NIOD
14.11.2007
Expositie over fascistische architectuur in het NIOD
In de entreehal van het NIOD laten de beeldende kunstenaars Kevin van Braak (1975) en Rossella Biscotti (1978) aan de hand van foto's, documenten en video zien welke transformaties de fascistische architectuur in Italië onderging.
Symbolische betekenis en geheugen spelen een sleutelrol in de expositie Continuous Lines of Cities. Archiefonderzoek, de directe confrontatie met de gebouwen en weergaven van eerdere interpretaties worden op analytische wijze gefilterd, hersteld en herschikt in een visueel archief dat verschillende suggesties, transformaties en interpretaties vastlegt.
De tentoonstelling toont het verhaal achter de zoektocht van Biscotti en Van Braak.
Deze eigenzinnige analyse van fascistische architectuur in Italië is te zien
in de entreehal van het NIOD.
Continuous Lines of Cities. is tot 13 februari 2008 te bezichtigen in de entreehal van het NIOD op maandag van 1300 17.00 uur en dinsdag tot en met vrijdag van 9.00 17.00 uur. De toegang is gratis.
Over de zoektocht en de presentatie van Kevin van Braak en Rossella Biscotti schreef Stephanie Pilat het artikel 'Kan een deur fascistisch zijn?'.
Kan een deur fascistisch zijn?
Dit is een van de vele vragen waarmee de kunstenaars Kevin van Braak en Rossella Biscotti zich bezighouden. Gebruikmakend van fotografie, filmdocumentaire en de analyse van architectonische fragmenten onderzoeken ze hoe de architectuur van het fascisme in Italië wordt omgevormd. Al doende nodigen ze uit om na te denken over de vraag of architectuur een intrinsieke filosofische betekenis heeft en of die betekenis veranderlijk is of vastligt.
De betreffende deur is door Van Braak en Biscotti bewaard en was afkomstig uit het Palazzo degli Uffici in de EUR-wijk in Rome, die in de fascistische tijd werd aangelegd. De deur en twee bijbehorende zijpanelen zijn gemaakt van glas en hout en bekleed met een dunne laag linoleum. De kunstenaars hebben de delen weer samengevoegd, later aangebrachte verflagen weggeschuurd en het geheel opgesteld als onderdeel van de wand van een gang, klaar voor de volgende verflaag. Op het eerste gezicht kan men moeilijk anders denken dan dat het simpelweg een deur is, een eenvoudige constructie van oud hout en glas. Men kan toch moeilijk geloven dat zo'n deur de sleutel tot de geheimen van het regime bewaart of zelfs de macht van zijn ideologie. Of wel?
Met het restaureren van de deur wordt de vraag gesteld: hoe betekent architectuur iets? Het fysieke overblijfsel van zo'n deur omvat misschien geen expliciete ideologie, maar het ontwerp ervan was vrijwel zeker bedoeld om er één over te brengen. Het ontwerp is de schakel tussen de bedoelingen van de architect en de lezing van het werk door het publiek. In het geval van het Palazzo degli Uffici vinden we een architectuur die groots, onversierd en modern is. Die kenmerken waren bedoeld om het regime te verbinden met het Romeinse Rijk en tegelijk zijn revolutionaire karakter te onderstrepen.
Met hun onderzoekingen trekken Biscotti en Van Braak telkens weer de verbrokkelde ruimte tussen intentie en perceptie open. Hun filmdocumentaire toont bijvoorbeeld het langzame proces van het schoonmaken van het zwembad in Mussolini's forum in Rome. Een klein mannetje is bezig met schrobben en oplappen in de uitgestrekte lege ruimte van het zwembad. De muren achter hem zijn overdekt met muurschilderingen van heroïsche, reusachtige atleten. Het contrast in beweging en schaal tussen de schoonmaker en de bevroren atleten benadrukt dat in de bezetting van deze ruimtes er wellicht een mogelijkheid bestaat tot herdefinitie van de facistische architectuur.
In een ander werk laten de kunstenaars zien hoe een van de beroemdste werken van de fascistische architectuur al zo'n herdefinitie heeft ondergaan. Op een foto van het interieur van de Schermacademie in Mussolini's forum zien we nog altijd de elegante lijnen van het oorspronkelijke ontwerp. Maar we zien ook dat het gebouw in de jaren zeventig van de vorige eeuw slordig is verbouwd tot rechtbank. Er ligt groengele vloerbedekking op de grond, er staan goedkope meubels en overal zijn kabels, stroomdraden en videocamera's te zien. Het beeld brengt een dwingende confrontatie teweeg tussen de grootse oorspronkelijke intentie van het gebouw en zijn prozaïsche geschiedenis en gebruik daarna.
De tentoonstelling biedt niet alleen een andere kijk op de fascistische architectuur, ze herinnert ons ook aan de macht die cultuurproductie nog altijd bezit in de politieke sfeer. Voor de meesten van ons bestaat politiek niet alleen uit wetgeving en beleidsvoorstellen, maar bevat ook een sterke culturele dimensie waarin meer subtiele boodschappen worden overgedragen. Daarbij kan het gaan om een cultuur van beroemdheden de Kennedy-dynastie of zelfs Alessandra Mussolini maar ook om architectuur en design. In feite is het de cultuur die de tastbare verbindingen legt tussen bevolkingsgroepen en hun landen en overheden. En de architectuur van het fascisme is soms van een adembenemende schoonheid. Dat is de reden waarom ze succesvol was toen ze nieuw was en waarom ze ook nu nog voor koude rillingen kan zorgen.
Maar door de momenten te vangen waarop de fascistische architectuur wordt schoongemaakt, gerestaureerd, verbouwd of anderszins veranderd, herinneren Van Braak en Biscotti ons eraan dat wij zelf ook een rol spelen in het toeschrijven van betekenis aan gebouwen, en dat die betekenis dus werkelijk kán evolueren en veranderen. Neem bijvoorbeeld het Lincoln Memorial in Washington D.C., dat oorspronkelijk was bedoeld om te herinneren aan Lincolns rol als redder van de Unie. Het was dan ook geen toeval dat het monument recht tegenover het huis van Robert E. Lee aan de overkant van de Potomacrivier werd geplaatst, en werd voorzien van inscripties en ornamenten die allemaal het behoud van de Unie herdachten, en niet de afschaffing van de slavernij. Toch is de betekenis van het monument door gebeurtenissen als het concert van de zwarte zangeres Marian Anderson in 1939 en de beroemde 'I have a dream'-speech van Dr. Martin Luther King langzaam maar zeker getransformeerd. Hedentendage vormt het Lincoln Memorial in het collectieve bewustzijn van de natie een symbool van gelijkheid en is het in wezen een monument voor de burgerrechten.
De architectuur van het fascisme kan misschien nooit worden losgemaakt van de politieke sfeer waarin ze ontstond, evenals dat ontwerpers nooit het laatste woord hebben over de betekenis van hun bouwwerken: dat is voorbehouden aan de samenleving. Nu de bouwwerken van het fascisme worden opgeknapt en overgeschilderd en een nieuwe bestemming krijgen, kan hun betekenis worden geherdefinieerd door nieuwe en onverwachte stemmen. Tegen die achtergrond roept het werk van Van Braak en Biscotti bij ons allemaal de vraag op: wat zal de architectuur van het fascisme straks betekenen?