Speech ter gelegenheid van de ledenvergadering van de NOAB op 15 november
2007
toespraak | 15-11-2007 | De Meern, Staatssecretaris
Dames en heren,
Vandaag wil ik het met u hebben over iets persoonlijks. Over relaties.
Of beter: over onze relatie. Zoals geldt voor vrijwel elke relatie:
die kan altijd beter. Graag wil ik vanmiddag vertellen hoe ik denk dat
het structureel beter kan. We gaan het hebben over horizontaal
toezicht. Maar dat concept komt niet uit de lucht vallen. Daarom zal
ik eerst aangeven hoe het horizontaal toezicht past in het verlangen
van dit kabinet om het ondernemerschap te bevorderen. Ik probeer mijn
verhaal kort te houden. Dan blijft er tijd over om daarna met elkaar
van gedachten te wisselen.
Als politicus op Financiën heb ik drie speerpunten: ik maak mij sterk
voor versterking van het innovatief ondernemerschap, voor fiscale
vergroening en voor vereenvoudiging. Bevordering van het
ondernemerschap zie ik als de manier om de economie van Nederland
sterk te houden. We willen het daarom als kabinet zo aantrekkelijk
mogelijk maken ondernemer te worden. En vooral ook: te blijven.
Als we kijken naar het bevorderen van het ondernemerschap dan is
Nederland op de goede weg. Het CBS voorspelt dat er dit jaar zo'n
100.000 ondernemers bij komen. Dat is een verdubbeling van de cijfers
van 2003. Steeds vaker zijn het vrouwen met een allochtone
achtergrond, die verleid worden door het ondernemerschap. Maar ook
ouderen geven steeds vaker de zekerheid van een baan. Ze vinden een
niche in de markt waar ze hun specifieke talent en hun drive kwijt
kunnen.
We willen dat ondernemers het enthousiasme waarmee ze beginnen
vasthouden. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat ze kunnen
blijven doen waar ze goed in zijn. Het werk moet centraal blijven
staan. Ze moeten niet te veel afgeleid worden door administratieve
zaken. We willen het ondernemerschap stimuleren door administratieve
belemmeringen weg te nemen. Daarop wil ik deze middag de nadruk
leggen.
In de periode 2004-2007 is onder het vorige kabinet een forse stap
gezet in het verlichten van de administratieve lasten. De doelstelling
die we hadden om ten opzichte van 2003 de administratieve lasten met
25 procent te verlichten hebben we grotendeels gehaald. Doordat het
kabinet viel zat volledige realisatie er niet in. U hebt van deze
operatie het nodige gemerkt. In de fiscaliteit waren het integreren
van de loonheffing en de premies werknemersverzekeringen belangrijke
operaties. U weet ook dat het SUB/Walvis-traject ons hoofdbrekens
heeft gekost - en nog steeds kost. Misschien lag de ambitie te hoog,
maar ik weet één ding zeker: als je de lat voor wat betreft de
administratieve lasten niet hoog legt, dan zal er uiteindelijk niet
zoveel veranderen. Dan blijft het bij cosmetische aanpassingen. Dan
zal al snel tegenover elke vereenvoudiging weer een andere verzwaring
staan als gevolg van nieuwe ideeën, nieuw beleid en nieuwe regelingen.
U weet dat onder andere MKB-Nederland wat sceptisch was bij de
bereikte resultaten: wat merkt de ondernemer er nu echt van, vroegen
zij zich af. Is de reductie niet alleen op papier bereikt? Een terecht
punt. Want hoewel we veel hebben bereikt zijn we er nog lang niet. Dat
is de reden dat het kabinet voor de komende periode opnieuw hoog
inzet. Voor de periode 2007-2011 mikken we opnieuw op een reductie van
25 procent. Die moet echt merkbaar zijn en daarom zullen we nu ook
alleen voorstellen uitwerken die van bedrijven zelf afkomstig zijn. De
uitgewerkte plannen hebben we naar de Tweede Kamer gestuurd.
Die lastenverlichting moet ook duidelijk vorm krijgen bij de
Belastingdienst. We hebben een ambitieus vereenvoudigingsprogramma
gelanceerd dat de uitvoering moet versoepelen. Bij dit
vereenvoudigingsprogramma gaat het om het aanpakken van de
automatiseringssystemen. Er moet een stabiele, moderne infrastructuur
komen. Daardoor kunnen onnodige fouten worden voorkomen en dat
betekent ook minder last voor u. Maar ook hier geldt: de
vereenvoudiging moet niet een intern feest zijn. Mijn doelstelling is
om processen voor de burger, voor de ondernemer en voor u ook echt
merkbaar eenvoudiger te maken. Zo wordt de afgifte van BTW-nummers en
sofinummers nu binnen vijf dagen geregeld. We gaan ook het aantal
rubrieken op de loonaangifte verminderen. Er komen meer en betere
diensten via internet, zoals de digitale indiening van
bezwaarschriften. En de telefonische bereikbaarheid voor u
intermediairs wordt geëvalueerd en indien nodig verder uitgebreid.
