ChristenUnie


Bijdrage debat begroting Justitie

Bijdrage debat begroting Justitie

woensdag 14 november 2007 10:34

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Op deze koude avond wil ik u eerst even meenemen naar warmer oorden, namelijk naar Volterra in Italië, waar ik afgelopen weekend met verschillende Europese politici en vertegenwoordigers van NCO's over asielbeleid heb gesproken. Er is daar een charter opgesteld met een aantal breed gedragen uitgangspunten voor een Europees asielbeleid. Volgend jaar mei moet de definitieve versie worden vastgesteld. Ik breng dit graag even bij de Kamer onder de aandacht, maar dit even terzijde. Op deze conferentie werd ik geconfronteerd met de verhalen van mensen voor wie de democratische rechtsstaat geen vanzelfsprekendheid is. Ik hoorde over de angsten en de wanhoop van mensen in een stad van oorlog, over de willekeur van corrupte overheden en over de terreur van discriminatie en geloofsvervolging.

Wij bespreken vandaag de begroting van het ministerie van het recht en de rechtsorde, van het ministerie dat zorg draagt voor de kwaliteit van de rechtsstaat. Wat mij betreft, is dat een voorrecht. De ChristenUnie verbindt altijd twee waarden aan de rechtsstaat, namelijk recht en barmhartigheid. Het recht beschermt en komt op voor dat wat zwak is. Dat past naadloos bij onze Bijbelse opdracht. De verhalen van vluchtelingen die ik in Italië hoorde, tonen wederom aan dat deze Bijbelse opdracht nog altijd actueel is. Deze justitiebegroting is ambitieus en wil echt de problemen aanpakken waar onze samenleving voor staat. Er wordt consequent doorgewerkt aan het verbeteren van het functioneren van het rechtsbestel, maar ook aan de bestrijding van criminaliteit en terreur.

Goed vreemdelingenbeleid wordt bij uitstek gekenmerkt door recht en barmhartigheid. Dat betekent dat wij vluchtelingen beschermen, asiel bieden, maar ook dat wij duidelijk zijn over wie er wel en wie er geen aanspraak kunnen maken op die bescherming. Daarmee is het echter niet klaar. Wij zijn daarom blij met de voorstellen voor een zorgvuldig terugkeerbeleid. Naar onze mening is dit beleid noodzakelijk voor een goed vreemdelingenbeleid. Niet je handen van uitgeprocedeerden aftrekken, zoals onder het vorige kabinet gebruikelijk was, maar zorgvuldig werken aan een waardige terugkeer. Een vlucht in de illegaliteit is voor niemand een goede oplossing. Wij zijn daarom blij met de voornemens van de staatssecretaris om hier ook echt werk van te maken en zien graag snel resultaten tegemoet.

De aangekondigde verbeteringen van de asielprocedure zijn hard nodig. Zowel de Nederlandse Staat als de asielzoeker heeft baat bij een snelle en zorgvuldige procedure. In de begroting wordt een aantal denkrichtingen genoemd die stuk voor stuk verbeteringen zijn. Wij willen graag weten wanneer een en ander wordt gerealiseerd. Daarbij vragen wij ons af of de staatssecretaris van plan is om de zogenaamde "voornemenprocedure" te heroverwegen. De asielzoeker krijgt slechts een paar uur om te reageren op een voornemen tot afwijzing en dan vaak in een taal die hij niet spreekt. Is dit niet zo snel dat de zorgvuldigheid hieronder lijdt?

Verder is er in de begroting sprake van een aantal verbeterpunten voor de IND. Met alle respect, maar zoals het er nu staat, kan het over alles binnen de IND gaan. De afgelopen tijd is er uit het veld veel kritiek geweest en ook de Nationale Ombudsman en de Algemene Rekenkamer hebben er opmerkingen over gemaakt. Wij vragen de staatssecretaris daarom concreter te worden. Wat moet wanneer gerealiseerd zijn? Welke programma's zijn in werking gesteld?

De bestrijding van criminaliteit heeft uiteraard prioriteit en wordt versterkt doorgezet. Er is in deze begroting wel een accentverschuiving waar te nemen. De afgelopen jaren is de aandacht vooral gericht geweest op het effectief kunnen straffen. In deze begroting wordt de nadruk op preventie en op het beperken van de recidive gelegd. Daar kunnen wij van harte achter staan. Het wijzigen van wetten en het verzwaren van straffen is relatief gemakkelijk, maar het daadwerkelijk voorkomen van criminaliteit is een veel zwaardere opgave. Wij vragen ons af hoe de voortgang op dat gebied gemeten kan worden.

De samenwerking met Jeugd en Gezin, Onderwijs, Binnenlandse Zaken en WWI wordt op het punt van preventie krachtig opgepakt. Volgens ons moet het zwaartepunt van de regie bij de gemeenten blijven. Preventie moet vorm krijgen in buurten en wijken. Het is aan ons om de gemeenten daartoe de instrumenten te geven. Bij herhaling heeft mijn fractie aandacht gevraagd voor de voorstellen met betrekking tot "doe normaal". In het coalitieakkoord en het beleidsprogramma zijn in dat verband voorstellen opgenomen. De fractie van de ChristenUnie wil dat de stroomlijning van alle gedragsbeïnvloedende maatregelen volgens het "doe normaalbevel" -- een citaat uit het coalitieakkoord -- zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. Daarmee wordt namelijk de versnippering van gedragsbeïnvloedende maatregelen tegengegaan.

Voor iedereen wordt helder wat de mogelijkheden zijn om onruststokers aan te spreken op hun gedrag. Daar vraagt de samenleving ook om, bijvoorbeeld door stadsdeelvoorzitter Marcouch van Amsterdam Slotervaart. Wij overwegen een motie in te dienen om dit tijdpad erbij te krijgen.

Over retentie wil ik het volgende opmerken. Wij ontvingen deze week de nota Veiligheid begint bij voorkomen. In deze nota wordt gepleit voor een persoonsgerichte benadering om recidive te voorkomen. Een opgelegde straf betekent zo echt winst voor de samenleving en de betrokkenen. De begroting is op dit punt ook ambitieus. Het aantal draaideurcriminelen en notoire geweldsplegers moet drastisch omlaag: 10% minder recidive van jeugdigen en volwassenen, al in 2010. Wij steunen ook deze ambitie van harte.

De fractie van de ChristenUnie heeft bij de behandeling van eerdere begrotingen van Justitie gewezen op onze fractienotitie. Let op: voorkómen is beter dan weer vóórkomen. En dan gaat het om voorkomen voor een rechtbank. In deze notitie stond een aantal concrete maatregelen gericht op het beperken van recidive. Ik zie daarvan wel wat terug in de nota van de staatssecretaris, maar onze fractie mist de aandacht voor mogelijkheden van arbeid gedurende de detentie, die in de begroting nog wel wordt genoemd. Onze fractie wil overigens dat de opbrengst uit die arbeid niet alleen de kosten van detentie gaan drukken, maar ook de mogelijkheden openen voor een schuldenvrije start. Als iemand terugkomt in een maatschappij met een enorme schuldenlast op zijn nek is de kans op recidive immers veel groter. Ook hiervoor hebben wij een motie achter de hand.

De teksten in de begroting over de opheffing van het bordeelverbod zijn veel rooskleuriger dan de uitkomsten van recent evaluatieonderzoek rechtvaardigen. De burgemeester van Amsterdam verklaarde onlangs dat de opheffing van het bordeelverbod weinig heeft gedaan aan misstanden in de prostitutie. Onlangs stelde een hoogleraar in Justitiële verkenningen zelfs dat legalisering van de exploitatie van bordelen een verdere commerciële uitbuiting van prostituees heeft gefaciliteerd. Het zijn harde conclusies. Naar onze mening is het tijd voor concrete maatregelen. Binnenkort bespreken wij de kaderwet voor prostitutiebedrijven. De kern daarvan is een vergunningverplichting voor gemeenten die betrekking heeft op verschillende vormen van de seksindustrie. Gemeenten krijgen daarbij de mogelijkheid voor een nuloptie te kiezen. Dat is heel goed. Echter, naast vestigingseisen moet de kaderwet ook echt bescherming bieden aan prostituees. Daarom moet er in de vergunningen expliciet aandacht zijn voor de arbeidsomstandigheden van de prostituees opdat wij uitbuiting daadwerkelijk tegengaan. Volgens de ChristenUnie is prostitutie namelijk geen normale arbeid. De fractie van de ChristenUnie stelt daarom dat er een nadere, ook juridische analyse van de huidige regelgeving rondom het prostitutievraagstuk plaatsvindt. In dat onderzoek moet aandacht worden besteed aan de uitwerking van artikel 11 van de Grondwet, de onaantastbaarheid van het lichaam. Kun je met het oog op dat artikel een prostitutieovereenkomst aanmerken als een gewone arbeidsovereenkomst? Het is immers moeilijk voor te stellen dat regels uit het verbintenissenrecht in de prostitutie van toepassing kunnen worden geacht. Ik geef een aantal voorbeelden. Kan een bordeelhouder zijn werknemer die als prostituee werkzaam is, met het Burgerlijk Wetboek, boek 7, artikel 659, in de hand verplichten "in persoon de bedongen arbeid te verrichten"? Of kan de klant van de bordeelhouder of de prostituee eventueel onder bedreiging van het opleggen van een dwangsom de nakoming van een prostitutieovereenkomst afdwingen? Ik doe de minister zo nodig bij motie de concrete suggestie om dit onderwerp te betrekken bij het onderzoek naar de strafbaarstelling van prostituanten, dat ook in de begroting wordt aangekondigd.

De afgelopen jaren zijn vele maatregelen genomen om terrorisme te bestrijden. Daarbij is er altijd spanning tussen de bescherming van privacy en vrijheidsbeperkende maatregelen. De technische mogelijkheden om op een snelle manier gegevens uit te wisselen, nemen nog steeds toe. De ChristenUnie is er dan ook blij mee dat de oorspronkelijke taakstelling voor het College bescherming persoonsgegevens ongedaan is gemaakt.

Mevrouw Azough (GroenLinks): Ik wil graag nog een vraag stellen over het prostitutiebeleid. De heer Anker is blij met de verruiming van de mogelijkheden tot een nuloptie. Waarschijnlijk heeft hij van de heer Henk Wessel, verantwoordelijk voor de bestrijding van mensenhandel, dezelfde brief gekregen als ik. Hij waarschuwt juist voor dit punt. Omdat er dan geen beleid is, omdat er dan geen toezicht is en omdat dan geen scherpe vergunningen kunnen worden afgegeven, zijn er in de ene gemeente grote misstanden en te weinig toezicht en is er in de andere gemeente, zoals Eindhoven, wel degelijk een goed toezicht.

De heer Anker (ChristenUnie): Volgens mij moet een gemeente zelf kunnen beslissen of zij ruimte wil geven aan prostitutie. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat in de gemeente waar ik woon, een nuloptie wordt gehanteerd. Ik geloof niet dat prostitutie normaal is, dat het normale arbeid is. Nu de legalisering van prostitutie eenmaal een feit is, moeten wij er alles aan doen om de prostituee te beschermen. Daarvan moeten wij werk maken. Die nuloptie betreft in het bijzonder vestigingseisen. In het huidige prostitutiebeleid wordt voornamelijk gekeken naar vestigingseisen: waar kunnen wij de prostitutie plaatsen, waar geeft zij niet te veel overlast? Er wordt echter nooit ingezoomd op de prostituee. Ik zie er geen enkel probleem in als een gemeente geen bordelen wil. Dat is heel verstandig. Ik hoop echt dat die gemeente illegale prostitutie bestrijdt, zoals zij die behoort te bestrijden.

Mevrouw Azough (GroenLinks): Ik hoor nog geen antwoord op mijn vraag. Er is behoefte aan uniforme regelgeving en uniform toezicht, zodat niet in de ene gemeente bepaalde misstanden voorkomen omdat er in de andere gemeente goed toezicht is en criminele uitwassen en misstanden naar de eerste gemeente uitwijken. Ik heb nog geen goede argumentatie gehoord. De heer Anker heeft gezegd dat wij de misstanden in de prostitutie en het misbruik van vrouwen moeten tegengaan. Dan moet hij ook onderkennen dat het voorkomen van dit soort problemen met het verruimen van de nuloptie wel degelijk mogelijk is.

De heer Anker (ChristenUnie): Volgens mij ligt dit niet aan de nuloptie. Het is juist goed dat wij binnenkort een kaderwet gaan vaststellen, waarin werk wordt gemaakt van een sterk vergunningstelsel. Wij hebben een aanzet gegeven om uit te zoeken of hiernaar arbeidsrechtelijk moet worden gekeken of dat hiervoor speciale regels moeten worden gemaakt. Laten wij inzoomen op het welzijn van de prostituee. Volgens mij zouden wij met deze kaderwet de politie tools moeten geven om de zaak landelijk te controleren. Ik ben het met mevrouw Azough eens dat op dit moment het toezicht van gemeente tot gemeente verschilt. Het handhaven van een nuloptie is daarvan niet de oorzaak. Dit komt veel meer door de lokale prioritering door een gemeenteraad of door de politie.

Mevrouw Van Velzen (SP): De heer Anker maakte een paar zinnige opmerkingen over het gebrek aan arbeid in gevangenissen. Hij kondigde aan dat hij eventueel een motie zou indienen. Het was mij niet duidelijk wat hij concreet van het kabinet vroeg. Wat zou dan de inhoud van die motie zijn? Ik hoop daarover straks nog iets te horen. De heer Anker herhaalde enkele punten uit de notitie van de ChristenUnie van twee jaar geleden. Dit is heel consequent en ik prijs hem daarvoor. Ik hoorde alleen één ding niet, dat ook in die notitie stond. Twee jaar geleden maakte hij kanttekeningen bij de doorgevoerde versoberingen binnen de penitentiaire inrichtingen. Die versoberingen zijn alleen maar verdergegaan. Dit kabinet brengt daarin geen kentering aan. Ik vraag de heer Anker dan ook of hij daarmee akkoord gaat. Wat vindt hij van de bezuinigingen die doorgevoerd worden in het gevangeniswezen? Wat vindt hij van het doorvoeren van nog meer tweepersoonscellen? Wat vindt hij überhaupt van die versobering? Heeft hij dezelfde ideeën als twee jaar geleden?

De heer Anker (ChristenUnie): U vraagt mij om nog even vijf minuten aan mijn bijdrage toe te voegen. Ik weet niet of dat de bedoeling is. Ik vraag het kabinet hoe het omgaat met arbeid in de gevangenis. In de begroting wordt daar iets over gezegd. In de notitie die wij maandag hebben gekregen over voorkomen, vind ik daarover niets concreets terug. In de begroting staat dat de opbrengst van arbeid ten goede zou moeten komen aan de algehele kosten van detentie. Wij zouden heel graag zien dat er een mogelijkheid komt voor gedetineerden om tijdens de detentie te werken aan hun schuldenproblemen, zodat hij of zij na het verlaten van de gevangenis zich niet in een enorme achterstandssituatie bevindt maar daadwerkelijk kan beginnen aan een nieuw leven. Dat is volgens mij wat wij met z'n allen willen. Tenminste, sommige partijen willen graag een heel lange publieke veroordeling, maar dat ter zijde. Ik vraag het kabinet dus hoe het daarover denkt. Wij zouden dat een heel waardevolle bijdrage vinden aan het plan om recidive te voorkomen. Daartoe hebben wij eventueel een motie achter de hand om dat concreet te maken.

Wat de hele beschouwing over het gevangeniswezen betreft, maak ik mij daar even van af met een heel algemene opmerking. Ik kan dat immers niet tot in detail allemaal bespreken. Volgens mij moeten wij ernaartoe dat mensen beter uit de gevangenis komen en niet slechter. Op dit moment wordt op het punt van detentie geëxperimenteerd met andere mogelijkheden, bijvoorbeeld het elektronisch huisarrest, waarover binnenkort ook nog een wetsvoorstel naar ons toe komt.

Ik kan niet zeggen dat wij moeten stoppen met de cellen waar meer dan een persoon in opgesloten worden. Er zijn ook mensen die zeggen dat het soms heel aardig kan werken wanneer meer mensen in één cel zitten. Dat heb ik in de stukken gelezen.

Mevrouw Van Velzen (SP): Toen de heer Anker het had over de doorgevoerde versoberingen sprak hij zeer kritisch over de toename van de leegte en over het isolement doordat het avondprogramma geschrapt is en er flink beknot wordt op geestelijke verzorging. Gaat de heer Anker iets doen om het avondprogramma terug te laten keren? Gaat de heer Anker zorgen voor extra middelen voor geestelijke verzorging?

De heer Anker (ChristenUnie): Ik heb geen concrete voorstellen voorbereid. Dit zijn wel dingen die mij erg aan het hart gaan. Misschien ga ik er wel wat mee doen. Ik heb dit alleen niet voorbereid. Deze dingen hebben wij bij het kabinet wel onder de aandacht gebracht. Deze notitie hebben wij onlangs aan het kabinet gegeven. Wij blijven daar wel voor.

Mevrouw Van Velzen (SP): De ChristenUnie is nu een coalitiepartij. Als de heer Anker nu niets inbrengt en niet komt met voorstellen, een motie of een amendement, betekent dit dat hij het versoberde regime accepteert. Dat verwacht ik niet van de ChristenUnie.

De heer Anker (ChristenUnie): Volgens mij moet mevrouw Van Velzen het niet op zo'n manier interpreteren. Bij de behandeling van deze begroting hebben wij geen accent op deze zaken gelegd. Ik ben blij dat mevrouw Van Velzen mij eraan herinnert. Ik zal ermee aan de gang gaan. Ik begrijp dat mijn opmerking niet voor iedereen even bevredigend is.

Ik was bij het onderwerp privacy. Er moet een commissie aan het werk om het evenwicht tussen privacy en persoonlijke levenssfeer en veiligheid te onderzoeken. Wordt daarbij ook gebruikgemaakt van de kennis die bij het CBP aanwezig is?

De heer Pechtold (D66): De heer Anker vroeg of het College Bescherming Persoonsgegevens genoeg capaciteit heeft.

De heer Anker (ChristenUnie): Ik vroeg niet of er genoeg capaciteit aanwezig is, maar of hun aanwezige kennis gebruikt wordt voor die adviescommissie. Maar laat de heer Pechtold gerust zijn punt maken.

De heer Pechtold (D66): Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft een taakstelling van 10% gekregen, net als alle departementen. Vervolgens heeft het een ophoging van een miljoen gekregen. Netto leidt dit tot een verhoging van een half miljoen. Er zijn veel taken bij gekomen. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft in de Eerste Kamer gezegd dat voor taken als het burgerservicenummer veel beslag wordt gelegd op het CBP. Vindt de heer Anker dat het College Bescherming Persoonsgegevens voldoende is uitgerust voor zijn taak in de komende jaren met het huidige budget?

