) te water geraakt aan de Eerste Oosterparklaan in Parkwijk ter hoogte van het gezondheidscentrum en de apotheek. De laatste maal gebeurde dit op vrijdag 9 november jl.
Na eerdere gevallen werd de gemeente gevraagd om een voorziening te treffen om nieuwe incidenten te voorkomen (wat paaltjes, een laag hekje, een aarden wal of ophoging van het grasperk). De gemeente liet het daarop bij het plaatsen van enkele waarschuwingsbordjes.
Volgens 'Ons Leidsche Rijn' van 14 november 2007 liet wethouder Bosch weten geen andere maatregelen te treffen, omdat het om de "eigen verantwoordelijkheid van de mensen" zou gaan. De SP heeft hierover de volgende vragen:
1. Is het College inderdaad van mening dat geen maatregelen vereist zijn ter voorkoming van verdere schade, op grond van het feit dat het hier om een "eigen verantwoordelijkheid" van de automobilist gaat?
2. Welk criterium legt het College aan voor het al dan niet tot de eigen verantwoordelijkheid behoren van het waarborgen van de veiligheid voor personen en eigendommen op de openbare weg?
3. Overweegt het College op deze zelfde grond bijvoorbeeld het weghalen van verkeerslichtinstallaties op overzichtelijke kruispunten of het verwijderen van verkeersdrempels waar op grond van verkeersborden al een snelheidsbeperking tot 30 km/u geldt?
4. Sluit de eigen verantwoordelijkheid van de burger uit dat de gemeente aanvullend eveneens een zekere verantwoordelijkheid draagt?
5. Kan het College beamen dat in het onderhavige geval met een heel eenvoudige voorzorgsmaatregel, die weinig kostbaar is in aanleg en onderhoud, veel schade kan worden voorkomen?
6. Vindt de gemeente ook uit esthetisch oogpunt een lichte ophoging of laag hekje niet minder storend voor het straatbeeld dan waarschuwingsborden?
7. Kan het College begrip opbrengen voor het feit dat sommige automobilisten, ondanks de geplaatste bordjes, moeite hebben met het juist inschatten van de helling van het wegdek?
8. Kan het College begrip opbrengen voor het feit dat bezoekers van het gezondheidscentrum of de apotheek wellicht andere zorgen aan hun hoofd hebben, mogelijk wat gehaast zijn, en daardoor niet geheel met hun hoofd bij het risico dat hun auto bedreigt?
9. Zou het treffen van een voorziening zoals gevraagd door de ondermeer de wijkraad niet van een klantvriendelijke en servicegerichte instelling van de gemeente getuigen?
10. Is het College bereid - in het licht van haar antwoorden op de voorgaande vragen - tot een nieuwe afweging te komen en alsnog een afdoende voorziening te treffen om nieuwe incidenten aan de Eerste Oosterparklaan te voorkomen?
---- --