ECA/07/28
Luxemburg, 13 november 2007
Het Jaarverslag 2006 van de Europese Rekenkamer signaleert enige
verbeteringen, met name bij de landbouwuitgaven, maar bij de meeste
EU-uitgaven doen zich nog steeds fouten voor inzake de wettigheid en
regelmatigheid als gevolg van gebreken in de interne-controlesystemen
zowel bij de Commissie als in de lidstaten
De Commissie heeft zich aanzienlijke inspanningen getroost om de
gebreken in het beheer van de risico's voor de EU-middelen te
verhelpen. Sommige veranderingen hebben al een positieve weerslag,
zoals de aanmerkelijke vermindering van het door de Rekenkamer
geschatte foutenniveau in landbouwtransacties - hoewel dat nog juist
boven de materialiteitsdrempel blijft. Deze positieve ontwikkeling
bevestigt de doeltreffendheid van het geïntegreerde beheers- en
controlesysteem GBCS en van de vereenvoudiging van de aanvraag- en
betalingsprocedures in de onlangs ingevoerde bedrijfstoeslagregeling.
In de geconsolideerde rekeningen 2006 wordt op alle materiële punten
een getrouw beeld van de financiële positie van de Gemeenschappen en
van de resultaten over het jaar gegeven, met uitzondering van een
overwaardering van de onder de balansposten crediteuren en
voorfinanciering geboekte bedragen. De Commissie heeft verdere
vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de boekhouding op
transactiebasis, hoewel er nog steeds enige tekortkomingen blijven
bestaan.
In 2006 verrichtte de EU betalingen voor een totaalbedrag van
106,6 miljard euro.
De Rekenkamer geeft andermaal een goedkeurende verklaring af inzake de
verrichtingen die ten grondslag liggen aan de EU-ontvangsten en
vastleggingen, administratieve uitgaven en pretoetredingsstrategie,
met uitzondering van Sapard. Bovendien vertoonden de betalingen voor
externe maatregelen die onder direct beheer van de delegaties van de
Commissie staan, in 2006 een gering aantal fouten.
De Rekenkamer geeft evenwel opnieuw een afkeurende verklaring af ten
aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de meeste EU-uitgaven:
hoofdzakelijk het gedeelte van de landbouwuitgaven dat niet onder het
GBCS valt, structuurbeleid, intern beleid en een aanzienlijk deel van
de externe maatregelen. Op deze terreinen is nog steeds sprake van een
materieel foutenpercentage in de betalingen aan de begunstigden, zij
het in uiteenlopende mate.
Verder is de Rekenkamer van oordeel dat de verrichtingen die ten
grondslag liggen aan de Europese Ontwikkelingsfondsen, met
uitzondering van de betalingen die door de delegaties van de Commissie
in de begunstigde staten werden geautoriseerd, over het geheel genomen
wettig en regelmatig zijn.
De heer Hubert Weber, President van de ERK, zei gisteravond op de
vergadering van de Commissie Begrotingscontrole het volgende: "De
fouten in de onderliggende verrichtingen zijn onder meer te wijten aan
nalatigheid, geringe kennis van de vaak ingewikkelde regels en
vermoede pogingen om fraude te plegen ten koste van de EU-begroting.
Op het gebied van de niet onder het GBCS vallende uitgaven in de
landbouw, het structuurbeleid en het intern beleid zijn de controles
op uitgavendeclaraties, die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op door de
begunstigden verstrekte informatie, in vele gevallen bovendien
ontoereikend qua aantal en intensiteit, en vaak van onvoldoende
kwaliteit. Vereist is een beter beheer en een betere controle van de
communautaire uitgaven, op terreinen met zowel gedeeld als
rechtstreeks beheer, onder de uiteindelijke verantwoordelijkheid van
de Commissie."
Wat betreft de landbouw als geheel - 49,8 miljard euro in 2006 -
constateerde de Rekenkamer een aanzienlijke daling van het geraamde
totale foutenpercentage, al ligt dit nog steeds juist boven de
materialiteitsdrempel. Landbouwuitgaven worden gekenmerkt door
verschillende soorten verrichtingen, waarvoor verschillende risico's
en controlesystemen gelden. Het GBCS, dat ongeveer 70 % van de
GLB-uitgaven bestrijkt is, mits behoorlijk toegepast, doeltreffend ter
beperking van het risico van onregelmatige betalingen. De Rekenkamer
constateert dat, hoewel de bedrijfstoeslagregeling de aanvraag- en
betalingsprocedures vereenvoudigt, zij ook neveneffecten heeft, zoals
de toekenning van rechten aan grondeigenaren die voordien nooit een
landbouwactiviteit hebben uitgeoefend, hetgeen leidt tot een grote
verschuiving van de EU-steun van de feitelijke landbouwers naar de
grondeigenaren. Onder de nieuwe ontvangers van landbouwsteun uit de EU
zijn spoorwegmaatschappijen, paardrij- en paardenfokverenigingen,
golf- en vrijetijdsclubs en gemeentebesturen.
