Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 200818
2500 EA `S-GRAVENHAGE

Den Haag Ons kenmerk
13 november 2007 DK/CS/2007/43392

Onderwerp
Programmafonds cultuurparticipatie

Tijdens het Algemeen Overleg van 6 september 2007 met uw Kamer over Kunst van leven (kamerstuk 28989 nr. 44) heb ik u een brief toegezegd over het Programmafonds cultuurparticipatie. Met deze brief los ik die toezegging in. Ik informeer u hierin over de stand van zaken rond de oprichting van het programmafonds.

Ambities kabinet
In het regeerakkoord heeft het kabinet zijn ambities op het gebied van cultuurparticipatie, amateurkunst en volkscultuur uitgesproken.

1. Kunst en cultuur verbinden mensen, laten nieuwe inspirerende perspectieven zien, kunnen ontroeren, verwonderen en ons een spiegel voorhouden. Daarom is het van belang om in ons Koninkrijk een divers kunstaanbod te hebben en een divers publiek te bereiken.
2. Cultuurparticipatie zal actief worden gestimuleerd. Het kabinet zal speciale aandacht besteden aan de vraag hoe een breder en meer divers publiek in aanraking kan komen met het cultuuraanbod, in het bijzonder de musea.
3. Cultuureducatie blijft een prominente plaats innemen in het onderwijs- en kunstbeleid. Zij brengt jongeren in contact met onderliggende waarden in de samenleving, historische lijnen en leert ze om kunst te waarderen en te beoordelen.
4. Amateurkunst en volkscultuur worden gestimuleerd.

Samen werken, samen leven
In zijn beleidsprogramma Samen werken, samen leven heeft het kabinet deze ambities verbonden met een concrete doelstelling: alle jongeren tot 18 jaar dienen actief of passief vertrouwd te raken met cultuur, kunst en Nederlandse geschiedenis. Ook kondigt het kabinet een Programmafonds Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/4

cultuurparticipatie aan. Dit fonds krijgt een belangrijke taak bij het realiseren van bovengenoemde ambities.
De rijksoverheid werkt samen met provincies, gemeenten, culturele instellingen en het onderwijs om cultuurparticipatie te vergroten. Daarom zijn alle partners bij de uitwerking van het programmafonds betrokken.1

Kunst van leven
In Kunst van leven heeft het kabinet zijn ambities in het cultuurbeleid uitgewerkt. De cultuuragenda bestaat uit vijf thema's: excellentie, innovatie en e-cultuur, cultuurparticipatie, een mooier Nederland en een sterke cultuursector.
De plannen om de cultuurparticipatie te vergroten zijn uitgewerkt in een tienpuntenplan. Dit tienpuntenplan besteedt ruime aandacht aan de toegankelijkheid van cultuur, een betere ondersteuning van amateurkunst en een steviger verankering van cultuureducatie in het onderwijs. Voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het 10-puntenplan is een belangrijke rol weggelegd voor het programmafonds. Uw Kamer heeft, onder meer door aanname van de motie-Van Vroonhoven (kamerstuk 30800 VIII nr. 38) de wenselijkheid van een impuls voor cultuurparticipatie (in het bijzonder voor amateurkunst) benadrukt.

Rijk, provincies en gemeenten
Voor cultuurparticipatie is een goede samenwerking met andere overheden van groot belang. Rijk, provincies en gemeenten hebben de afgelopen jaren samengewerkt in het Actieplan Cultuurbereik. De door OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ingestelde commissie Cultuurbereik verwoordde het algemene gevoelen van de drie overheden: door het Actieplan Cultuurbereik is veel in gang gezet: er is ruimte gekomen voor nieuwe initiatieven en cultuurbereik is stevig op de lokale beleidsagenda komen te staan; maar de samenwerking kan beter: met een duidelijke focus op enkele thema's .2 De drie overheden zien het Programmafonds cultuurparticipatie als een goed instrument om hun samenwerking tegelijk voort te zetten en te verbeteren.

