Beantwoording vragen lid De Wit over het volledig rapporteren over de
situatie van homoseksuelen in ambtsberichten
15-11-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid De Wit over het volledig rapporteren over
de situatie van homoseksuelen in ambtsberichten. Deze vragen werden
ingezonden op 29 oktober 2007 met kenmerk 2070803580.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris van Justitie,
Mw. mr. N. Albayrak
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en
mevrouw Albayrak, staatssecretaris van Justitie, op vragen van het lid
De Wit (SP) over het volledig rapporteren over de situatie van
homoseksuelen in ambtsberichten.
Vraag 1
Deelt u de conclusie dat ambtsberichten door de rechter als
deskundigenbericht worden beschouwd en dat het ontbreken van
informatie in een ambtsbericht kan leiden tot mogelijk onterechte
afwijzing van een asielverzoek? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van
de Raad van State, kan een ambtsbericht van de minister van
Buitenlandse Zaken worden aangemerkt als een deskundigenrapport.
Het landgebonden asielbeleid is mede gebaseerd op de algemene
ambtsberichten. Dit beleid ten aanzien van een bepaald land wordt
echter niet slechts gebaseerd op het desbetreffende algemeen
ambtsbericht, doch op alle beschikbare informatie omtrent dat land,
waaronder aanvullende informatie afkomstig van organisaties als
Amnesty International en Vluchtelingenwerk. Ook in de asielprocedure
kan de aanvrager zulke informatie inbrengen. Tegen het besluit van de
IND op zijn of haar aanvraag kan door de betrokkene in beroep worden
gegaan. Aanvullende informatie die door betrokkene wordt aangedragen,
wordt zowel door de IND als door de rechter meegewogen.
Vraag 2
Bent u van mening dat, gelet op deze belangrijke functie van het
ambtsbericht in de rechtspraak, verwacht mag worden dat de
totstandkoming ervan zorgvuldig is en dat het gebruik ervan geen
afbreuk mag doen aan de mogelijkheden van de asielzoeker om zijn of
haar asielverhaal tegenover de rechter te verdedigen? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord
Ja, ambtsberichten worden op zorgvuldige wijze vervaardigd en kunnen
door de rechter, die inzage kan krijgen in de onderliggende stukken,
worden getoetst. Voorts staat het de vreemdeling vrij om bij een
eventuele afwijzing van zijn asielaanvraag een rechtsmiddel in te
stellen.
Vraag 3
Is het waar dat in Afghanistan homoseksualiteit strafbaar is en dat
daarop de doodstraf staat? Zo neen, waarop baseert u uw mening?
Antwoord
Het Afghaanse wetboek van strafrecht noch de Afghaanse grondwet
bevatten expliciete bepalingen over homoseksualiteit. Volgens het
wetboek van strafrecht kunnen overspel en pederastie worden bestraft
met een gevangenisstraf van vijf tot vijftien jaar. De grondwet
bepaalt voorts dat als de wet terzake niets voorschrijft, de shari'a
kan worden toegepast. Onder de shari'a zijn seksuele handelingen
tussen mensen van hetzelfde geslacht niet toegestaan. Er zijn mij geen
gevallen bekend van homoseksuelen in Afghanistan die om die reden ter
dood zijn veroordeeld of zijn geëxecuteerd.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat de passage over homoseksuelen in het algemeen
ambtsbericht Afghanistan van januari 2007 1) (hierna het ambtsbericht)
niet voldoet aan het verzoek van de Kamer om in ambtsberichten over
landen waar homoseksualiteit strafbaar is, volledig te rapporteren
over de situatie van homoseksuelen? 2) Zo neen, waarom niet en in
hoeverre acht u deze passage volledig? Zo ja, waarom is er niet
volledig gerapporteerd?
Antwoord
Naar mijn mening is in het betreffende ambtsbericht voldaan aan de
wens van uw Kamer. Zoals eerder geantwoord op 28 november 2006 op de
vragen van het Lid Lambrechts, rapporteren ambtsberichten standaard
over de positie van homoseksuelen voor landen waar homoseksualiteit
strafbaar is of waar in de praktijk ernstige discriminatie of
bestraffing plaatsvindt. Afhankelijk van wat er over hun positie
achterhaald kan worden, is de informatie in het ambtsbericht meer of
minder uitgebreid. Helaas boden zowel openbare bronnen als onderzoek
ter plaatse in casu niet voldoende aanknopingspunten om uitgebreider
te berichten.
Vraag 5
Is er in het kader van het ambtsbericht onderzoek gedaan naar de
situatie van homoseksuelen? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit
onderzoek en hoe hebben deze uitkomsten kunnen leiden tot de
vaststelling in het ambtsbericht dat de positie van homoseksuelen
onbekend is? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Er is voor de totstandkoming van het betreffende ambtsbericht
onderzoek gedaan in Afghanistan naar de positie van homoseksuelen. Het
betreft gesprekken met vertrouwelijke bronnen. De constateringen die
in het ambtsbericht staan zijn mede daarop gebaseerd.
Vraag 6
Acht u de passage over homoseksuelen in het ambtsbericht voldoende
volledig om voor de rechter als deskundigenbericht te kunnen dienen in
asielzaken? Zo ja, waarop baseert u uw mening? Zo neen, waarom is dit
niet uitdrukkelijk vermeld?
Antwoord
Het is aan de rechter om te beoordelen of het algemeen ambtsbericht
inzake Afghanistan als deskundigenbericht kan dienen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er te weinig informatie over de situatie van
homoseksuelen in Afghanistan is, om aan te kunnen nemen dat er voor
een Afghaanse homoseksueel bij uitzetting naar Afghanistan geen reëel
risico is op een behandeling in de zin van artikel 3 van het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens? Zo neen, waarom niet en waarop
baseert u uw mening? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor asielzaken
waar deze problematiek een rol speelt?
Antwoord
Uitgangspunt van het asielbeleid is dat op individuele basis wordt
beoordeeld of de vreemdeling gegronde redenen heeft te vrezen voor
vervolging, dan wel bij eventuele uitzetting een reëel risico loopt om
te worden onderworpen aan folteringen, aan onmenselijke- of
vernederende behandeling. Het is aan de betrokken vreemdeling om deze
individuele omstandigheden aannemelijk te maken. De omstandigheid dat
het algemeen ambtsbericht aangeeft dat het onbekend is hoe de positie
van homoseksuelen in Afghanistan is, geeft geen aanleiding het
individualiseringsvereiste los te laten. Bij de beoordeling van de
geloofwaardigheid van een asielrelaas waarbij homoseksualiteit als
grond wordt aangevoerd, wordt, indien geen nadere informatie over de
positie van homoseksuelen beschikbaar is, de situatie van andere
minderheden mede in ogenschouw genomen.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken