Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Baalen over
activiteiten en doelstellingen en subsidiëring van het samenwerkingsverband
United Civilians for Peace (UCP). Deze vragen werden ingezonden op 1 november
2007 met kenmerk 2070803810.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Verhagen,
minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid
Van Baalen (VVD) over
activiteiten en doelstellingen en subsidiëring van het
samenwerkingsverband United Civilians for Peace (UCP).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de CIDI-publicatie 'United Civilians tegen Israël' van
10 oktober jl. en het daarmee corresponderende artikel in de Telegraaf van 25
oktober jl.?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van het Centrum Informatie en Documentatie over Israël (CIDI)
dat de activiteiten van UCP, die via de medefinancieringsorganisaties Novib,
ICCO en Cordaid indirect door de Nederlandse overheid worden gesubsidieerd,
direct indruisen tegen het Nederlandse beleid ten aanzien van het
Midden-Oosten-Vredesproces (MOVP) in het algemeen en de dialoog tussen Israël en
de Palestijnse Autoriteit (PA) in het bijzonder?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het UCP haar jaarlijkse budget van ¤ 500.000 misbruikt
voor een eenzijdige campagne tegen Israël, waarbij de schending van de
mensenrechten door Palestijnse en Arabische instellingen en groepen en de
negatieve rol van Iran in de regio worden gebagatelliseerd ten opzichte van het
optreden van Israël?
Antwoord
De regering constateert dat de rol van UCP vooral gericht is op beleidsbeï
nvloeding en lobbying. De organisatie deelt niet alle inzichten van de regering
over het MOVP en de Israëlisch-Palestijnse dialoog en draagt ook andere meningen
uit dan die van de regering. Dit betekent echter niet dat van misbruik van de
middelen die aan UCP zijn toegekend, kan worden gesproken. Dat is in eerste
instantie ter beoordeling aan de rechtstreekse financiers van UCP, zijnde de
betrokken medefinancieringsorganisaties (MFO's) en IKV/Pax Christi. Het
ministerie beoordeelt of deze financiers zich houden aan de verplichtingen die
hun bij de subsidiebeschikking opgelegd zijn. In deze beschikking is een aantal
algemene regels vastgelegd waaraan hun activiteiten dienen te voldoen. Zij
dienen met name 'rekening houden met het beleid van de Minister' en 'zich
onthouden van activiteiten die tot doel hebben de onafhankelijkheid van een
staat te ondermijnen '. Naar onze mening handelen de bettrokken organisaties
bij de uitvoering van hun activiteiten vooralsnog niet in strijd met deze
verplichtingen. De verplichting om rekening te houden met het beleid wil niet
zeggen dat men het eens moet zijn met dat beleid; ook is ons niets gebleken van
actieve steun aan organisaties als Hamas, die de staat Israël willen
vernietigen. De regering zal er ook op toezien dat dat niet het geval is.
Vraag 4
Bent u bereid deze werkwijze bij het UCP en bij de betrokken
medefinancieringsorganisaties (mfo's) aan de orde te stellen en aan te dringen
op een evenwichtige benadering van het Israëlisch-Palestijnse conflict en het
MOVP?
Antwoord
Tussen het ministerie en de betrokken organisaties vindt regelmatig overleg
plaats. In deze dialoog worden onder meer hun publicaties besproken en wordt
waar nodig gewezen op feitelijke onjuistheden in hun analyses en/of aanpak. De
ervaring is dat deze organisaties vatbaar zijn voor argumenten en kritiek.
Vraag 5
Bent u bereid, indien uw optreden overeenkomstig het bovenstaande punt 4 niet
tot resultaat leidt, de subsidies aan de genoemde mfo's (gedeeltelijk) te
heroverwegen?
Antwoord
Mocht het zo zijn dat de MFO's en IKV/Pax Christi zich niet houden aan de
bepalingen van de subsidiebeschikking, dan zal het ministerie niet aarzelen
maatregelen te treffen. Dat zou ook tot de (gedeeltelijke) inhouding van
subsidiegelden kunnen leiden. Daartoe bestaat nu geen enkele aanleiding.
Ministerie van Buitenlandse Zaken