Socialistische Partij
Eerste Kamer: Kabinet zondigt twee keer op één dag
14-11-2007 * Twee keer zondigen op één dag is echt teveel, aldus SP-senator Kox gisteren in debat met minister Hirsch Ballin van Justitie en diens staatssecretaris Albayrak. Beide bewindslieden botsten gisteren hard op de Eerste Kamer vanwege de opname van strafverzwarende maatregelen met terugwerkende kracht in twee wetsvoorstellen. 'Dat mag niet van de Grondwet, niet van de Strafwet en niet van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens - en dus ook niet van ons', oordeelde Kox dinsdag in het plenaire debat. Daarmee verwoordde hij het algemene gevoel van onbehagen in de 'Kamer van heroverweging'.
De twee wetsvoorstellen als zodanig zijn niet omstreden in de Senaat. Het ene wetsvoorstel regelt de vervanging van de zogeheten vervroegde invrijheidstelling door een voorwaardelijke invrijheidstelling, voor gevangenen die tweederde van hun straf hebben uitgezeten. Het andere voorstel verlengt de periode waarin vrijgelaten TBS'ers onder toezicht blijven, van drie naar negen jaar. Beide voorstellen kregen eerder in de Tweede Kamer brede steun en worden ook in de Eerste Kamer door alle fracties positief beoordeeld. Het is goed, oordeelt de Senaat kamerbreed, dat er een einde komt aan het zonder voorwaarden vervroegd vrijlaten van gevangenen na tweederde van hun straftijd. Vanaf nu gaat gelden dat wie zich goed gedraagt op vrije voeten blijft maar wie in de fout gaat, terug in de cel moet. Dat is beter voor de samenleving en kan helpen een vrijgelaten veroordeelde op het rechte pad te houden. Het is ook verstandig, vindt de eerste Kamer, dat de termijn waarin voorwaardelijk vrijgelaten TBS'ers onder toezicht blijven wordt verlengd van drie naar negen jaar. Onderzoek laat zien dat in de eerste acht jaar na vrijlating de kans op recidive verreweg het grootste is (hoewel er ook daarna altijd risico's blijven bestaan). Langer toezicht maakt ook hier de kans op ontsporingen kleiner. Voor een succesvolle uitvoering van beide wetten eist de Eerste Kamer wel garanties dat de begeleiding door de reclassering en andere instanties toereikend is. Hirsch Ballin en Albayrak zegden, tot tevredenheid van de Senaat, toe dat de beschikbare middelen, mochten ze niet toereikend blijken, verruimd zouden worden.
De Eerste Kamer heeft echter grote moeite met het opnemen in beide wetten van bepalingen die met terugwerkende kracht de straffen verzwaren van personen die al veroordeeld zijn. Dat verdraagt zich niet met bepalingen van de Nederlandse Grondwet en Strafwet en ook niet met artikel 7 van het Europese Verdrag voor de rechten van de mens. Kox herinnerde de bewindslieden er aan dat ook de Hoge Raad, Nederlands' hoogste rechter, spreekt van een 'ongeclausuleerd verbod' om dit rechtsbeginsel te schenden. Omdat minister Hirsch Ballin er niet in slaagde de Senaat te overtuigen dat die strijdigheid er niet zou zijn in de door hem verdedigde wet, besloot de Eerste Kamer de beraadslagingen daarover op te schorten, in afwachting van een ministeriële brief met betere argumenten dan de tot nu toe gebruikte. Slaagt hij daar niet in dan heeft de bewindsman een groot probleem. Ook staatssecretaris Albayrak overtuigde de Senaat niet maar het ziet ernaar uit dat haar 'zonde' iets minder zwaar zal wegen voor een Kamermeerderheid. 'Beslist niet mooi maar wellicht aanvaardbaar', was het voorlopige oordeel van CDA-senator Franken. Op verzoek van de SP is de stemming tot volgende week aangehouden, zodat alle fracties zich nog nader kunnen beraden over hun eindoordeel.