Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
12 november 2007 MLB/MB/2007/42.813
Onderwerp Bijlage(n)
Mediabegroting 2008 6
De afgelopen jaren groeide de jaarlijkse mediabegrotingsbrief van een korte, financieel-technische
brief tot een omvangrijk epistel. Uitvoerig deed het kabinet zijn ambities op mediagebied uit de doeken
en de mediabegrotingsbrief zwelde van vijf bladzijden in 1995 tot het zesvoudige, de afgelopen jaren.
Dit jaar wil ik met deze trend breken en het korter houden, temeer daar uw kamer al brieven ontvangt
over de publieke omroep, media-educatie en mediawijsheid, persbeleid en omroepdistributie (samen
met de staatssecretaris van Economische Zaken). Het accent van deze mediabegrotingsbrief ligt op het
geld en de prestaties. De overige brieven gaan dieper in op de inhoud. Hierdoor kan deze brief beperkt
in omvang blijven.
Op de derde dinsdag van september heeft u de rijksbegroting ontvangen. Deze brief is de concrete uit-
werking van artikel 15, dat over de media gaat. Maar dat niet alleen: de brief is ook nodig om het bud-
get voor 2008 vast te stellen van de media-instellingen en taken die in de Mediawet genoemd worden.
De brief start met een overzicht van het financiële kader voor de periode 2008-2012. Daarna vraag ik
aandacht voor de belangrijkste zaken die op basis van bestaand beleid direct gevolgen hebben voor de
begroting van 2008. Een overzicht van de post 'Subsidies Mediabeleid' vindt u in bijlage 6. Het tweede
deel gaat over de ontwikkelingen bij de publieke omroep in 2006 en blikt vooruit op de prioriteiten in de
komende periode.
Onderliggende stukken
De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft mij op 28 september 2007 zijn meerjarenbegroting
2008-2012 toegezonden, met beleidsvoornemens, een terugblik op 2006 en een begroting voor 2008
(zie bijlage 1). Daarover heeft het Commissariaat voor de Media mij op 31 oktober 2007 zijn opmerkin-
gen toegezonden (bijlage 2), evenals op 31 oktober de Raad voor Cultuur (bijlage 3), over de program-
matische aspecten. Bij brief van 28 september ontving ik de meerjarenbegroting van Radio Nederland
Wereldomroep (bijlage 4). De opmerkingen van het Commissariaat voor de Media hierover heb ik op 30
oktober ontvangen (bijlage 5).
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/14
1 Financieel kader
1.1. Mediabudget
In de rijksbegroting 2008 is de volgende doelstelling van het mediabeleid opgenomen: "Bevorderen dat
alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-
aanbod". Met het oog daarop is in het Coalitieakkoord vastgelegd dat de rijksbijdrage vanaf 2008 met
50 miljoen structureel wordt verhoogd. Dit bedrag is bestemd voor het herstel van de programmering
van de landelijke publieke omroep en voor de dekking van de tekorten op hun begroting. In onderstaand
overzicht treft u de bedragen aan zoals die zijn opgenomen in de rijksbegroting 2008 met daarnaast het
beschikbare mediabudget aan de hand van de meest recente inzichten in de wettelijke indexering en
reclame ontvangsten. De mutaties ten opzichte van de ingediende rijksbegroting 2008 worden ver-
werkt in de eerste suppletoire wet 2008, die volgend voorjaar aan de Kamer wordt aangeboden.
Bedragen in 1.000 2008 2008
Ontvangsten Rijksbegroting Mutaties Mediabudget
Rijksbijdragen media 641.740 12.835 654.575
Inkomsten van de Stichting Etherreclame 196.000 4.000 200.000
Rente op algemene omroepreserve 1.000 400 1.400
Beschikbaar budget media 838.740 17.235 855.975
Budget Switch-over 2.000 0 2.000
Beschikbaar budget media inclusief Switch-over 840.740 17.235 857.975
Ter bepaling van het reële uitgavenkader 2008-2012 ziet het meerjarenbeeld van het beschikbare me-
diabudget er als volgt uit:
Bedragen in 1.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Rijksbijdrage
Rijksbegroting 577.093 641.740 646.663 651.337 654.770 659.072
Indexering 9.897 12.835 26.125 39.867 53.974 68.597
Rijksbijdrage media (geïndexeerd) 586.990 654.575 672.788 691.204 708.744 727.669
Inkomsten van de Stichting Etherreclame
Rijksbegroting 196.000 196.000 196.000 196.000 196.000 196.000
Mutatie raming NPO en Ster 0 4.000 -1.000 13.000 0 0
Inkomsten van de Stichting Etherreclame 196.000 200.000 195.000 209.000 196.000 196.000
Rente op algemene omroepreserve
Rijksbegroting 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Mutatie raming rente 0 400 400 400 400 400
Rente op algemene omroepreserve 1.000 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400
Beschikbaar budget media 783.990 855.975 869.188 901.604 906.144 925.069
Budget Switch-over 2.000 2.000 2.000 2.000 0 0
Beschikbaar budget media inclusief Switch-over 785.990 857.975 871.188 903.604 906.144 925.069
blad 3/14
Toelichting
De rijksbijdrage
Vanaf 2008 wordt de rijksbijdrage structureel verhoogd met 50,0 miljoen tot indicatief 100,0 mil-
joen in 2011.1 Ook heeft het kabinet besloten om een efficiency-taakstelling op ZBO's (waaronder de
NOS) door te voeren. Op basis hiervan is de wettelijke rijksbijdrage2 over de periode 2008-2011 ten
opzichte van 2007 per saldo verhoogd met de volgende reeks: 49,8 miljoen in 2008, 49,6 miljoen in
2009, 49,2 miljoen in 2010 en vanaf 2011 48,4 miljoen structureel.
De rijksbijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de systematiek van de Mediawet. Dit betekent dat
voor de begroting 2008 wordt gerekend met huishoudenprognose 2008 en consumenten-prijsindex
2008 (cpi), beide van het CBS. De systematiek houdt bovendien in dat eerst de verhoging en taakstel-
ling worden verwerkt alvorens genoemde indexeringen toe te passen. De prijsstijgingen zijn geraamd
op basis van de cpi op 2,0% in 2008. Ik volg daarmee de ramingen van het CPB. Voor de jaren 2009 tot
en met 2012 wordt eveneens uitgegaan van een cpi van 2,0%.
Inkomsten van de Stichting Etherreclame (Ster)
De afgelopen jaren heeft de Ster geen meerjarige prognose van de reclame inkomsten gegeven. De
grote onzekerheid over de gevolgen van de uitbreiding van het aantal commerciële zenders en nieuwe
advertentiemogelijkheden door technische ontwikkelingen was daarvoor de reden. Hoewel deze onze-
kerheden nog steeds bestaan, heeft de Ster voor de komende drie jaar een raming gegeven die geba-
seerd is op de prognose van kijk- en luisteronderzoek en de verwachte omvang van de advertentie-
markt. Als basis voor het niveau van de reclame inkomsten voor de komende jaren is 2007 genomen.
Voor dat jaar is 196 miljoen aan reclame inkomsten geraamd. Voor 2008 heeft de Ster een lichte stij-
ging ten opzichte van 2007 geraamd vanwege het feit dat 2008 een evenementenjaar is met de Olympi-
sche zomerspelen en het EK-voetbal.
Voor de langere termijn heeft TNO een bandbreedte van 175 tot 200 miljoen voor televisiereclame
aangegeven.3 Omdat voor de publieke omroep een strenger reclameregime geldt dan voor de commer-
ciële omroepen, zou het grotere aandeel van nieuwe reclame-uitingen bij commerciële omroepen, zo-
als non-spot, ten koste kunnen gaan van de reclame opbrengsten van de publieke omroep. Op dit mo-
ment is nog niet te voorzien wanneer de technologische ontwikkelingen daadwerkelijk leiden tot een
ander kijkgedrag en nieuwe vormen van adverteren. De prognoses van de Ster over 2009 en 2010 zijn
daarom opgenomen zonder rekening te houden met de invloed van deze ontwikkelingen. De prognose
volgt alleen de verwachte groei van de totale reclamemarkt en de fluctuatie van jaren met evenemen-
ten en jaren zonder evenementen. Het is dus mogelijk dat de prognoses voor 2009 en 2010 volgend
jaar naar beneden bijgesteld moeten worden. Dit wordt jaarlijks bekeken.
1 Vanaf 2011 is de oploop van de rijksbegrotingsmiddelen van OCW op een aanvullende post bij het Ministerie van Financiën
gereserveerd.
2 De benodigde wijziging van de Mediawet is in procedure gebracht.
3 Reclame 2.0 De toekomst van reclame in een digitaal televisielandschap, TNO 2006.
blad 4/14
1.2. Uitgaven
De totale uitgaven uit het mediabudget stijgen ten opzichte van 2007. Dit is het gevolg van het extra
geld uit de enveloppe voor de publieke omroep van 50 miljoen, de jaarlijkse indexering en de stijging
van de reclame- en rente-inkomsten. De uitgaven zijn als volgt:
Bedragen in 1.000 2007 2008
Uitgaven
Dotaties, bijdragen e.d.
Raad voor Cultuur 265 270
Commissariaat voor de Media 3.806 3.882
OLON 474 483
Kabelraden 376 384
Subsidies mediabeleid 1.000 1.400
Media-educatie en expertisecentrum 0 500
Dotatie Stimuleringsfonds voor de Pers 0 0
Dotatie Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties 16.014 16.844
Dotatie Filmfonds van de Omroep en Telefilm (CoBO)4 6.267 6.392
28.202 30.155
Vergoeding beheertaken
Muziekcentrum van de Omroep 28.150 29.393
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid 18.396 18.764
NOB uitzendgereed maken en uitzenden5 22.143 23.486
68.689 71.643
Vergoeding omroepinstellingen
Budget landelijke omroep 6 726.396 708.644
Bijdrage Wereldomroep 42.653 43.756
Bijdrage minderhedenprogrammering 3.796 3.872
772.845 756.272
Dotatie Algemene Omroepreserve -84.986 -95
Totale uitgaven 784.750 857.975
Toelichting
Jaarlijkse bijdragen
De uitgaven aan de Raad voor Cultuur, het Commissariaat voor de Media, de OLON en kabelraden.nl
stijgen met het accres van 2,0%.
4 Met ingang van 2008 lopen de uitgaven t.b.v. het CoBO via het budget van de landelijke omroep.
5 Met ingang van 2008 lopen de uitgaven t.b.v. het NOB via het budget van de landelijke omroep.
6 Inclusief 2 miljoen budget Switch-over.
blad 5/14
Subsidies mediabeleid
De renteopbrengst op de algemene omroepreserve, die naar verwachting 1,4 miljoen zal zijn, is be-
stemd voor subsidies aan incidentele activiteiten en tijdelijke projecten. Deze projecten beoordeel ik
jaarlijks per aanvraag (zie bijlage 6, onder 'Subsidies mediabeleid').
Media-educatie en expertisecentrum
In het coalitieakkoord is afgesproken dat er een centrum komt dat expertise op het gebied van media-
educatie bundelt. Het doel is om kinderen en jongeren te leren omgaan met de media. De eigen rol van
ouders en scholen is daarbij van eminent belang. Ook wordt de samenwerking tussen initiatieven op
het terrein van media-educatie verbeterd. Ik heb een groep kwartiermakers gevraagd mij hierbij te
adviseren. Begin 2008 zal ik een brief aan de Tweede Kamer sturen waarin ik functie, opzet en inrich-
ting van het Media-educatie en expertisecentrum uitvoerig uiteenzet.7 Voor 2008 stel ik alvast 0,5
miljoen beschikbaar voor de start van het centrum.
Dotatie Stimuleringsfonds voor de Pers
Evenals in de afgelopen jaren komt er voor 2008 geen geld beschikbaar voor het Stimuleringsfonds
voor de Pers. Het Fonds heeft voldoende eigen vermogen om de komende jaren zijn taken naar beho-
ren uit te voeren.
Dotatie Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties
Voor 2008 stel ik 0,5 miljoen extra beschikbaar om regionale documentaires en regionaal drama ver-
der te ontwikkelen. Via het Stimuleringsfonds ondersteun ik hiermee de regionale omroepen bij de re-
gionale culturele programmering. Daarnaast ben ik voornemens, onder voorbehoud van het besluit bij
voorjaarsnota 2010, een bedrag van 2 miljoen voor het Stimuleringsfonds uit de (indicatief tot 100
miljoen oplopende) rijksbijdrage in 2011 te bestemmen voor de versterking van de culturele program-
mering van de publieke omroep.
Muziekcentrum van de Omroep
Het bedrag voor het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) is ten opzichte van 2007 gestegen. Dit komt
door het accres en door een technische mutatie in verband met de werkelijke loon- en prijsindex van
voorgaande jaren. Verder hebben de opgelegde bezuinigingen op de overige media-instellingen 0,3
miljoen meer opgeleverd dan de afgesproken 16 miljoen. Net als in 2007 heb ik dit overschot in 2008
nogmaals incidenteel toegevoegd aan het budget voor het MCO. Hiermee is het MCO in staat het ko-
mende jaar de activiteiten op het gebied van educatie en crossmediale activiteiten voort te zetten.
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid heeft een toonaangevende positie bij de conservering en
ontsluiting van audiovisueel erfgoed. Het NIBG heeft met het project Teleblik, waarin het samen met
Kennisnet en Teleac/NOT beeldmateriaal voor het onderwijs ontsluit, in september 2007 de internatio-
7 Ook gerelateerde onderwerpen op het terrein van jeugd, geweld en media komen in deze brief aan de orde, zoals de resultaten
van het onderzoek naar het klachtensysteem voor ouders, de gedragscode en een systeem voor geschiktheid naast het al
bestaande systeem voor schadelijkheid (de Kijkwijzer).
blad 6/14
nale Prix Italia voor de beste educatieve website ontvangen. De reguliere subsidie wordt verhoogd met
het accres van 2,0%.
Vergoedingen landelijke omroep en Wereldomroep
In de paragrafen 1.3 en 1.4 worden de bijdragen aan de landelijke omroep respectievelijk de Wereld-
omroep behandeld.
Multiculturele programmering
De radiozender FunX is een neventaak van de lokale zendgemachtigden in de vier grote steden: een
stadszender voor jongeren met een mix van plaatselijke informatie en muziek. De jaarlijkse gezamen-
lijke bijdrage van de steden aan FunX is 0,9 miljoen, de mediabegroting draagt een zelfde bedrag bij.
Multiculturele Televisie Nederland wordt uitgezonden op lokale en regionale omroepen en ontvangt
jaarlijks 2,9 miljoen; de steden leggen hier gezamenlijk 0,8 miljoen bij. Afspraken hierover zijn
vastgelegd in convenanten met de vier grote steden, die eind 2008 aflopen. Mijn voornemen is om de
huidige samenwerking met de grote steden te handhaven, en de gedeelde financiering voor MTNL en
FunX op de huidige voet voort te zetten.8
Dotatie algemene omroepreserve
Een positief saldo van de ontvangsten en uitgaven wordt toegevoegd aan de algemene omroepreserve
(AOR). Bij een negatief saldo bekijk ik of de AOR dat kan opvangen. Bijdragen uit de AOR zijn geen au-
tomatismen en worden jaarlijks beoordeeld bij de budgetvaststelling. Conform de reguliere jaarlijkse
financiering van de publieke omroep zullen de beschikbare middelen vanuit de AOR betrokken worden
bij de toekenning van het jaarbudget 2008.
Bedragen in 1.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Totaal beschikbaar mediabudget 785.990 857.975 871.188 903.604 906.144 925.069
Totale uitgaven mediabudget 869.736 858.070 865.971 882.820 897.594 915.526
Exploitatiesaldo (mutatie AOR) -83.746 -95 5.217 20.7849 8.550 9.543
In het Coalitieakkoord is afgesproken dat er voor de komende kabinetsperiode een financiële buffer
moet komen. De publieke omroep is dan minder afhankelijk van de schommelingen in de reclame-
inkomsten. De financiële buffer, in de vorm van de algemene omroepreserve, stond de afgelopen jaren
zwaar onder druk door de structurele daling van de reclame-inkomsten. De extra bijdrage van 50 mil-
joen voor de publieke omroep zorgt ervoor dat deze buffer voorlopig niet verder afneemt.
