Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken, en mevrouw Albayrak, staatssecretaris van
Justitie, op vragen van het lid De
Wit (SP) over
het volledig rapporteren over de situatie van homoseksuelen in
ambtsberichten.
Vraag 1
Deelt u de conclusie dat ambtsberichten door de rechter als
deskundigenbericht worden beschouwd en dat het ontbreken van informatie in een
ambtsbericht kan leiden tot mogelijk onterechte afwijzing van een asielverzoek?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State, kan een ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken worden
aangemerkt als een deskundigenrapport.
Het landgebonden asielbeleid is mede gebaseerd op de algemene ambtsberichten.
Dit beleid ten aanzien van een bepaald land wordt echter niet slechts gebaseerd
op het desbetreffende algemeen ambtsbericht, doch op alle beschikbare informatie
omtrent dat land, waaronder aanvullende informatie afkomstig van organisaties
als Amnesty International en Vluchtelingenwerk. Ook in de asielprocedure kan de
aanvrager zulke informatie inbrengen. Tegen het besluit van de IND op zijn of
haar aanvraag kan door de betrokkene in beroep worden gegaan. Aanvullende
informatie die door betrokkene wordt aangedragen, wordt zowel door de IND als
door de rechter meegewogen.
Vraag 2
Bent u van mening dat, gelet op deze belangrijke functie van het ambtsbericht in
de rechtspraak, verwacht mag worden dat de totstandkoming ervan zorgvuldig is en
dat het gebruik ervan geen afbreuk mag doen aan de mogelijkheden van de
asielzoeker om zijn of haar asielverhaal tegenover de rechter te verdedigen? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord
Ja, ambtsberichten worden op zorgvuldige wijze vervaardigd en kunnen door de
rechter, die inzage kan krijgen in de onderliggende stukken, worden getoetst.
Voorts staat het de vreemdeling vrij om bij een eventuele afwijzing van zijn
asielaanvraag een rechtsmiddel in te stellen.
Vraag 3
Is het waar dat in Afghanistan homoseksualiteit strafbaar is en dat daarop de
doodstraf staat? Zo neen, waarop baseert u uw mening?
Antwoord
Het Afghaanse wetboek van strafrecht noch de Afghaanse grondwet bevatten
expliciete bepalingen over homoseksualiteit. Volgens het wetboek van strafrecht
kunnen overspel en pederastie worden bestraft met een gevangenisstraf van vijf
tot vijftien jaar. De grondwet bepaalt voorts dat als de wet terzake niets
voorschrijft, de shari'a kan worden toegepast. Onder de shari'a zijn seksuele
handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht niet toegestaan. Er zijn mij
geen gevallen bekend van homoseksuelen in Afghanistan die om die reden ter dood
zijn veroordeeld of zijn geëxecuteerd.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat de passage over homoseksuelen in het algemeen
ambtsbericht Afghanistan van januari 2007 1) (hierna het ambtsbericht) niet
voldoet aan het verzoek van de Kamer om in ambtsberichten over landen waar
homoseksualiteit strafbaar is, volledig te rapporteren over de situatie van
homoseksuelen? 2) Zo neen, waarom niet en in hoeverre acht u deze passage
volledig? Zo ja, waarom is er niet volledig gerapporteerd?
Antwoord
Naar mijn mening is in het betreffende ambtsbericht voldaan aan de wens van uw
Kamer. Zoals eerder geantwoord op 28 november 2006 op de vragen van het Lid
Lambrechts, rapporteren ambtsberichten standaard over de positie van
homoseksuelen voor landen waar homoseksualiteit strafbaar is of waar in de
praktijk ernstige discriminatie of bestraffing plaatsvindt. Afhankelijk van wat
er over hun positie achterhaald kan worden, is de informatie in het ambtsbericht
meer of minder uitgebreid. Helaas boden zowel openbare bronnen als onderzoek ter
plaatse in casu niet voldoende aanknopingspunten om uitgebreider te berichten.
Vraag 5
Is er in het kader van het ambtsbericht onderzoek gedaan naar de situatie van
homoseksuelen? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek en hoe hebben
deze uitkomsten kunnen leiden tot de vaststelling in het ambtsbericht dat de
positie van homoseksuelen onbekend is? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Er is voor de totstandkoming van het betreffende ambtsbericht onderzoek gedaan
in Afghanistan naar de positie van homoseksuelen. Het betreft gesprekken met
vertrouwelijke bronnen. De constateringen die in het ambtsbericht staan zijn
mede daarop gebaseerd.
Vraag 6
Acht u de passage over homoseksuelen in het ambtsbericht voldoende volledig om
voor de rechter als deskundigenbericht te kunnen dienen in asielzaken? Zo ja,
waarop baseert u uw mening? Zo neen, waarom is dit niet uitdrukkelijk vermeld?
Antwoord
Het is aan de rechter om te beoordelen of het algemeen ambtsbericht inzake
Afghanistan als deskundigenbericht kan dienen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er te weinig informatie over de situatie van homoseksuelen
in Afghanistan is, om aan te kunnen nemen dat er voor een Afghaanse homoseksueel
bij uitzetting naar Afghanistan geen reëel risico is op een behandeling in de
zin van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens? Zo neen,
waarom niet en waarop baseert u uw mening? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor
asielzaken waar deze problematiek een rol speelt?
Antwoord
Uitgangspunt van het asielbeleid is dat op individuele basis wordt beoordeeld of
de vreemdeling gegronde redenen heeft te vrezen voor vervolging, dan wel bij
eventuele uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan
folteringen, aan onmenselijke- of vernederende behandeling. Het is aan de
betrokken vreemdeling om deze individuele omstandigheden aannemelijk te maken.
De omstandigheid dat het algemeen ambtsbericht aangeeft dat het onbekend is hoe
de positie van homoseksuelen in Afghanistan is, geeft geen aanleiding het
individualiseringsvereiste los te laten. Bij de beoordeling van de
geloofwaardigheid van een asielrelaas waarbij homoseksualiteit als grond wordt
aangevoerd, wordt, indien geen nadere informatie over de positie van
homoseksuelen beschikbaar is, de situatie van andere minderheden mede in
ogenschouw genomen.