Vereniging Milieudefensie
Persbericht
MNP kraakt harde noten over Nederlands internationaal milieubeslag
Milieudefensie: overheid moet vleesconsumptie terugdringen
Amsterdam, 13 november 2007 - De Tweede Duurzaamheidsverkenning, die vanmorgen is gepresenteerd door het Milieu en Natuur Planbureau, schetst een verontrustend beeld van de staat van de planeet: de vastgelegde beleidsdoelen voor klimaat, biodiversiteit en ontwikkeling zullen niet worden gehaald. Het MNP stelt: 'Er is een wereldwijde omslag in denken en doen van burgers, bedrijven en beleid nodig om deze doelen wel te halen, of in ieder geval dichterbij te brengen.' Milieudefensie pleit voor het terugdringen van de bio-industrie en de vleesconsumptie.
Het MNP stelt dat de ruimte die elders in de wereld wordt gebruikt voor Nederlandse consumptie, circa vier keer het landoppervlak is van Nederland. Ongeveer 45 procent van het ruimtegebruik voor die consumptie wordt opgeslokt door voeding. Met name de snel toenemende vleesconsumptie draagt bij aan verlies van tropisch regenwoud. Het areaal in Brazilië dat gebruikt wordt voor sojaproductie, is explosief gestegen van twee miljoen hectare in 1970 tot meer dan twintig miljoen in 2005. De helft daarvan wordt uitgevoerd naar de EU, met name voor veevoer.
De politiek is aan zet
Frank Köhler, directeur van Milieudefensie: 'Het rapport van het MNP toont aan dat mondiale duurzaamheid, ondanks mooie woorden in vele beleidsnota's, nog nauwelijks een rol speelt in het beleid. Het MNP wijst terecht op de noodzaak van een internationale duurzaamheidstoets bij beleidsbeslissingen. Het verminderen van de vleesconsumptie is essentieel voor internationale duurzaamheid: het is beter voor het klimaat (vlees is energie-verslindend) en beter voor de biodiversiteit (veevoerproductie tast natuurgebieden aan).Het Burgerinitiatief 'Boeren met toekomst' van Milieudefensie, waarover deze maand zal worden gestemd in de Tweede Kamer, biedt kansen voor een duurzame toekomst. Wij hopen dat het parlement zal kiezen voor een duurzame inkrimping van de bio-industrie in Nederland.'
Hout: overheid blijft achter
Ongeveer 55 procent van het buitenlandse ruimtegebruik door Nederlandse consumptie betreft volgens het MNP hout voor papier en karton en andere houtproducten. Milieudefensie vindt dat de overheid een sturende rol moet spelen in het terugdringen van de wereldwijde ontbossing, door zelf alleen duurzaam in te kopen: FSC-gecertificeerd of gerecycled hout en papier. Er moet een forse slag gemaakt worden om de overheidsdoelstelling van 2010, honderd procent duurzaam inkopen, te halen: dat percentage is nu slechts tien tot vijftien procent, aldus het MNP. De overheid moet daarnaast zorgen voor een level playing field voor bedrijven die duurzaam willen produceren, door middels wetgeving het illegaal gekapte hout te weren.
Biobrandstoffen tasten biodiversiteit aan
Het MNP waarschuwt voor de gevolgen van grootscheepse import van biobrandstoffen en biomassa: dit zal gepaard gaan met ontbossing en brengt de voedselvoorziening in zuidelijke landen in gevaar. Het MNP stelt dat de bijmengverplichting voor biobrandstoffen ten koste zal gaan van biodiversiteit en voedselvoorziening en dat beter ingezet kan worden op andere opties om de CO2-uitstoot van verkeer terug te dringen: zuiniger motoren bijvoorbeeld, en het invoeren van CO2-reductieverplichtingen voor de transportsector. Die zijn er nu niet, maar voor de industrie al wel. Milieudefensie vindt dat de bijmengverplichting niet opgehoogd mag worden en dat het hoog tijd wordt om de uitstoot van broeikasgassen door verkeer aan te pakken via andere maatregelen, die niet ten koste gaan van het regenwoud.
Banken en duurzaamheid
Het MNP wijst op de grote invloed van de financiële sector op duurzame ontwikkeling. De Nederlandse banksector beheert in totaal bijna 1.900 miljard euro. Het inzicht in de effecten van deze investeringen op duurzaamheid is zeer gering. Het MNP stelt dat er sprake is van een gebrek aan transparantie in de sector. Milieudefensie wil dat de banken hun indirecte CO2-uitstoot inzichtelijk maken en hun financieringen van fossiele brandstoffen daadwerkelijk reduceren.