Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA `S-GRAVENHAGE

Den Haag Ons kenmerk
9 november 2007 DK/B&B/2007/44608

Onderwerp
De ontwikkeling van filmtalent

In aanloop naar ons Algemeen Overleg op 14 november aanstaande over het filmbeleid geef ik in deze brief een eerste reactie op het advies Toptalent begint bij ambitie. Over de ontwikkeling van filmtalent. De Raad voor Cultuur bracht dit advies op 20 juni uit naar aanleiding van de vraag van de voormalig staatssecretaris Van der Laan om een advies over talentontwikkeling, met de nadruk op een kwaliteits- verbetering op het gebied van scenario's (Kamerstukken 2005­2006, 25 434, nr. 26).

Ruimte voor talent
Het advies heeft een duidelijke relatie met de nota Kunst van leven, die aangeeft op welke manier ik de ruimte voor talent wil vergroten. De Raad heeft de oorspronkelijke vraag ruim opgevat door de filmsec- tor in zijn geheel aan te spreken op zijn houding tegenover talent, ontwikkeling en experiment. Deze brede benadering heeft geleid tot een inzichtelijke analyse en een waardevol advies. De Raad heeft zo- wel algemene als genrespecifieke vragen en oplossingen geformuleerd. Het belang van verdere ontwikkeling van talent geldt in het bijzonder voor de kinder- en animatiefilm, die beide een sterke internationale reputatie hebben. Het advies van de Raad over filmtalent zie ik dan ook in nauw verband met het advies Kinderfilm, naar een volwassen beleid dat de Raad in april 2006 uitbracht.

Publieke omroep
Kunst van leven benadrukt dat de cultuursector en de publieke omroep elkaar kunnen versterken. De publieke omroep kan de kansen voor talent in de gehele culturele sector vergroten. Ik heb daarom een deel van de verhoging van het budget voor de publieke omroep bestemd voor Nederlands drama. Met de voorgenomen verhoging van het budget voor het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroep- producties, onder voorbehoud van het besluit bij de Voorjaarsnota 2010, wil ik de culturele program- mering versterken. Beide maatregelen zijn onderdeel van de brief over de organisatie van publieke om- roep die ik 5 oktober aan u heb toegestuurd (Kamerstuk 2007-2008, 31200 VIII, nr. 14). Ik beschouw het advies van de Raad over filmtalent als steun voor deze voornemens.

blad 2/3

Knelpunten
In zijn advies signaleert de Raad meerdere knelpunten: een gebrek aan ontwikkeling en doorstroming, een beperkte internationale oriëntatie bij filmmakers en te weinig focus op toptalent. De oplossing van deze knelpunten staat of valt volgens de Raad met de bereidheid van de filmsector keuzes te maken en gezamenlijk concrete ambities te formuleren. De Raad geeft aan dat de meeste aanbevelingen zijn te financieren door herschikking of concentratie van middelen. Daarnaast vraagt de Raad om een extra investering om Nederlands toptalent internationaal meer kansen te geven.

Aanbevelingen
De Raad onderscheidt in het advies aanstormend, bewezen en toptalent. Het advies bevat een zestal aanbevelingen om de ontwikkeling en doorstroom van dit talent binnen de sector te versterken. Hier- onder volgt een overzicht van de verschillende aanbevelingen van de Raad, waarbij ik per aanbeveling mijn reactie geef.

Formuleer ambities
De meest cruciale aanbeveling van de Raad is dat de filmsector gezamenlijk concrete ambities en doel- stellingen voor toptalent zou moeten formuleren. Ik juich deze oproep toe. Plannen maken en ambities formuleren is bij uitstek een zaak van de professionals zelf. Ik onderschrijf het belang van coördinatie in dit proces. Wel vraag ik mij af of je hiervoor een intendant moet aanstellen, zoals de Raad adviseert. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor het toekomstige sectorinstituut voor de film.

Verbeter de opleidings- en scholingssituatie
De Raad geeft aan achter de plannen te staan van de Nederlandse Film en Televisie Academie een mas- teropleiding film te starten met een internationale oriëntatie. Ook pleit de Raad voor een steviger posi- tie van het Binger Filmlab.
Ik ben het eens met dit advies van de Raad. Het zou goed zijn als Binger Filmlab een centrale rol vervult in het begeleidings- en scholingsaanbod. Ik zal de Raad voor Cultuur vragen zijn voorstel verder uit te werken. Ook zal ik het door de Raad geadviseerde onderzoek naar de animatiesector financieren.

Stimuleer vernieuwing en experiment
De Raad pleit voor een stevige inzet van het Nederlands Fonds voor de Film voor vernieuwing en expe- riment, vooral op het gebied van cross-overs en nieuwe media. Naast de aanbeveling dat het Neder- lands Fonds voor de Film hiervoor meer geld reserveert, adviseert de Raad een verdere flexibilisering van het subsidieregime.
De Filmbrief heeft hiervoor een duidelijke koers uitgezet. Eigenzinnigheid moet de ruimte krijgen. Het Nederlands Fonds voor de Film heeft de mogelijkheid in bijzondere gevallen af te wijken van vaste pro- cedures, zodat het vernieuwing en experiment meer kans kan geven. Bij het in kaart brengen van de mogelijkheden van technologische ontwikkelingen en cross-overs zie ik een rol voor het beoogde sec- torinstituut.

blad 3/3

Geef talent kansen, zorg voor doorstroming en creëer ruimte voor excellentie Voor de doorstroming van bewezen talent ziet de Raad een belangrijke rol voor het Nederlands Fonds voor de Film. Het Nederlands Fonds voor de Film zou zich met het Binger Filmlab moeten richten op toptalent, met een artist in residence-programma en door reisbeurzen voor het buitenland te verstrek- ken. De publieke omroep geeft door drama- en speelfilmreeksen aanstormend talent de kans zich te bewijzen en met nieuwe vormen te oefenen.
De Filmbrief geeft aan dat het Nederlands Fonds voor de Film moet gaan voor eigenzinnige keuzes. Ook hier geldt het uitgangspunt om minder plannen te honoreren, maar met meer geld, dat ik in Kunst van leven heb toegelicht. Ook is het van groot belang dat producenten bewezen talent aansporen.

Vergroot zichtbaarheid van (top)talent
Volgens de Raad kunnen het Nederlands Filmfestival, het Nederlands Fonds voor de Film en de publieke omroep de zichtbaarheid van talent vergroten. De Raad adviseert bij het Nederlands Fonds voor de Film voor alle genres intendanten aan te stellen die de ruimte krijgen om initiatieven te nemen en te honoreren. Ik ben hier terughoudend in. In Kunst voor leven heb ik alle fondsen gevraagd met voorstel- len te komen om toptalent meer ruimte te geven. Het model van intendanten is daarvoor een mogelijk- heid, maar voor ik hierin een keuze maak, wil ik eerst nadere voorstellen van het Nederlands Fonds voor de Film kennen.

Verbeter de internationale aansluiting
De Raad constateert een gebrek aan internationale oriëntatie in de Nederlandse filmsector. Hij stelt een aanscherping van subsidieregels voor. Dit kan door internationale positionering en een visie op internationale uitbreng of promotie als een van de voorwaarden voor in te dienen plannen op te nemen. Daarnaast adviseert de Raad het budget voor internationale coproducties te verhogen. Tenslotte zou toptalent het speerpunt moeten worden in het internationale promotiebeleid. Ik ondersteun deze ana- lyse. De maatstaf voor de kwaliteit van films wordt immer internationaal bepaald. Met het Nederlands Fonds voor de Film treed ik in overleg over de wijze waarop aanvragers oog hebben voor de internatio- nale dimensie van hun vakgebied en over een verhoging van het budget voor internationale coproduc- ties.

Tot slot
Ik beschouw Toptalent begint bij ambitie als een duidelijke oproep aan de filmsector en aan mij om ge- zamenlijk de ruimte voor talent te vergroten. Bovendien ben ik van mening dat dit advies door zijn ge- degen opbouw en heldere analyse een groter belang heeft dan alleen voor de filmsector. Het bevat in- spirerende aanbevelingen om talent ook in andere disciplines meer ruimte te bieden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk