13-11-2007
Europese Commissie vraagt Nederland om aanvullende informatie inzake
de vliegbelasting
Eind september heeft Jeanine Hennis-Plasschaert schriftelijke vragen
ingediend m.b.t. de invoering van de beoogde Nederlandse
vliegbelasting.
Hennis-Plasschaert wilde van de Europese Commissie weten of deze
belasting niet in strijd is met internationale verdragen en/of het
niet simpelweg resulteert in staatssteun voor de luchthaven Schiphol.
Het definitieve oordeel laat nog even op zich wachten. De Europese
Commissie heeft Nederland in ieder geval om meer informatie gevraagd.
Hieronder vindt u de gestelde vraag en het antwoord.
SCHRIFTELIJKE VRAAG van Jeanine Hennis-Plasschaert (ALDE) aan de
Commissie
Betreft: Vliegbelasting ofwel een (luchthaven)vertrekbelasting met
milieudoelstelling
Onder de noemer 'een duurzame leefomgeving' stelt de Nederlandse
regering ondermeer voor om, m.i.v. 1 juli 2008, een gedifferentieerde
vliegbelasting ofwel vertrekbelasting in te voeren. De Nederlandse
regering verzuimt hierbij een toetsbaar (kwantitatief) beoogd doel, en
aldus de verwachte effectiviteit, vast te leggen. Transferpassagiers
worden op grond van het voorstel buiten beschouwing gelaten.
Voor de volledige tekst, verwijs ik u naar (pag. 18 t/m 20):
http://www.minfin.nl/binaries/minfin/prinsjesdag2007/wettekst-belastin
gplan-2008.pdf
Een toelichting is te vinden op (pag. 8 t/m 11):
http://www.minfin.nl/binaries/minfin/prinsjesdag2007/memorie-van-toeli
chting-belastingplan-2008.pdf
Voor het oordeel van de Raad van State, zie (pag. 4 t/m 7):
http://www.minfin.nl/binaries/minfin/prinsjesdag2007/advies-raad-van-s
tate-belastingplan-2008.pdf
1. Kan de Europese Commissie aangeven of er contact is geweest
met de Nederlandse regering n.a.v. bovengenoemde belasting?
2. Verschillende juristen stellen dat bovengenoemde belasting in
strijd is met het Verdrag van Chicago (artikel 15). Is de Commissie
het daarmee eens? Zo nee, waarom niet?
3. Kan de Commissie aangeven in hoeverre bovengenoemde belasting
strookt met bepalingen in de verordeningen 549/2004 en 550/2004 ,
waarin wordt gesteld dat geen tarieven, rechten of andere kosten mogen
worden op gelegd (...) voor het enkele recht van (...) vertrek uit
zijn grondgebied door een luchtvaartuig (...) of van personen of
eigendommen daarin.
4. Verschillende juristen stellen voorts dat bovengenoemde
belasting in strijd is met artikel 49 van het EG-Verdrag. Is de
Commissie het daarmee eens? Zo nee, waarom niet?
5. Is er volgens de Commissie een vergelijking mogelijk met
elementen van de zaak tegen Malta? Zo nee, waarom niet?
6. Gelet op de woorden van de Raad van State (pag. 7), is de
Commissie van mening dat 'het buiten beschouwing laten van de
transferpassagiers' kan worden aangemerkt als steun voor de luchthaven
Schiphol. Zo nee, waarom niet?
Antwoord van de heer Barrot namens de Commissie (7.11.2007)
De Commissie is op de hoogte van het voornemen van de Nederlandse
autoriteiten om een vliegbelasting in te voeren om de milieu-impact
van de luchtvaart terug te dringen. Een aantal lidstaten hebben reeds
heffingen ingesteld voor luchtvaartpassagiers. De Commissie heeft de
Nederlandse autoriteiten om meer informatie gevraagd over de precieze
grondslag van de heffing, die in juli 2008 in werking treedt. Op dit
moment beschikt de Commissie over onvoldoende informatie om te
oordelen of de heffing strookt met artikel 3, lid 1, van Verordening
(EEG) nr. 2408/92 van de Raad , de verordening waarbij
overeenkomstig artikel 49 van het EG-Verdrag in de luchtvaart het
principe van de vrije dienstverlening is ingevoerd. De Commissie heeft
tevens meer informatie nodig om te kunnen oordelen welke de gevolgen
zijn van de vrijstelling voor transferpassagiers.
In het verleden heeft de Commissie vragen gesteld bij de
verenigbaarheid van de vertrekbelasting op de luchthaven van Malta met
het gemeenschapsrecht aangezien de heffing discrimineerde tussen
binnenlandse en intracommunautaire vluchten enerzijds en tussen
inwoners van Malta en andere passagiers anderzijds. Het is echter nog
te vroeg om een conclusie te trekken op basis van een vergelijking met
de Maltese heffing aangezien het helemaal niet zeker is of de geplande
Nederlandse heffing op dezelfde manier functioneert als de Maltese.
Het geachte Parlementslid werpt de vraag op of de Nederlandse heffing
niet strijdig is met artikel 15 van het Verdrag van Chicago inzake de
internationale burgerluchtvaart of met Verordening (EG) nr. 549/2004
van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot
vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het
gemeenschappelijk Europese luchtruim en Verordening (EG) nr.
550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004
betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het
gemeenschappelijk Europees luchtruim . Deze teksten hebben
respectievelijk betrekking op luchthavengelden en
luchtvaartnavigatiediensten, niet op vliegbelastingen.
_______________________
PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.
PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10.
Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992
betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot
intracommunautaire luchtroutes, PB L 240 van 24.8.1992.
PB L 96 van 31.3.2004.
PB L 96 van 31.3.2004.
VVD