Veel nieuwe natuur door beperkt bouwen in buitengebied
Veel groen met weinig rood. Onder dit motto investeert het college van
burgemeester en wethouders van Breda in nieuwe natuur rondom Breda.
Beperkte bebouwing in het buitengebied levert Breda de financiële
middelen op waarmee zij het buitengebied vitaal en aantrekkelijk kan
houden. Met deze regeling komt het college met name agrariërs tegemoet
die andere middelen van bestaan zoeken. Dat is de kern uit de
ontwerp-beleidsnota Rood en Groen die het college heeft vastgesteld en
voorlegt aan de stad.
Wethouder voor Natuur en Landschapsontwikkeling, Janus Oomen: het is
uitdrukkelijk niet de bedoeling ons buitengebied vol te bouwen. We
willen hier alleen op beperkte schaal en onder strikte voorwaarden
nieuwbouw toestaan. Dat levert ons middelen op waarmee we kunnen
investeren in de kwaliteit van ons buitengebied én het biedt agrariërs
meer mogelijkheden in hun bestaan te voorzien.
Voornamelijk aan de westkant van Breda kunnen op beperkte schaal
nieuwe woningen komen. Particulieren die in het buitengebied willen
bouwen, wordt gevraagd een bedrag van 140.000 per kavel te storten. De
helft van dit bedrag gaat naar de provinciale Ruimte voor Ruimte
fonds, waarmee de provincie in groen investeert. De andere helft gaat
naar een nieuwe gemeentelijke fonds voor Kwaliteitsverbetering
Buitengebied. Dit gemeentelijke fonds gebruikt Breda om te investeren
in nieuwe natuur. Als eerste komen in aanmerking twee
landschapsecologische gebieden, namelijk het gebied Lies, Vuchtschoot,
De Rith en Effen en het gebied tussen Teteringen en Oosterhout.
Verder werkt de gemeente mee aan het ontwikkelen van nieuwe
landgoederen in het buitengebied. Hiermee komt Breda niet alleen
agrariërs tegemoet, maar ook particulieren die willen wonen in het
groen. Een nieuw landgoed moet minimaal 10 hectare groot zijn om er
drie woningen te mogen bouwen. Ook moet de eigenaar het gebied
duurzaam instandhouden en ervoor zorgen dat 90% van het landgoed voor
iedereen toegankelijk is.
Tot slot kunnen in het buitengebied, onder strikte voorwaarden, nieuwe
buitenplaatsen ontwikkeld worden. Dat zijn landhuizen midden in een
park of een bos die als woningen, kantoren of maatschappelijke
voorziening gebruikt kunnen worden. Het terrein van een nieuwe
buitenplaats moet minimaal 5 hectare groot moet zijn. Verder wil de
gemeente voorkomen dat de bebouwing het groen overheerst. Daarom mag
van slechts 1% bebouwd worden, terwijl het provinciaal beleid 20%
toestaat. Ook bij nieuwe buitenplaatsen stelt het college de
voorwaarde dat de ontwikkelende partij het gebied duurzaam onderhoudt.
Dit betekent onder meer dat er pas gebouwd mag worden als 60% van het
groen is aangelegd. Ook moet 80% van de buitenplaats voor iedereen
toegankelijk zijn.
De commissie Bouwen en wonen bespreekt op 27 november de nota Groen en
Rood.
Breda, 15 november 2007
Gemeente Breda