Voedsel en Waren Autoriteit

Verdere daling acrylamidegehaltes in levensmiddelen nodig

15 november 2007 - nieuwsbericht

Er zijn duidelijke aanwijzingen dat er een relatie bestaat tussen acrylamide en baarmoeder- en eierstokkanker. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Universiteit Maastricht in opdracht van het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft uitgevoerd naar de relatie tussen kanker en de hoeveelheid acrylamide in voedsel. Acrylamide is een stof die voorkomt in producten zoals frites, chips en ontbijtkoek.

Uit het onderzoek blijkt dat het eten van levensmiddelen met relatief veel acrylamide de kans vergroot op het krijgen van baarmoeder- en eierstokkanker. Een relatie met kanker was al bekend op basis van dierproeven, maar is nu ook gevonden met een groot epidemiologisch onderzoek onder Nederlanders die hiertoe meer dan 20 jaar zijn gevolgd.

Blootstelling aan acrylamide via de voeding is niet helemaal te vermijden, omdat het wordt gevormd bij verhitting van onder andere zetmeelrijke etenswaren. Wel heeft de levensmiddelenindustrie het acrylamidegehalte in belangrijke producten de afgelopen jaren al behoorlijk verlaagd. Toch adviseert de VWA de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om aanvullende maatregelen te treffen. De VWA adviseert de overheid een meer coördinerende rol te spelen richting de industrie.
Dit om te bevorderen dat de dalende trend van de gehaltes acrylamide in levensmiddelen doorzet. Verder is er hernieuwde aandacht nodig voor voorlichting over de voedselbereiding thuis en in de horeca. Om een te hoge consumptie van acrylamide te voorkomen adviseert het Voedingscentrum consumenten: eet gevarieerd. Daarnaast moeten aardappelproducten en frites niet bruin, maar goudgeel worden gebakken.

Inspanningen wetenschap en voedingsindustrie helpen Sinds 2002 is bekend dat acrylamide voorkomt in sigarettenrook en in zetmeelrijke etenswaren die bij temperaturen boven 100°C worden bereid, zoals frites, chips, ontbijtkoek, koekjes en koffiebonen. De wetenschap en voedingsindustrie spannen zich sinds die tijd met succes in om het acrylamidegehalte van levensmiddelen te verlagen. Uit herhaalde metingen van de VWA blijkt dat het acrylamidegehalte van veel producten duidelijk is gedaald. Resultaten van deze monitoring zijn eerder gepubliceerd op de VWA-website. Acrylamide kan zowel bij bak- en braad processen in de industrie, de horeca als in de eigen keuken worden gevormd.

Maastrichts onderzoek op verzoek VWA
De Voedsel en Waren Autoriteit heeft de Universiteit Maastricht gevraagd het onderzoek uit te voeren, omdat het al langer bekend was dat acrylamide kankerverwekkend is bij proefdieren. Bij mensen ontbrak hiervoor tot nu toe wetenschappelijk bewijsmateriaal. Het terugdringen van de hoeveelheid acrylamide in de voeding kost inspanningen en dus geld van de levensmiddelenindustrie en de overheid. Om de noodzaak van deze maatregelen te kunnen onderbouwen heeft de VWA het initiatief genomen dit onderzoek te financieren. De Universiteit Maastricht had door in het verleden opgezet onderzoek de mogelijkheid hiervoor. De VWA bracht hierbij gegevens en deskundigheid in over het voorkomen van acrylamide in levensmiddelen en stelde de laboratoriumcapaciteit beschikbaar. Het Maastrichtse onderzoek wordt voortgezet om te onderzoeken of er ook een relatie is tussen het innemen van acrylamide en andere vormen van kanker.

Uniek gegevensbestand basis voor onderzoek
De Nederlandse Cohortstudie naar voeding en kanker die al ruim 20 jaar loopt, bood een unieke database voor het Maastrichtse onderzoek. Hieraan nemen 120.000 Nederlanders deel tussen 55 en 70 jaar (waarvan 62.000 vrouwen). Aan het begin van de Cohortstudie is een uitgebreide voedingsvragenlijst bij de deelnemers afgenomen. Hiermee is achteraf geschat hoeveel acrylamide de deelnemers via hun voeding binnenkregen. Deze personen zijn via de kankerregistratie gevolgd om te bepalen wie van hen kanker kregen.

De VWA heeft de bepalingen van de acrylamidegehaltes die zij al uitvoerde vanuit haar eigen monitoringtaak ook beschikbaar gesteld voor het Maastrichtse onderzoek. In het onderzoek hadden vrouwen in de hoogste categorie van acrylamide-inname een twee keer zo hoog risico op baarmoederkanker (niet van de baarmoederhals) en eierstokkanker als vrouwen in de laagste categorie. Er is geen verband aangetoond tussen de inname van acrylamide en borstkanker, ook niet bij een eerder onderzoek in Zweden.

Meer infomatie:

* Advies bureau Risicobeoordeling VWA inzake acrylamide inname en kanker bij de mens

* Persbericht Universiteit Maastricht naar wetenschapsmedia
* Nieuwsbericht VWA 26 april 2007: Minder acrylamide in ontbijtkoek en chips

* Rapport acrylamide 26 april 2007: acrylamide in levensmiddelen op de Nederlandse markt

* Webdossier acrylamide

* Veelgestelde vragen over acrylamide op de website van het Voedingscentrum

* Toolbox Europese federatie van levensmiddelen (CIAA)