Ten aanzien van de uitgaven voor structuurbeleid - 32,4 miljard euro
in 2006 - blijft de situatie nagenoeg gelijk aan die van de voorgaande
jaren. De Rekenkamer stelde een materieel foutenniveau vast dat naar
schatting ten minste 12 % van het aan de begunstigden vergoede bedrag
uitmaakt. De meest voorkomende fouten waren declaraties van niet voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven en het niet volgen van
inschrijvingsprocedures, alsmede een gebrek aan bewijs ter
onderbouwing van de berekening van algemene kosten of van de betrokken
personeelskosten. De toezicht- en controlesystemen in de lidstaten
waren in het algemeen niet of slechts matig doeltreffend, en de
Commissie oefent slechts een matig effectief toezicht uit op het
functioneren ervan.
Bij het rechtstreeks door de Commissie beheerd intern beleid
- 9,0 miljard euro in 2006 - constateerde de Rekenkamer wederom een
materieel foutenniveau wat betreft de wettigheid en regelmatigheid van
de onderliggende verrichtingen, dat voornamelijk werd veroorzaakt door
vergoedingen aan begunstigden die de kosten voor projecten te hoog
hadden opgegeven. Uit de controles van de Rekenkamer bleek dat de
interne-controlesystemen slechts gedeeltelijk bevredigend waren.
De uitgaven voor externe maatregelen - 5,2 miljard euro in 2006 -
waren bevredigend wat betreft de door de delegaties beheerde en
geverifieerde verrichtingen, maar niet ten aanzien van de organisaties
die de projecten uitvoeren. De fouten omvatten declaraties van
niet-subsidiabele uitgaven en inbreuken op aanbestedingsprocedures.
De Rekenkamer constateerde dat de betalingen in het kader van de
pretoetredingsstrategie - 2,3 miljard euro in 2006 - over het algemeen
genomen wettig en regelmatig waren, hoewel er in de gecontroleerde
Sapard-verrichtingen opnieuw significante fouten werden ontdekt.
De Commissie heeft maatregelen getroffen om het aantal
terugvorderingen op te voeren en de bescherming van de financiële
belangen van de EU over de laatste paar jaar te verbeteren. Maar als
gevolg van de ingewikkeldheid van het met de lidstaten gedeelde beheer
van deze middelen beschikt de Commissie nog steeds niet over
betrouwbare informatie over terugvorderingen van ongerechtvaardigde
betalingen - de betrokken bedragen en begunstigden - noch over de
financiële impact ervan voor de EU-begroting.
President Hubert Weber van de ERK concludeerde:
"De Commissie zou het goede voorbeeld moeten geven door bijzondere
aandacht te besteden aan het opzetten en doeltreffend doen
functioneren van haar eigen interne-controlesystemen bij de
rechtstreeks beheerde EU-middelen - intern beleid en externe
maatregelen. Dit zou model staan en een aanmoediging vormen voor de
uitvoeringssystemen met gedeeld beheer in de lidstaten."
"Voor een doeltreffend beheer van de EU-middelen is het van essentieel
belang dat er op alle niveaus van de administratie doelmatige en
betrouwbare interne-controlesystemen komen. Ik geloof dat de
EU-burgers ervan verzekerd moeten kunnen zijn dat de EU-middelen in de
gehele Unie goed worden beheerd en gecontroleerd."
Europese Rekenkamer
Communicatie en verslagen - Persdienst
12, rue Alcide De Gasperi - L-1615 Luxemburg
Tel.: (+352) 4398 45410 - Fax: (+352) 4398 46224 - GSM
(+352) 621 55 22 24
e-mail: press@eca.europa.eu
Noot aan de redacteur
De Europese Rekenkamer is de extern controleur van de Europese Unie.
Als onafhankelijke instelling van de Europese Unie is zij gevestigd te
Luxemburg.
De Rekenkamer brengt elk jaar in november haar jaarverslagen uit met
betrekking tot het voorgaande begrotingsjaar: één jaarverslag heeft
betrekking op de algemene begroting van de Unie, het andere betreft de
Europese ontwikkelingsfondsen (buiten de algemene begroting om
gefinancierde ontwikkelingshulp).
