Raad voor Werk en Inkomen


Slimme en onorthodoxe deals tussen bedrijven, gemeenten, woningcorporaties, onderwijs en bewoners
RWI: economische opbloei probleemwijken kansrijk

Den Haag, 15 november 2007

Er zijn goede mogelijkheden om de sociaaleconomische situatie in de probleemwijken te verbeteren. Dit stelt de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) in een advies aan minister Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie. De RWI bepleit slimme, innovatieve deals en coalities tussen bedrijfsleven, projectontwikkelaars, gemeenten, woningcorporaties, onderwijsinstellingen en bewoners. Hiermee kunnen de bedrijvigheid en werkgelegenheid - en daarmee ook de leefbaarheid - in de wijken toenemen. Ook de landelijke overheid, uitkeringsinstanties en re-integratiebedrijven moeten hun aanpak bijstellen.

Voor bedrijven geldt dat in de probleemwijken onbenut arbeidspotentieel schuilgaat. Hiermee kunnen zij hun nijpende personeelstekorten tegengaan. Opmerkelijk is ook dat uit onderzoek is gebleken dat in deze wijken meer mensen aan het werk willen dan altijd werd aangenomen.
Voor de RWI staat vast dat bedrijven en woningcorporaties veel te winnen hebben bij verbetering van de arbeidsmarktsituatie in de probleemwijken. Voor gemeenten en rijksoverheid is het de uitdaging om de omstandigheden en voorwaarden zo te verbeteren, dat het aantrekkelijk wordt voor private partijen om in de wijken te gaan investeren. De RWI doet daarvoor in zijn advies verschillende suggesties. De Raad roept alle betrokken partijen in de probleemwijken op elkaar op te zoeken, kennis te nemen van de vele mogelijkheden die er zijn en voortvarend daarmee aan de slag te gaan. Voorzitter Jan van Zijl heeft het advies van de RWI vandaag namens werkgevers, werknemers en gemeenten aan minister Vogelaar overhandigd.

De RWI heeft het CBS gevraagd het arbeidspotentieel in de 40 aandachtswijken te onderzoeken. Dit levert een veel gunstiger beeld op dan altijd werd aangenomen. Het percentage uitkeringsgerechtigden is in deze wijken weliswaar twee keer zo hoog als in de rest van Nederland, maar de werkbereidheid is - afgezet tegen landelijke cijfers - opvallend groot.
Verder wonen in de probleemwijken verhoudingsgewijs veel jonge mensen; in het bijzonder de 25 tot 34-jarigen zijn oververtegenwoordigd. Opmerkelijk is ook dat het opleidingsniveau van de werkwilligen in de 40 wijken niet lager is dan het landelijke beeld. De RWI concludeert hieruit dat het arbeidsaanbod in de aandachtswijken kwalitatief en kwantitatief prima aan de vraag van werkgevers kan voldoen.

Partijen in de RWI - werkgevers, werknemers en gemeenten - zijn ervan overtuigd dat innovatieve en onorthodoxe deals en coalities tussen publieke en private partijen veel winst kunnen opleveren. Zo zouden in ruil voor extra investeringen door de gemeente in het lokale ondernemingsklimaat - bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid - bedrijven op hun beurt voor hun vacatures of leerwerkplekken gericht in een probleemwijk moeten gaan werven. Dit kan zich dan weer snel terugbetalen door de toegenomen koopkracht in die wijk.

Ook zouden gemeenten en woningcorporaties hun huiver om met projectontwikkelaars en institutionele beleggers (zoals pensioen- en bouwfondsen) in zee te gaan, vaker moeten afschudden. Wanneer beleggers en ontwikkelaars in de betere wijken meer ruimte krijgen om projecten op te starten, kan het voor hen acceptabel zijn om in de probleemwijken voor een langere tijd vooralsnog onrendabele activiteiten uit te voeren, stelt de RWI.
De RWI ziet ook mogelijkheden voor social return on investment. Dit komt erop neer dat gemeenten in hun aanbestedingen als voorwaarde opnemen dat bedrijven langdurig werklozen inzetten bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden. Dit moet dan wel op een moderne en zorgvuldige wijze worden toegepast, waarbij het voor werkgevers helder is welke voordelen ook zij kunnen behalen.

Naast het verhogen van de veiligheid in de wijken, roept de RWI de gemeenten op om bij hun inrichtingsplannen niet alleen naar de noodzakelijke woningbouw of renovatie te kijken, maar nadrukkelijker óók naar de belangen van bedrijven.
Van woningcorporaties, landelijke overheid en uitkeringsinstanties vraagt de RWI meer soepelheid richting startende ondernemers. Naast het voordelig aanbieden van flexibele bedrijfsruimte door corporaties, wil de RWI meer financieel krediet voor vanuit een WW-uitkering startende, kansrijke ondernemers. Ook bepleit de Raad mogelijkheden om met behoud van uitkering in deeltijd een onderneming op te starten. Hoewel in een aantal probleemwijken al goede initiatieven van de grond zijn gekomen, ziet de RWI weinig in kortlopende, geïsoleerde en kleinschalige projecten. In plaats daarvan wordt een gebundelde en integrale aanpak bepleit, mits één partij duidelijk de regievoerder is. Dit zal vaak de gemeentelijke overheid zijn, maar kan ook door een woningcorporatie of onderwijsinstelling worden opgepakt. Bij een integrale aanpak kan overigens wel veel geleerd worden van de kleinere projecten, waarvan de RWI voorbeelden in zijn advies heeft opgenomen.

De RWI nodigt verder re-integratiebedrijven, CWI, gemeenten en UWV uit meer gebruik te maken van detacheringconstructies. Hiermee kunnen werkzoekenden uit de wijken met een grote afstand tot de arbeidsmarkt enige werkervaring opdoen. Door in dienst te treden van een detacheerder, loopt het bedrijf waarvoor ze werkzaamheden verrichten beperkte risico's. Ook hebben deze bedrijven hierdoor geen last van allerlei administratieve werkdruk.
De RWI roept regionale onderwijsinstellingen die in een probleemwijk gehuisvest zijn op een actievere rol in de wijk te gaan spelen. Door in hun praktijkprojecten nauw met buurtbedrijven op te trekken, dragen zij bij aan de verbetering van de leefomgeving. Bovendien kunnen ze zo meer en betere stages of leerwerkplekken voor hun leerlingen regelen. Voor bedrijven is dit bij uitstek een kans om via maatschappelijk ondernemerschap hun reputatie te verhogen.

Ten slotte wil de Raad voor Werk en Inkomen het niet bij een advies laten. In nauwe samenwerking met Nicis Institute, dat in opdracht van de RWI een analyse van bestaande wijkprojecten heeft gemaakt, wil de Raad betrokken partijen praktisch ondersteunen bij het bevorderen van werkgelegenheid en bedrijvigheid in de 40 aandachtswijken. Zo heeft de RWI een checklist opgesteld, waarmee gemeenten en andere partijen kunnen inventariseren wat er in hun wijken allemaal al gebeurt, maar vooral ook wat er nog kan en moet gebeuren.

De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering en andere partijen over het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de re-integratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.

Voor de redactie,

Raad voor Werk en Inkomen