Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over de subsidiering van varkensvlees

12 november 2007 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister, mede namens de staatssecretaris van BZ, antwoord geeft op meerdere vragen over huidige en vroegere opslag en subsidiering van varkensvlees door de Europese Unie.

Meer informatie

* Kamervragen over de subsidiering van varkensvlees Kamerstuk | 12-11-2007 | PDF-Document, 59 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel


D i rectie Internationale Zaken
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Internationale
Zaken
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE

24 oktober 2007 2070803270 IZ. 2007/2343 12 november 2007 Kamervragen over de subsidiëring van varkensvlees

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 november 2007 IZ. 2007/2343 2

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de antwoorden toekomen op de vragen, die op 24 oktober zijn gesteld door het lid Van Velzen (SP) over de subsidiëring van varkensvlees.


1
Is het waar dat de Europese Commissie subsidie verleent om varkensvlees enkele maanden op te slaan, in afwachting van hogere vleesprijzen? Zo ja, uit welke middelen wordt 40 miljoen euro die daar voor nodig is, betaald?

Ja. De benodigde middelen komen uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF).


2
Waarom wordt varkensvlees drie tot vijf maanden opgeslagen? Ligt dat aan de hoge voerprijzen, aan het grote aanbod van varkensvlees of aan beide?

Beide aspecten spelen een rol, maar in de overwegingen van de Europese Commissie om dit voorstel te doen, hebben de hoge voerprijzen de doorslag gegeven. De gemiddelde prijs van varkensvlees bevindt zich ongeveer op het niveau van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De graanprijzen daarentegen zijn dit jaar ten opzichte van die in 2006 meer dan verdubbeld. Omdat varkensvoer voor circa 70% uit granen bestaat, zijn als gevolg van die prijsstijging de rendementen in de varkensvleessector zeer sterk gedaald.


3
Is het waar dat Europese varkensslachters na twee maanden opslag hun vlees mogen exporteren naar landen buiten de Europese Unie? Zo ja, waarom wordt het eerst twee maanden opgeslagen?

Het onder de particuliere opslagregeling opgeslagen varkensvlees, dat na twee maanden uit de particuliere opslag mag worden vrijgegeven, moet worden geëxporteerd naar landen buiten de Europese Unie.
De reden van de betreffende ondernemer om het onder de particuliere opslagregeling opgeslagen vlees vervroegd "uit te slaan", kan zijn dat het commercieel aantrekkelijker is dan het vlees langer in opslag te houden. De te ontvangen steun is dan lager dan wanneer het vlees conform het contract langer in opslag gebleven was.


4
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat varkensvlees hier gesubsidieerd wordt met 40 cent per kg om vervolgens buiten de Europese Unie te worden gedumpt? Zo neen, waarom niet?

Nee. Het varkensvlees wordt, zij het waarschijnlijk later dan zonder de particuliere opslagregeling het geval geweest zou zijn, tegen wereldmarktprijzen op derde landenmarkten afgezet en van dumping is geen sprake. De verleende steun betreft een tegemoetkoming in de kosten van voornamelijk opslag en renteverlies tijdens de overeengekomen opslagperiode.


5
Kunt u aangeven of de Europese Commissie in het verleden vaker de particuliere opslag van vlees heeft gefinancierd? Zo ja, hoe vaak, voor welk vlees en voor welke bedragen?

De Europese Commissie heeft sinds 1990 zeven keer steun verleend voor particuliere opslag van varkensvlees. Het betrof steun voor de opslag van halve geslachte varkens en de onderdelen daarvan. De steunbedragen zijn sinds 1990 nominaal ongewijzigd gebleven en variëren, afhankelijk van het onderdeel, van EUR 1,09 tot EUR 1,41 per dag per ton.


6
Deelt u de mening, dat het subsidiëren van varkensvlees niet nodig is als het aanbod van varkensvlees verkleind wordt? Zo ja, bent u bereid het aantal productrechten te verkleinen, om te beginnen in Nederland? Zo neen, waarom niet?

Ja. De maatregel van de Europese Commissie betreft niet het subsidiëren van varkensvlees, maar een vergoeding voor tijdelijke opslag ervan. Hierdoor kunnen marktontwikkelingen worden afgewacht, zonder dat de bedrijfsvoering direct gevaar loopt. Deze tijdelijke maatregel is niet meer nodig als aanbod van en vraag naar varkensvlees weer meer in evenwicht zijn. Eenzijdig ingrijpen van de Nederlandse overheid in de productieomvang uit marktoverwegingen is niet mogelijk: het betreft hier bevoegdheden van de Gemeenschap aangezien er een gemeenschappelijke marktordening voor varkensvlees geldt. Overigens merk ik op dat de op basis van Nederlandse wetgeving vastgestelde varkensrechten (thans dierrechten genoemd) zijn geïntroduceerd ter implementatie van het mestbeleid (Nitraatrichtlijn) en dus niet kunnen worden ingezet om de markt te reguleren.


7
Zijn er toekomstscenario's bekend met betrekking tot de hoogte van de voerprijzen? Zo ja, wat zijn de verwachtingen van de hoogte van de voerprijzen en hoe denkt u daar op in te spelen? Zo neen, bent u bereid deze te onderzoeken?

Er zijn inderdaad toekomstscenario's beschikbaar over de hoogte van de prijzen van veevoedergrondstoffen, onder andere van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en de International Grains Council (IGC). De onzekerheden zijn, gezien het aantal variabelen en de grote variëteit aan veevoedergrondstoffen echter groot. De algemene verwachting voor 2008 is een lagere voerprijs dan nu het geval is, maar een hogere dan het gemiddelde van de laatste tien jaar.


8
Kunt u garanderen dat varkensvlees wel de juiste prijs oplevert indien het na drie tot vijf maanden opslag terug in de markt wordt gebracht? Zo neen, deelt u de mening dat het met subsidie opslaan van vlees beschouwd kan worden als tijdelijk uitstel van structurele problemen van overaanbod en hoge voerprijzen?

Nee, die garantie kan ik niet geven. Van belang is echter dat de Europese Commissie haar voorstel heeft gemotiveerd met verwijzing naar de huidige vooruitzichten dat de varkensvleesprijzen gedurende de eerste helft van 2008 zullen stijgen en de voerprijzen zullen dalen. Met een particuliere opslagregeling kan zo een moeilijke periode voor de sector worden overbrugd.


9
Verloopt de vraag naar varkensvlees volgens een vast patroon? Zo ja, deelt u de mening dat varkenshouders dientengevolge rekening zouden kunnen houden met deze fluctuerende vraag en dus enkele maanden per jaar minder omzet zouden kunnen draaien of minder zouden kunnen produceren? Zo neen, waarom niet?

De varkensvleesmarkt wordt gekenmerkt door moeilijk voorspelbare periodes met wisselende vraag- en aanbodsituaties. Varkenshouders kunnen hier nauwelijks op inspelen, gezien de productiecyclus van tien maanden. Desalniettemin ben ik van mening dat het inspelen op marktontwikkelingen primair een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven is en blijft.


10
Mag u op eigen initiatief besluiten om de opslag van (varkens)vlees in Nederland te subsidiëren? Zo ja, waarom is er in dat geval geen sprake van staatssteun? Zo neen, waarom niet? Is het waar dat indien de Europese commissie een dergelijk besluit neemt, dit niet geldt als staatssteun, terwijl, indien de Nederlandse regering op nationaal niveau een dergelijke subsidie instelt, dit wel als staatssteun gezien zal worden?

Nee. Er bestaat een communautaire marktordening voor varkensvlees. Het beheer van deze markt is daarmee een EU-aangelegenheid. De mogelijkheid van particuliere opslag is één van de instrumenten die de Europese Commissie kan inzetten. De financiering ervan vindt plaats met communautaire middelen.
De werking van de Europese markt kan worden verstoord als de lidstaten eigenstandig zouden besluiten tot interventies, zoals particuliere opslag. Het Europese staatssteunregime beoogt juist handelsverstoring op de communautaire markt door nationaal gefinancierde steunmaatregelen te voorkomen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg