Transacties in onderzoek naar D'n Anwas en Rabobank Doetinchem
Zwolle, 16 november 2007
Zwolle, 16 november 2007.
Transacties in onderzoek naar Dân Anwas
en Rabobank Doetinchem
Het Openbaar Ministerie (OM) in Zwolle heeft met drie van de zeven
verdachten in het strafrechtelijk onderzoek naar beleggersvereniging
Dân Anwas en de Rabobank Doetinchem een hoge schikking getroffen. Eén
verdachte betaalt een lage schikking. De overige drie verdachten die
niet akkoord zijn gegaan met een schikking, zullen worden gedagvaard
en dus voor de rechtbank moeten verschijnen.
Het onderzoek in deze zaak richtte zich op overtreding van de Wet
Toezicht Beleggingsinstellingen, valsheid in geschrifte, oplichting,
verduistering en aanzetten tot belastingfraude.
Bij de hoge schikingen gaat het om de volgende verdachten en de
strafbare feiten waarvan ze worden verdacht:
Rabobank Doetinchem: overtreding Wet Toezicht
Beleggingsinstellingen, valsheid in geschrifte m.b.t. 270
maandoverzichten/vermogensopgaven, verduistering in dienstbetrekking
van ongeveer. f 313.250,-, oplichting van 10 (rechts-)personen,
gelegenheid verschaffen tot het doen van onjuiste aangifte
Inkomstenbelasting door 2 (rechts-)personen
J.H.M. Egelmeer: (voormalig) hoofd van de beleggingsafdeling van de
Rabobank Doetinchem: verdachte van dezelfde feiten als de Rabobank
Doetinchem
Vereniging Dân Anwas: overtreding Wet Toezicht
Beleggingsinstellingen, valsheid in geschrifte m.b.t. 71 maandopgaven
Samenvatting en uitkomsten strafrechtelijk onderzoek Dân Anwas
De Rabobank Doetinchem was in 1995 betrokken bij de oprichting van
Beleggersvereniging Dân Anwas. In 1998 rezen er problemen tussen de
Rabobank en leden van Dân Anwas, nadat het ingelegde vermogen
geslonken bleek te zijn van 31,5 miljoen gulden naar 11 miljoen
gulden.
De verdachten in deze zaak zijn de Rabobank Doetinchem, Vereniging Dân
Anwas, twee oud-medewerkers van de Rabobank Doetinchem en drie
oud-bestuursleden van Dân Anwas, waarbij één bestuurslid slechts een
geringe rol heeft gespeeld.
In 1999 deed De Nederlandsche Bank (DNB) aangifte tegen de Rabobank
Doetinchem en Dân Anwas inzake vermoedelijke overtreding van de Wet
Toezicht Beleggingsinstellingen. In de visie van DNB had Dân Anwas een
vergunning moeten aanvragen, omdat er geen sprake was van een
"besloten" beleggingsclub. Het strafrechtelijk onderzoek heeft dit
vermoeden bevestigd: van enige beslotenheid is bij Dân Anwas nimmer
sprake geweest. Iedereen die over voldoende vermogen beschikte kon lid
worden.
De Rabobank Doetinchem heeft onder leiding van de oud-medewerkers een
voortrekkersrol vervuld bij de werving van nieuwe leden. Met de
aanvraag van een vergunning zou de vereniging Dân Anwas onder het
toezicht van DNB komen. Uit het onderzoek is volgens het OM gebleken
dat er bewust voor gekozen is dit toezicht te vermijden.
In 2000 deed het nieuwe bestuur van Dân Anwas aangifte tegen de
Rabobank Doetinchem inzake valsheid in geschrifte en verduistering.
Onderzoek heeft naar het oordeel van het OM uitgewezen dat de valsheid
in geschrifte heeft bestaan uit het onjuist informeren van de leden
van Dân Anwas over de waarde en het rendement van hun beleggingen. De
overzichten die de leden van Dân Anwas maandelijks kregen toegestuurd
vermeldden structureel hogere waarden van de participaties dan de
werkelijke waarde op dat moment.
De beleggers van Dân Anwas werden volgens het OM opgelicht doordat
aandelen door de Rabobank Doetinchem tegen een hoger bedrag dan de
werkelijke waarde op dat moment, aan de beleggersvereniging Dân Anwas
werden verkocht; de bezitter van de aandelen (en klant bij de
Rabobank) kreeg daardoor een hoger bedrag voor zijn aandelen dan
wanneer deze aandelen op de reguliere wijze via de beurs waren
verkocht.
Met opties werd een vergelijkbare handelwijze toegepast: indien de
koers van de onderliggende aandelen zich in de voor de schrijver van
de opties ongewenste richting bewoog, werd de verplichting van de
schrijver van die opties overgeboekt naar Dân Anwas: hierdoor behield
de schrijver van de opties de ontvangen premie, maar de verplichting
tot koop of verkoop van de onderliggende aandelen werd bij Dân Anwas
neergelegd.
De schrijvers van de opties, de bezitters van de aandelen en de
beleggersvereniging Dân Anwas waren hiervan niet op de hoogte.
De onderliggende redenen voor deze handelwijze waren klachten van
klanten over een slechte performance van hun portefeuille. Ook twee
oud-bestuursleden van Dân Anwas worden ervan verdacht hiervan te
hebben geprofiteerd .
In het verlengde daarvan bestond er bij de Rabobank Doetinchem een
schaduwadministratie, waarbij - zonder op te geven namens welke
cliënten werd gehandeld - (kleinere) transacties in een verzamelorder
werden samengevoegd, zodanig dat in het zgn. "wholesale-segment"
gehandeld kon worden. Dit werd bijgehouden in die
schaduwadministratie. Na uitvoering van de orders werden de tegoeden
naar eigen inzicht verdeeld, veelal ten koste van de reguliere
cliënten in het wholesale-segment. Om die reden wordt de Rabobank
Doetinchem verdacht van verduistering en de oud-medewerkers van
feitelijk leidinggeven hieraan.
De verdenking inzake het gelegenheid verschaffen tot belastingfraude
richt zich eveneens op de Rabobank Doetinchem en haar twee
oud-medewerkers
. De cliënten van de Rabobank die hierbij betrokken zijn geweest,
hebben inmiddels transacties betaald voor het doen van onjuiste
aangiften in de fiscale sfeer.
Beslissing OM naar aanleiding van onderzoek
Het OM heeft besloten alle betrokkenen een transactievoorstel te doen.
Drie verdachten hebben het transactievoorstel niet geaccepteerd en
zullen dientengevolge gedagvaard worden. Het staat de verdachten vrij
niet op een transactie-aanbod in te gaan.
Bij de beslissing om transacties aan te bieden is overwogen dat de
leden van Dân Anwas door de Rabobank schadeloos zijn gesteld, de
betrokken medewerkers niet meer bij de bank werkzaam zijn en de
Rabobank de bedrijfsvoering inmiddels ingrijpend heeft gewijzigd.
Daarnaast zijn er door de Rabobank dus reeds forse
(schade-)vergoedingen betaald en was de proceshouding van de Rabobank
coöperatief.
Het voormalige bestuur van de Vereniging Dân Anwas is sinds juli 1999
niet meer in functie.
Verder is de verwachting van het OM dat de rechter bij een
bewezenverklaring van de feiten een geldboete zou hebben opgelegd, ook
aan de natuurlijke personen. Met het aanbieden en betalen van een
transactie wordt feitelijk dezelfde strafrechtelijke sanctie
geëffectueerd, terwijl in dit geval een intensief en omvangrijk
beslag op de schaarse zittingscapaciteit van de rechtbank wordt
voorkomen.
Gezien de ernst van de naar het oordeel van het OM gepleegde delicten
is besloten de verdachten (hoge) transacties aan te bieden. Met de
Rabobank Doetinchem is een schikking getroffen van 1,5 miljoen euro en
met de Vereniging Dân Anwas een schikking van 450.000 euro.
Met het voormalige hoofd van de beleggingsafdeling van de bank is een
schikking getroffen van 50.000 euro.
Met een oud-bestuurslid van de Vereniging Dân Anwas is een schikking
getroffen van 7500 euro voor overtreding van de Wet Toezicht
Beleggingsinstellingen. Zijn rol was betrekkelijk gering.
De drie overige verdachten zijn, zoals gezegd, niet akkoord gegaan met
de schikking. Zij zullen dan ook worden gedagvaard en dus voor de
rechtbank moeten verschijnen.
Openbaar Ministerie