Van actieplan naar programmafonds
Het Programmafonds cultuurparticipatie is de opvolger van het actieplan cultuurbereik, dat in 2008 ophoudt te bestaan. In navolging van het advies van de commissie Cultuurbereik kiest het kabinet voor meer focus op een beperkter aantal beleidsvelden: cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur. Binnen het programmafonds worden regelingen op het gebied van amateurkunst en cultuureducatie en de samenwerking tussen gemeenten, provincies en rijk onder één regie geplaatst waardoor de samenhang en effectiviteit worden vergroot. Het kabinet ziet het als zijn taak ervoor te zorgen dat iedereen de mogelijkheid krijgt als culturele burger deel te nemen aan de samenleving. Bovendien


1 Samen werken, samen leven; Beleidsprogramma Kabinet Balkenende IV 2007-2011, pagina 82.
2 Van stolling naar stroming; Rapport Commissie Cultuurbereik, maart 2007.

blad 3/4

beschouwt het kabinet een brede culturele basis als een voorwaarde voor de ontplooiing van talent. Daarom wil de regering elke burger in elke fase van zijn leven uitdagen om actief of passief vertrouwd te raken met één of meerdere vormen van kunst en cultuur en de toegankelijkheid van instellingen en voorzieningen vergroten.

Programmafonds cultuurparticipatie: stand van zaken Inmiddels zijn al enkele belangrijke stappen gezet voor de oprichting van het Programmafonds cultuurparticipatie. De minister van OCW heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de cultuursector, IPO en VNG. Die gesprekken hebben geleid tot een startdocument dat de taken en de werkwijze van het programmafonds in hoofdlijnen beschrijft. Verder bevat het de opdracht aan de kwartiermaker die met de uitwerking van het programmafonds wordt belast, evenals als een tijdpad. In het bestuurlijk overleg van 18 oktober jl. hebben OCW, IPO en VNG dit startdocument vastgesteld. U vindt het startdocument als bijlage bij deze brief.

Kwartiermaker
In overleg met IPO en VNG is dhr. J. Dijkstra, voormalig gedeputeerde van de provincie Overijssel, als kwartiermaker aangesteld. Hij zal de minister van OCW in samenspraak met de andere overheden en de sector3 adviseren over nadere invulling van de doelstellingen en de taken van het programmafonds, zoals op hoofdlijnen beschreven in het startdocument. Hierbij formuleert hij concrete voorstellen voor de organisatie van het fonds, adviescommissies en regelingen. De kwartiermaker fungeert als intermediair tussen de verschillende overheden en de cultuursector en zal een breed draagvlak voor het programmafonds creëren. Indachtig de opmerking van uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg van
6 september jl. over culturele diversiteit zal hij in zijn voorstellen nadrukkelijk aandacht schenken aan dit onderwerp. Dhr. Dijkstra is inmiddels met zijn werkzaamheden begonnen. Bij de inrichting van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ is een aparte, tijdelijke stichting gecreëerd waarvan het bestuur tot de definitieve inrichting van het Programmafonds cultuurparticipatie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de regelingen amateurkunst van het voormalige Fonds Amateurkunst en Podiumkunsten (FAPK). Het fondsloket amateurkunst blijft dus geopend totdat het Programmafonds cultuurparticipatie start.

Budget
Kunst van leven kondigt aan dat meer geld beschikbaar komt voor amateurkunst en volkscultuur door de uitbreiding van het huidige budget van het Actieplan Cultuurbereik. Dit budget zal worden ingezet via het Programmafonds cultuurparticipatie. Ook zal ik aan dit fonds middelen ter beschikking stellen ten behoeve van presentatie van de Canon van Nederland aan het onderwijs. In de begroting 2008 is voor deze doelen voor 2008 een bedrag opgenomen van 0,8 miljoen ten laste van de enveloppenmiddelen cultuur. Deze intensivering loopt op tot indicatief 22 miljoen in 2012.


3 Bij de sector wordt in ieder geval gedacht aan landelijke instellingen als Kunstfactor, Cultuurnetwerk Nederland, de Cultuurformatie, het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Erfgoed Nederland en de (overige) sectorinstituten.

blad 4/4

Definitieve besluitvorming over de bedragen voor 2009 en verder zal de komende jaren steeds plaatsvinden bij Voorjaarsnota. Daarnaast zullen met ingang van 2009 de budgetten verbonden aan de huidige regelingen amateurkunst van het FAPK en de regeling cultuureducatie van de Mondriaanstichting en het FAPK naar het programmafonds worden overgebracht. Ook de middelen voor de meerjarig gesubsidieerde instellingen op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst die van OCW over gaan naar het programmafonds zullen worden overgeheveld.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk