Radboud Universiteit Nijmegen


Kunstnijverheid in de schijnwerpers

Welke plaats moet kunstnijverheid, zoals meubels, kleding en zilver, innemen in musea? Daarover spreekt Peter Fuhring, bijzonder hoogleraar Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid aan de Radboud Universiteit, vrijdag 16 november in Leeuwarden. Fuhring houdt er de eerste Nanne Ottema Lezing. Aan de lezing is een symposium gekoppeld waarin het onderwerp nader aan de orde komt. Fuhring is een van de weinige hoogleraren op dit gebied in ons land.

Grote K, kleine k
Wereldwijd, en in Nederland, worden tal van musea hernieuwd. Verbouwingen en herinrichtingen roepen allerlei vragen op ten aanzien van de functie van musea. Een veelbesproken kwestie is de vraag hoe Kunst met een grote K (zoals schilderijen en beeldhouwwerken) zich verhoudt tot de kunstnijverheid (bijvoorbeeld keramiek, meubels, glas en zilver).
De visies lopen uiteen: zo wordt bij de herinrichting van het Rijksmuseum gekozen voor een gemengde opstelling van schilder- en beeldhouwkunst met topstukken uit de kunstnijverheid - een duidelijk verschil met de oude presentatie. Andere musea kiezen juist uitdrukkelijk voor een strikt gescheiden presentatie.

Ottema-Kingma Leerstoel
Sinds 2005 heeft de Radboud Universiteit Nijmegen een bijzondere leerstoel Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid, ingesteld door de Ottema-Kingma Stichting. Het is een van de weinige leerstoelen op dit vakgebied in Nederland. Kunstnijverheid: dat zijn de kunstvoorwerpen die met de aankleding van het leven te maken hebben. Daarbij kun je denken aan meubels, stoffering, serviesgoed, vazen, maar ook sieraden en kleding vallen eronder.

`Veel mensen hebben interesse in de aankleding en meubilering van de historische binnenruimte van bijvoorbeeld oude huizen, kastelen en paleizen', vertelt hoogleraar Peter Fuhring, `maar in het kunsthistorisch onderzoek en onderwijs aan de universiteiten is dit vakgebied lange tijd niet au sérieux genomen. Kunstnijverheid werd niet als aparte discipline gezien, maar `meegenomen' in de studie van een bepaalde periode of stijl.'

Sprekers
Prof. dr. Peter Fuhring, bijzonder hoogleraar Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen, plaatst in de eerste Nanne Ottema Lezing de veranderende plaats van kunstnijverheid in musea in internationaal perspectief. Hierna geven achtereenvolgens dr. Ronald de Leeuw (hoofddirecteur Rijksmuseum Amsterdam), prof. dr. Titus M. Eliëns (hoofd collecties Gemeentemuseum Den Haag), Véronique Vandekerchove (conservator Stedelijke Musea Leuven) en Cees van 't Veen (Fries Museum en Keramiekmuseum Princessehof) hun visie op het onderwerp en de keuzes die in `hun' musea zijn of worden gemaakt. Hierna volgt een paneldiscussie, met prof. dr. C. Willemijn Fock, prof. dr. Gerard Rooijakkers en prof. dr. Jos Koldeweij, onder leiding van Peter Schoon, directeur van het Dordrechts Museum.

De Nanne Ottema Lezing en het daaraan gekoppelde symposium zijn georganiseerd door de Ottema-Kingma Stichting in samenwerking met de afdeling Kunstgeschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen en de Onderzoekschool Kunstgeschiedenis.