Senternovem


12-11-2007 | De toekomst van wetenschap en technologie in Europa

Van 8 tot 10 oktober hebben wetenschappers en bedrijven zich gebogen over de toekomst van het Europese onderzoek, de European Research Area (ERA). Naast een enquête zijn discussiepapers opgesteld die in parallelsessies zijn besproken. De bijdragen zijn afkomstig van grote bedrijven, overheden en kennisinstellingen.

Er zijn vele meningen van individuen en hele groepen ingezonden. Twee willekeurige voorbeelden:

Christopher John Hull, secretaris van de EARTO, ondersteunt de veronderstelling in het interimrapport dat het genereren en uitwisselen van kennis

belangrijke stimulansen zijn voor economische groei. De focus ligt op de universiteiten omdat zij in Europa wel het grootste aandeel hebben in research, namelijk 37%, onderzoekinstellingen 32%, industrie 19% en andere 12%. . Maar niet alleen universiteiten zijn de hoofdbron en het kanaal voor deze kennis.

Het transformeren van technologie naar markt vraagt een veel bredere benadering; het gaat erom welke rol de universiteit hier kan vervullen.

Voor een EU-beleid is noodzaak en excellentie nodig van onderzoek samen met een open innovatiesysteem.

Hij doet daarnaast een beroep op de nationale overheden om de publieke uitgaven op Europees niveau, of nationale uitgaven met internationale deelname van 5 naar 10 % te laten stijgen. Daarbij is een open en eerlijke concurrentie op Europees niveau tussen onderzoekspartijen noodzakelijk.

Arne Thorvik van Statoil Hydro benadrukt het verzoek van de nationale overheden aan de industrie om 2% in RTD te investeren. De nationale overheden doen dan voor 1% zodat totaal de Lissabondoelstelling van 3 % kan worden bereikt.

De taak van de EU hierin is, volgens Thorvik, een goede coördinatie van de nationale strategieën, een goed samenwerkingspakket met de buurlanden en de ambitie om wereldleider te zijn.

Onder leiding van de EU werkt de industrie daar graag aan mee. Het succesvol implementeren van kennis in de markt is ook een taak van de industrie.

Een aantal projecten toont, dat wanneer er gezamenlijke interesse is, er een goede samenwerking mogelijk is.

Hiervoor zijn nodig: duidelijke regels voor samenwerking, prioriteitsstelling in de RTD agenda en een open markt, zowel binnen als buiten de EU.

Voor het aangaan van bilaterale samenwerkingen met landen buiten de EU pleit men ervoor om dat samen met de industrie te doen.

Dit is slechts een greep uit de vele meningen en de discussie zal nog wel even duren.

Hoe de industrie gemiddeld de 2 % gaat halen staat niet in de reacties. De ICT- en de biotechsector zitten al jaren ruim boven deze doelstelling, nu de andere nog.

Meer informatie

Meningen en presentaties