De algemene begroting is de voornaamste begroting van de Europese
Unie, die de ontvangsten of 'eigen middelen' en de uitgaven omvat,
onderverdeeld in vijf belangrijke terreinen: landbouw;
structuuruitgaven; intern beleid, met inbegrip van onderzoek; externe
maatregelen (ontwikkelingshulp) en pretoetredingsstrategie. Een zesde
terrein wordt bestreken door de administratieve uitgaven van de Unie
zelf.
Hoofdbestanddeel van de jaarverslagen vormen de
betrouwbaarheidsverklaringen van de Rekenkamer (Déclaration
d'Assurance, DAS) en de toelichting daarbij. Deze omvatten, op de
grondslag van het EG-Verdrag, jaarlijkse conclusies over i) de
betrouwbaarheid van de rekeningen, en ii) de wettigheid en
regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.
De verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen geeft aan in
hoeverre de rekeningen (de jaarrekening) een volledig en juist beeld
geven van de financiële resultaten over het jaar, alsmede van de
activa en passiva aan het eind van het jaar.
De verklaring over de wettigheid en regelmatigheid van de
onderliggende verrichtingen geeft aan in welke mate de aan de
rekeningen ten grondslag liggende verrichtingen inzake de ontvangsten
en betalingen - betalingen aan landbouwers, lokale autoriteiten,
ontwikkelingsprojecten - juist zijn berekend en voldoen aan de
desbetreffende regelgeving.
De verklaringen van de Rekenkamer berusten op het bij haar
controlewerk verzamelde bewijsmateriaal en kunnen zijn:
i) goedkeurend - de rekeningen zijn betrouwbaar, en de onderliggende
verrichtingen zijn op alle materiële punten wettig en regelmatig; of
ii) afkeurend - de rekeningen zijn niet betrouwbaar, of de
onderliggende verrichtingen zijn niet op alle materiële punten wettig
en regelmatig, of iii) met voorbehoud - de rekeningen zijn
betrouwbaar, en de onderliggende verrichtingen zijn op alle materiële
punten wettig en regelmatig, behalve wat betreft de gevolgen van de
kwestie(s) waarop het voorbehoud betrekking heeft.
Fouten met betrekking tot de wettigheid of regelmatigheid treden op
wanneer begunstigden ofwel te hoge bedragen declareren, ofwel
anderszins niet voldoen aan de verplichtingen die zij moeten nakomen
om EU-steun of -subsidie te ontvangen. Op grond van bewijs van een
materieel of onaanvaardbaar hoog foutenpercentage zal de Rekenkamer
een afkeurende verklaring afgeven.
De Rekenkamer baseert haar verklaringen op analyses en controles van
systemen, alsmede op controles van statistisch representatieve
steekproeven van onderliggende verrichtingen. Dit houdt in het
verzamelen van rechtstreeks bewijs inzake de juistheid en fysieke
realiteit van de verrichting op het niveau van de eindbegunstigde.
De interne controle bestaat uit de reeks procedures en processen
(zoals controles) aan de hand waarvan de Europese Unie haar begroting
uitvoert en beheert, en waarborgt dat middelen naar behoren en volgens
de voorschriften worden geïnd en besteed. De controleprocedures - die
zijn bedoeld om fouten te voorkomen, of op te sporen en te
corrigeren - vallen onder de verantwoordelijkheid van de Commissie en,
in het geval van gedeeld beheer, van de lidstaten of begunstigde
staten. De interne audit maakt deel uit van de interne controle en
helpt te waarborgen dat de systemen naar behoren werken.
Het GBCS (geïntegreerd beheers- en controlesysteem) is het systeem dat
EU-lidstaten dienen toe te passen voor bepaalde aspecten van de
landbouwuitgaven, die thans ongeveer 70 % van de totale uitgaven
uitmaken. De vereisten van de regeling zijn vastgelegd in een
verordening: men moet databases bijhouden en werken met identificatie
van land en dieren, en met gecoördineerde controles. Op niet onder het
GBCS vallende uitgaven zijn andere systemen van toepassing.
Bij de bedrijfstoeslagregeling - BTR - is de steun losgekoppeld van de
productie, hetgeen inhoudt dat landbouwers niet meer worden betaald op
basis van de gewassen die zij telen of het aantal dieren dat zij
houden. De rechten van de begunstigden zijn gebaseerd op hetzij
gedurende een referentieperiode ontvangen betalingen (historisch
model), hetzij gedurende het eerste uitvoeringsjaar bewerkte grond
(regionaal model).
European Union