Vereenvoudiging van de uitvoering ziet ook toe op vermindering van de
toezichtslast. Juist de toezichtslast is één van de zaken die door de
ondernemer het meest als `last' ervaren wordt. Administratieve
verplichtingen sec, formulieren die je moet invullen: op enig moment
is het ingebed in je routine. Dan sta je er misschien ook niet meer zo
bij stil. Vaak heb je ook een belang. Dat geldt niet voor toezicht:
vragen van de Belastingdienst, een bezoek van een inspectie ervaar je
als een inbreuk en daarmee als een last.
Hoe willen we nu die toezichtslast verminderen? Nu kom ik bij het
fenomeen van horizontaal toezicht. Dat willen we vooral doen door zo
min mogelijk in te grijpen aan het eind van de fiscale keten. We
investeren nu vooral energie in grote individuele controles achteraf.
Die willen we liever stoppen in preventie en in het zoeken naar
structurele oplossingen vóóraf. Op die manier valt dubbele winst te
halen: de belastingplichtige wordt meer kwaliteit geboden in de vorm
van meer duidelijkheid en zekerheid vooraf. Tegelijkertijd gaan de
uitvoeringskosten naar beneden. Want die vallen lager uit naarmate je
in staat bent eventuele problemen eerder in het traject op te lossen.
Wat mij betreft is dat de essentie van horizontaal toezicht: eventuele
problemen zo vroeg mogelijk oplossen en dubbel werk voorkomen.
Horizontaal toezicht zien we vooral als een kwaliteitsimpuls in onze
relaties. Het gaat uit van vertrouwen en draait om de bereidheid samen
verant woordelijkheid te nemen voor een zo goed mogelijke naleving van
wet- en regelgeving. Het gaat erom elkaar aan te vullen en te
versterken, niet om elkaars werk over te nemen. Ik vind het belangrijk
te benadrukken dat horizontaal toezicht er niet op gericht is van u
fiscaal adviseurs een verlengstuk van de fiscus te maken. Ieder heeft
zijn eigen rol in het proces. Dat staat samenwerking en transparantie
natuurlijk niet in de weg. Sterker, volgens mij komen ze juist in de
afstemming vooraf beter tot hun recht. Dan kan het namelijk echt over
de zaak gaan en niet over de gevolgde procedure.
Horizontaal toezicht is ook zeker niet een werkwijze die we exclusief
voor multinationals en grote adviesbureaus willen reserveren. We
willen juist de mogelijkheden op alle niveaus binnen de fiscale keten
verkennen. Maar er is wel een voorwaarde: beide kanten moeten willen
investeren in het verhogen van de kwaliteit van het proces. En dat
moet ook te controleren zijn. Want horizontaal toezicht is geen naïef
concept. Er moet een basis zijn waarop het vertrouwen is gebaseerd. Ik
heb begrepen dat u als NOAB probeert de kwaliteit van de bij u
aangesloten kantoren te versterken door de introductie van
kwaliteitshandboeken. Dat zie ik als zo'n kwaliteitsimpuls. Als
geborgd kan worden dat er volgens bepaalde standaarden wordt gewerkt,
ligt daar een aangrijpingspunt voor horizontaal toezicht. De SRA en de
Belastingdienst hebben elkaar zo al gevonden en zijn gestart met de
ontwikkeling van een gezamenlijk controleprogramma. Die lijn zouden we
graag breder door willen trekken. Want als we de zekerheid hebben dat
er werkprogramma's met voldoende kwaliteit door u worden gebruikt, dan
hoeven we zelf die zaken niet nog eens bij belastingplichtigen te
onderzoeken. Dan is het voldoende steekproefsgewijs de werking van
programma's te toetsen en te evalueren.
We zijn ons ervan bewust dat horizontaal toezicht van de
Belastingdienst net zo'n grote inspanning vraagt als van de andere
ketenpartners. We zullen moeten investeren in de kwaliteit van ons
eigen proces, in onze dienstverlening, in goede contactpersonen, en in
een serviceniveau dat onderscheidend is voor convenantpartijen. We
hebben nog een lange weg te gaan. Het is duidelijk dat we een
dergelijke fundamentele omslag in denken en werken niet morgen voor
elkaar zullen hebben. Maar hoe lastig het ook is: ik ben er wel van
overtuigd dat dit de weg is waar we met z'n allen het meest van
profiteren. Horizontaal toezicht past naadloos in het verlangen van
het kabinet het ondernemerschap te stimuleren. Duidelijkheid vooraf,
een benaderbare Belastingdienst, eventuele problemen zoveel mogelijk
samen oplossen; dat alles zorgt voor een echte vermindering van de
administratieve lasten. Het is een concept waar we bovendien
internationaal mee voorop lopen en dat onze aantrekkelijkheid als
vestigingsland bevordert.
Maar het werkt alleen als we het samen doen. Hoe het horizontaal
toezicht precies vorm gaat krijgen zullen we samen moeten ontdekken.
We hebben op het ministerie geen uitgewerkt scenario klaar liggen. Ik
nodig u uit met ons mee te denken. Vanmiddag heb ik de
programmamanager Horizontaal toezicht meegenomen. Samen kunnen we de
belangrijkste vragen die bij u leven beantwoorden. Uiteraard kunt u
alle vragen aan ons stellen. Versterking van een relatie begint
tenslotte met openheid over en weer.
* Laatst aangepast: 12-12-2007
Ministerie van Financiën