woensdag 14 november 2007
Inbreng Raymond de Roon tijdens Justitie begroting.
In de gemeente Terneuzen zijn wegwijzers geplaatst langs de
toegangswegen richting coffeeshops. Het gedoogbeleid heeft daarmee
een nieuwe dimensie gekregen. De overheid die de weg wijst naar
criminele verkooppunten! Hoe diep kunnen we zinken? Naar welke andere
criminele plekken mogen we binnenkort ook bewegwijzering verwachten?
Ik ben erg benieuwd.
Maar nog erger is, dat de minister van Justitie heeft verklaard hier
"begrip" voor te hebben. Voorzitter, de minister lijkt eveneens de weg
kwijt te zijn. Gedogen van misdaad is hier omgeslagen in facilitering
door de overheid. Hoe kan een minister van Justitie daar begrip voor
opbrengen? Heeft de minister zelf bewegwijzering nodig, voorzitter?
Minister! Justitie bevindt zich nu al een jaar of 25 op het hellend
vlak van het gedoogbeleid en dan treedt gewenning in. Mogelijk ook bij
u. Wat scheef is begint dan recht te lijken. Maar dat is het
natuurlijk niet. Met uw begrip voor bewegwijzering naar criminele
verkooppunten, bent u bezig af te glijden op dat hellend vlak. Nooit,
vz, mag het zo zijn dat de overheid de criminaliteit gaat faciliteren.
Gedogen is al fout, faciliteren is medeplichtigheid. De wethouder van
Terneuzen verdient geen begrip maar - bij wijze van spreken - een
dagvaarding.
Terwijl de minister van Verkeer en Waterstaat een zero tolerancebeleid
voorstaat ten aanzien van verdovende middelen in het wegverkeer - en
terecht ! - heeft de minister van Justitie er begrip voor dat de
drugstoeristen die per auto komen bewegwijzerd worden?
Vz. als ze al niet ape-stoned bij de coffeeshops aankomen, dan rijden
ze daar in veel gevallen in die toestand weer weg. Als
oppositiewoordvoerder zou ik het eigenlijk prachtig moeten vinden als
2 ministers elkaar zo tegenwerken maar gezien de gevolgen voor onze
samenleving, vind ik het alleen maar diep triest.
Dan de samenwerking op het gebied van justitie binnen de Europese
Unie. Het is evident, dat samengewerkt moet worden met andere landen
in de aanpak van de grensoverschrijdende criminaliteit. Nederland doet
dat ook en moet dat blijven doen en ook onvermoeibaar blijven streven
naar betere samenwerking. De minister wil dat ook en dat is goed. Maar
wat ik niet goed vind, is dat u 2 weken geleden bij uw Europese
collega's hebt gepleit voor een samenwerking die moet uitmonden in één
Europees strafrecht "als uiting van een gezamenlijke Europese
identiteit". Die gezamenlijke Europese identiteit bestaat niet en de
meeste burgers zitten daar ook niet op te wachten. De PVV in ieder
geval zeker niet. Nog minder willen we dat de minister in Brussel ons
strafrecht gaat verkwanselen voor Europees strafrecht. Nederland
bepaalt zelf wat hier strafbaar is en dat moet vooral zo blijven. Geen
politiek handjeklap daarover in Brussel en zeker geen ingrepen in ons
strafrecht door de Brusselse regenten. Vz., op deze dwaalweg heeft de
minister geen bewegwijzering nodig maar gewoon een fikse prent wegens
het overschrijden van een doorgetrokken streep. Wat mij betreft zit de
minister op de verkeerde weghelft en we weten allemaal wat er van komt
als je daar blijft rijden.
De TBS blijft een hoofdpijndossier, zo lang de staatssecretaris
vanwege haar idealen onverantwoorde risico's blijft nemen. Dat
politiek Den Haag er hoofdpijn van krijgt is trouwens niet erg. Wat
wel erg is, is dat burgers slachtoffers worden van ernstige
misdrijven, gepleegd door TBS'ers. De beveiliging van de burgers tegen
TBS'ers is nog steeds niet goed. Begin dit jaar heeft een TBS `er een
vrouw doodgeschoten en 2 weken geleden is een TBS'er met een
vuurwapen-geschiedenis ontsnapt. Ook de veiligheid binnen de
TBS-klinieken lijkt niet op orde. In september heeft een TBS'er een
medegedetineerde maar liefst 22 steken kunnen toebrengen alvorens te
worden overmeesterd. Als dat met een medegedetineerde kan gebeuren,
dan kan het ook met het personeel van de TBS-inrichting gebeuren. Vz,
we moeten constateren, dat dit soort zaken zich jaarlijks herhaalt.
Ieder jaar zijn er ernstige incidenten met TBS'ers en ieder jaar
beloven de verantwoordelijke bewindslieden beterschap. Zo ook deze
staatssecretaris. Mijn indruk voorzitter, is dat we al jaren steeds in
hetzelfde cirkeltje blijven ronddraaien: ernstige misdrijven door
TBS'ers gevolgd door politieke beloften gevolgd door weer nieuwe
ernstige misdrijven door TBS'ers gevolgd door nieuwe politieke
beloften enz enz. Hoe lang wil de staatssecretaris nog op deze rotonde
cirkeltjes blijven rijden? Ik zou zeggen: kies de veilige afslag. Kies
voor een beleid waarbij TBS'ers die voor ernstige misdrijven zijn
veroordeeld, pas een stap buiten de inrichting kunnen zetten als we
méér zekerheid hebben dat ze niet weer een ernstig misdrijf zullen
plegen.
Vz: recent is gebleken dat er maar liefst 2.600 cellen leeg staan! Er
loopt genoeg gespuis rond in ons land dat onmiddellijke en langdurige
opsluiting verdient en de minister laat cellen leeg staan. Het aantal
werkstraffen is daarentegen onverminderd fors aan het stijgen. Het
voorstel van collega Teeven om onmogelijk te maken dat er nog
werkstraffen kunnen worden opgelegd voor bepaalde zwaardere misdrijven
is een goedbedoelde maar halfslachtige poging om dit op te lossen. Het
zet geen zoden aan de dijk als het gaat om criminaliteitsbestrijding.
De PVV heeft geen behoefte aan symptoombestrijding à la Teeven maar
aan een fundamentele aanpak van een fundamenteel probleem: de cellen
staan leeg en boeven lopen vrij rond.
Ik stel dus de bulldozer-aanpak van de criminaliteit door de PVV graag
tegenover de kaasschaaf-aanpak van de VVD.
Een effectieve aanpak is nodig en daaronder versta ik de invoering van
minimumstraffen voor zware misdadigers en voor alle recidivisten. Het
afgelopen jaar is gebleken dat deze minister daar niets van wil weten.
Maar met dooddoeners als "het past niet bij de traditie van ons
strafrechtelijk systeem" ontloopt hij deze discussie alleen maar.
Weglopen voor problemen is natuurlijk geen oplossing. Daarom zal ik
het initiatief wetsontwerp voor minimumstraffen voor moord en doodslag
binnenkort uitbreiden met minimumstraffen voor allerlei andere
misdrijven.
Hoe staat het trouwens, minister, met de uitvoering van mijn door deze
Kamer begin dit jaar aangenomen motie om de kosten van detentie zo
veel als maar mogelijk is, op de criminelen te verhalen? Tijdens de
Algemene Politieke Beschouwingen beloofde de min-pres nog dat er in de
week daarna een brief met een uitwerking van dat idee zou komen maar
die hebben we nog steeds niet ontvangen.
Vz, veel criminelen hebben er een bloedhekel aan als hun wandaden in
hun directe omgeving bekend worden. Ook dat kan een wapen zijn in de
strijd tegen de criminaliteit. Hier wordt nu helemaal geen gebruik van
gemaakt. De minister laat zich op dit punt verlammen door
privacy-overwegingen. De privacy van criminelen, die zelf niets
anders doen dat voortdurend schenden van de persoonlijke levenssfeer
van anderen, mag - en ik zeg: moet - worden aangetast in het belang
van een hoger doel: het tegengaan van recidive. Met een digitale
schandpaal is helemaal niets mis. Vermeld veroordeelde criminelen op
het internet met naam, adres en portret. Het vooruitzicht dat dit zal
gebeuren kan een rem voor criminelen betekenen. Bovendien heeft de
burger er gewoon recht op om te weten wie de criminelen onder ons
zijn.
Die beide argumenten, preventieve werking en informatie voor burgers
behoren veel zwaarder te wegen dan privacy van misdadigers.
Zet een website op waarop deze publicatie kan geschieden. Alle
veroordelingen tot vrijheidsstraffen, taakstraffen en tbs dienen daar
te worden opgenomen, gedurende de periode vanaf het onherroepelijk
worden van de straf of maatregel tot 5 jaar nadat die straf of
maatregel is ten uitvoer gelegd en alle schade door de crimineel is
vergoed. Het moge duidelijk zijn, dat dit natuurlijk op een wettelijke
regeling gebaseerd zal moeten zijn. Als de minister zo'n wet niet
toezegt, zal ik met een initiatief wetsontwerp komen om dit te
realiseren.
____________________