De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 2070803180
Doorkiesnummer Ons kenmerk W&B/URP/07/36286
Datum 16 november 2007
Onderwerp Kamervraag/vragen van het lid Heerts (PvdA)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Heerts (PvdA) over
verrekening van stamrechtuitkeringen met IOAW.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
Ons kenmerk W&B/URP/07/36286
2070803180
Vragen van het lid Heerts (PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over verrekening van stamrechtuitkeringen met IOAW. (Ingezonden
23 oktober 2007)
Vraag 1
Herinnert u zich het persbericht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
waarin wordt gesteld dat u door aanpassing van enige inkomensbesluiten een einde zou maken
aan de onzekerheid over de verrekening van stamrechtuitkeringen met Inkomensvoorziening
voor Oudere en/of gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer worden de betreffende inkomensbesluiten aangepast?
Antwoord 2
Ik streef ernaar dat de wijziging in de inkomensbesluiten uiterlijk 1 april 2008 wordt
gepubliceerd in het Staatsblad.
Vraag 3
Waarom hebt u in de antwoorden over dit onderwerp op eerdere vragen 1) een beperkende
voorwaarde met betrekking tot de Werkloosheidswet (WW) geformuleerd, namelijk dat de
aankoop van het stamrecht voor aanvang van de WW-periode moet hebben plaatsgevonden?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 6, 7, 8 en 9.
Vraag 4
Is het u bekend dat in de praktijk een ontslagzaak via de kantonrechter vaak zeer snel wordt
afgewikkeld, terwijl het offerte/acceptatietraject van een stamrecht een aantal weken met zich
meebrengt en de aankoop dus niet altijd voor aanvang van de WW-periode zal kunnen
plaatsvinden?
Antwoord 4
Het is mij bekend dat aankoop van een stamrecht niet in alle gevallen voor aanvang van de
WW-periode kan plaatsvinden.
---
Ons kenmerk W&B/URP/07/36286
Vraag 5
Is het u bekend dat een aantal gemeenten, waaronder de gemeente Breda, deze voorwaarde
aangrijpt om stamrechtuitkeringen toch in mindering te brengen op de IOAW-uitkering, zelfs
als de polis van het stamrecht slechts enkele weken na ingang van de WW-uitkering is
opgemaakt?
Antwoord 5
Dit specifieke signaal had mij niet eerder bereikt. Wel hebben mij signalen van gemeenten
bereikt dat de betreffende voorwaarde voor hen niet goed uitvoerbaar is.
6
Kunt u uiteenzetten hoe dit beleid past in uw streven om aan de onzekerheid rond de
verrekening van stamrechtuitkeringen een eind te maken?
7
Deelt u de mening dat stamrechthouders hiermee de dupe worden van een uitvoeringspraktijk
waar zij zelf geen invloed op (hebben) kunnen uitoefenen?
8
Wat is de achterliggende gedachte van deze beperkende voorwaarde?
9
Deelt u de mening dat het wenselijk is een stamrecht dat is afgesloten binnen drie maanden na
het ontslag of begin van de WW-uitkering, niet in aanmerking te laten komen voor
verrekening van de IOAW, mits aan de overige voorwaarden is voldaan zoals de voorwaarde
dat de belanghebbende een vrije keuze heeft gehad bij de besteding van de eenmalige
ontslagvergoeding en deze vrije bestedingsmogelijkheid kan aantonen?
Antwoord 3, 6, 7, 8 en 9
Met de wijzigingen in het Inkomensbesluit IOAW wordt beoogd het beleid ten aanzien van het
Inkomensbesluit IOAW te codificeren dat het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid gedurende bijna 20 jaar heeft uitgedragen richting gemeenten. De
voorwaarde dat het stamrecht moet zijn aangekocht voor aanvang van de WW-periode was
onderdeel van dat beleid. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 19 april
2005 eveneens naar deze voorwaarde verwezen. Er is derhalve geen sprake van een nieuwe
beperkende voorwaarde. Toch hebben ook mij signalen van gemeenten bereikt dat zij de
betreffende voorwaarde als beperkend ervaren omdat deze voor hen niet goed uitvoerbaar is.
De voorwaarde levert in bepaalde gevallen problemen op, omdat zoals ook in de
vraagstelling naar voren komt ontslagzaken via de kantonrechter vaak snel worden
afgewikkeld, terwijl het aankopen van een stamrecht enige tijd in beslag neemt.
---
Ons kenmerk W&B/URP/07/36286
Nu met de wijzigingen in het Inkomensbesluit IOAW wordt beoogd de bestaande
uitvoeringspraktijk te codificeren waarin periodieke uitkeringen uit stamrechten worden
vrijgelaten, zal ik de gelegenheid benutten om deze door gemeenten als beperkend ervaren
voorwaarde niet op te nemen in het Inkomensbesluit IOAW. Voor de duidelijkheid merk ik
nog op dat de voorwaarden dat de belanghebbende een vrije keuze heeft gehad bij de besteding
van de eenmalige ontslagvergoeding èn dat hij deze vrije bestedingsmogelijkheid moet kunnen
aantonen, onverminderd van kracht blijven.
10
Waarom bent u uw toezegging 2) dat gemeenten via de Verzamelbrief zouden worden
geïnformeerd dat zij kunnen anticiperen op de voorgenomen wijziging van het
Inkomensbesluit IOAW niet nagekomen in de Verzamelbrief die u op 3 oktober 2007 aan de
gemeenten heeft verstuurd?
Antwoord 10
Na publicatie van de antwoorden op uw eerdere Kamervragen bereikten mij van diverse
kanten signalen van gemeenten dat de voorwaarde dat het stamrecht moet zijn aangekocht
voor aanvang van de WW-periode voor hen niet goed uitvoerbaar is. Alvorens gemeenten te
informeren, wilde ik mij hierop eerst beraden. Gemeenten zullen worden geïnformeerd in de
verzamelbrief van december 2007. Zij zullen bij die gelegenheid tevens worden gewezen op de
mogelijkheid op de wijzigingen in het Inkomensbesluit IOAW te anticiperen.
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006-2007, nr. 2655
2) Zie noot 1
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid