Gemeente De Bilt


College spreekt voorkeur uit voor by-pass spoor

Op 29 oktober jl. heeft het college zijn voorkeur uitgesproken voor de by-pass (variant C2 model 3) als oplossing voor de spoorwegovergang aan de Soestdijkseweg. Deze voorkeur wordt op 29 november aanstaande aan de raad voorgelegd. Deze voorkeur is gebaseerd op de beoordeling van de varianten op hoofdlijnen en het eensluidend advies van de klankbordgroep stationsgebied. Belangrijkste reden voor de keuze van variant 2 is naast de verkeersveiligheid, de hogere ruimtelijke kwaliteit die bij met deze oplossing bereikt kan worden.

De twee varianten, C1 en C2 voor de ongelijkvloerse kruising van de spoorwegovergang aan de Soestdijkseweg zijn kortweg te onderscheiden in C1 een gezamenlijke onderdoorgang voor langzaam en gemotoriseerd verkeer en C2 een gescheiden onderdoorgang voor langzaam en gemotoriseerd verkeer (een langzame verkeerskruising met bypass voor gemotoriseerd verkeer).

Behandeling van de voorkeursvariant in de raad
Nu het college variant C2 model 3 als voorkeursvariant heeft aangewezen, wordt het raadsvoorstel hiertoe op 15 november aanstaande in de commissie openbare ruimte behandeld. De vervolgbehandeling vindt plaats op 29 november aanstaande. Het document met de boordeling van de varianten is te vinden op de site van de gemeente De Bilt. In de commissie van 15 november kunnen bewoners die n.a.v. het advies van het college aan de raad willen inspreken, bij vooraankondiging bij de griffie van de gemeente, gebruik maken van de inspreekronde.

Voorkeursvariant
Een belangrijk punt voor zowel de gemeente, ProRail, de klankbordgroep en andere betrokken was de financiële haalbaarheid van de oplossingen. In dat aspect is bij aanvang van het traject met de klankbordgroep bewust gekozen om eerst vanuit de gewenste kwaliteiten te ontwerpen en vervolgens de verschillende modellen financieel door te rekenen. Vanuit die optiek heeft ProRail onlangs de kosten van de drie varianten c.q. modellen geraamd.

Uit de voorlopige raming van ProRail blijkt dat de uitvoeringskosten voor de varianten om en nabij de ¤40 mlj zijn (excl. excessen, dit zijn eventuele compensaties door gebruik van eigendom van derden). Hiervan heeft ProRail reeds een substantieel bedrag voor de uitvoering gereserveerd. In die kosten verschaft de volgende uitwerkingsfase, waarin alle de modellen tot definitieve ontwerpen worden uitgewerkt, meer inzicht.

Hoe verder?
Over de dekking van de kosten zijn inmiddels de eerste gesprekken gevoerd met ProRail en het ministerie van V&W. Door ProRail en het ministerie is aangeven dat zij zich zullen inspannen om het belang van het project en bijgevolg van extra bij de minister aanhangend te maken. Afhankelijk van het raadsbesluit op 29 november aanstaande, zal ProRail en gemeente gezamenlijk de minister verzoeken het benodigde budget te completeren.

Na het besluit van de raad zullen wij, rekeninghoudend met het kostenaspect, de volgende (technische/detail) uitwerkingsfase aanvangen. Hoe dat traject wordt ingericht wordt in december in het college behandeld.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van de Communicatieadviseurs, Marije Dulon Barre (030) 228 95 00.

Bilthoven, 6 november 2007