De heer Anker (ChristenUnie): Wij zijn blij dat er door de motie die wij bij de algemene beschouwingen hebben ingediend extra geld is gekomen voor het College Bescherming Persoonsgegevens. Wij hebben niet alleen de taakstelling van de andere diensten ongedaan gemaakt, maar er ook nog wat aan toegevoegd. Er komen wat dingen aan. Op dit moment moeten wij bezien of het CBP het ermee redt of niet. Ik heb met het college gesprekken gevoerd en ik heb het idee dat wij het CBP hiermee een eind op weg hebben geholpen. Ik vind dat wij een beetje moeten oppassen dat het college niet te veel uit de pas gaat lopen met alle andere organen die nog wel een taakstelling hebben.

De heer Pechtold (D66): Staat de heer Anker open voor een vinger aan de pols? Dit college heeft er een hoop taken bij gekregen. Staat de heer Anker ervoor open om dit de komende tijd goed in de gaten te houden en indien nodig met extra financiën te komen?

De heer Anker (ChristenUnie): Ik vind het een goed idee om de vinger aan de pols te houden. Extra geld schud ik niet zomaar uit de mouw. Daar moet altijd kritisch naar gekeken worden. Ik ben echter altijd een oplettende burger als het om het college gaat.

Er zijn geldstromen vanuit ondemocratische landen die zo culturele instellingen in Nederland steunen. Ik zie graag dat de minister onderzoekt wat hieraan gedaan kan worden. Het gaat niet direct om het steunen van terrorisme. Wel kan het zijn dat deze landen op die manier hun ondemocratische gedachtegoed een platform in Nederland geven.

Ik verwijs tot slot kortheidshalve naar de toelichting bij mijn amendement om voor het komende jaar de bezuiniging op slachtofferhulp ongedaan te maken.

Tweede termijn, donderdag 15 november De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik had drie moties voorbereid. Eén motie dien ik niet in, omdat het een motie is die de uitspraak van de minister zou moeten bevestigen over het "Doe normaal"-contract. Ik ga ervan uit dat hij zijn toezegging niet al te beperkt opvat. Wel dien ik een motie in over detentie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet zinvolle arbeid gedurende detentie mogelijk wil maken;

overwegende dat de opbrengsten daarvan slechts worden gebruikt ter dekking van de kosten van detentie;

van mening dat een schuldenvrije start na detentie van groot belang is om recidive te voorkomen;

verzoekt de regering, de (meer)opbrengsten van zinvolle arbeid ook te mogen inzetten voor een schuldenvrije start na detentie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Anker, Van Haersma Buma, Heerts en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 73 (31200 VI).

Mevrouw Van Velzen (SP): Ik heb een vraag over de motie die de heer Anker zojuist indiende. De tekst klinkt mij zo sympathiek in de oren, dat ik zelfs durf te stellen dat ongeveer hetzelfde wordt bepleit als in de motie die ik als eerste spreker in deze termijn heb ingediend. Vanwaar deze dubbeling?

De heer Anker (ChristenUnie): Ik denk dat het verschil is dat in mijn motie gesproken wordt van de meeropbrengsten van de arbeid. Dus na de plannen die er zijn om de kosten van arbeid gedurende detentie te drukken gaat het erom of wat over is aangewend kan worden voor het wegwerken van de schulden.

De voorzitter: Misschien kunt u er samen nog naar kijken.

Mevrouw Van Velzen (SP): Dat lijkt mij een uitstekend voorstel.

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de prostitutiebranche nog steeds -- ondanks de legalisering -- een "broeinest" is van zwartwerken, vrouwenhandel, witwassen en andere vormen van illegaliteit en criminaliteit;

overwegende dat justitie streng wil optreden tegen criminele misstanden in de prostitutiebranche, in het bijzonder waar sprake is van bedreiging, intimidatie en mensenhandel;

overwegende dat het kabinet daarnaast onderzoek doet naar de strafbaarstelling van prostituanten;

verzoekt het kabinet, genoemd onderzoek breder te trekken en een juridische analyse te maken van de huidige regelgeving op het gebied van prostitutie, in relatie tot artikel 11 van de Grondwet en -- de naleving van -- het arbeidsrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Anker, Van Haersma Buma en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 72 (31200 VI).