Ik verwacht dat de AOR ultimo 2007 op een bedrag van 71,6 miljoen uitkomt. Kijkend naar de totale
uitgaven van de mediabegroting 2008 vindt er in dit jaar per saldo vrijwel geen toevoeging of onttrek-
king plaats. Die 71,6 miljoen is voldoende om de rekening-courantverhouding met de Ster te finan-
cieren en kan in beperkte mate eventuele tegenvallers in de reclameontvangsten opvangen. Genoemd
8 In opdracht van OCW heeft TNO recent een verkenning uitgevoerd naar de uitvoer van het `media en minderhedenbeleid' sinds
1999. Op korte termijn zal ik hierover een brief naar de Tweede Kamer zenden.
9 Toename vanwege hogere prognoses van de Ster. Het is mogelijk dat deze prognose naar beneden bijgesteld moet worden. Dit
wordt jaarlijks bekeken.
blad 7/14
bedrag is echter niet voldoende voor de opvang van liquidatie- of reorganisatiekosten bij omroepen of
een sterke daling van de reclameontvangsten in enig jaar. Daarvoor moet de AOR minstens 91 mil-
joen zijn.10 Gedurende de eerstkomende jaren zal ik de ontwikkeling van de AOR in relatie tot de risico's
in het oog houden.
Stand AOR
(in 1.000) 2007 2008
Beginstand 155.486 71.740
Onttrekking AOR -83.746 -95
Eindstand (prognose) 71.740 71.645
1.3. Landelijke Omroep
Herstel van reguliere programmering
Het budget van de publieke omroep heeft de afgelopen jaren onder druk gestaan door de daling van de
reclame-inkomsten. Ondanks de inzet van de reserves van de NPO en de invoering van het zogenoemde
'programmeermodel' (zie paragraaf 2.1) heeft de NPO niet kunnen voorkomen dat er nadere keuzes in
de programmering nodig waren: onder meer een langere zomerprogrammering en meer herhalingen in
de kinderprogrammering. Om te voorkomen dat de publieke taak verder in gevaar komt, heeft het ka-
binet 50 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor de landelijke publieke omroep. De NPO
stelt voor om van dit bedrag 30 miljoen te bestemmen voor de dekking van de structurele tekorten die
door de tegenvallende reclame-inkomsten zijn ontstaan. De NPO is van plan om de overige 20 miljoen
onder meer te gebruiken voor de versterking van de zomerprogrammering en om een impuls te geven
aan de categorie 'kunst en expressie', waaronder Nederlands drama. Ik ga akkoord met dit voornemen.
Korting ZBO
De Rijksbegroting 2008 legt een extra bezuiniging op aan rijksdiensten en ZBO's. Dit is een structurele
bezuiniging die voor de NOS van 0,2 miljoen in 2008 oploopt tot 1,6 miljoen in 2011. Deze bezuini-
ging is verdisconteerd in het totale budget van de publieke omroep door de prijsindex op de extra 50
miljoen niet uit te keren. Ik laat dus het hoofdbedrag van 50 miljoen intact, om het beoogde herstel in
de programmering niet aan te tasten.
Nederlands drama
De publieke omroep investeert in 2008 7 miljoen extra in Nederlands drama. In het prestatiecontract
maak ik daarover afspraken. De investering in dit belangrijke genre moet de komende jaren verder
groeien naar tenminste 15 miljoen. Daarom ben ik voornemens uit de tweede verhoging van de rijks-
omroepbijdrage van indicatief 50 miljoen in 2011, nog eens 8 miljoen te bestemmen voor Neder-
lands drama.
10 Dit is het bedrag dat vrijwel gelijk is aan het minimaal benodigde bedrag van 91 miljoen, zoals vastgesteld in het onderzoek
"Naar vermogen" van de Commissie Van der Zwan d.d. 11 mei 1992.
blad 8/14
Internet, themakanalen en ontwikkeling van nieuwe mediadiensten
De publieke omroep bereikt burgers via verschillende digitale platforms en kanalen. Met de aanbieding
van nieuwe diensten op internet en andere distributiekanalen kunnen oude en nieuwe publieksgroepen
worden bereikt via de platforms waarop zij zich thuis voelen. Hiervoor vraagt de raad van bestuur van
de NPO 50 miljoen aan. Dit bestaat uit een budget voor internet ( 26,7 miljoen), themakanalen tele-
visie ( 12,7 miljoen), themakanalen radio ( 7,1 miljoen) en nieuwe media ( 3,5 miljoen). De de raad
van bestuur van de NPO heeft een aantal nieuwe neventaken aangemeld. Zestien nieuwe themakana-
len voor radio wil de publieke omroep aan het aanbod toevoegen. Voor televisie start de de publieke
omroep geen nieuwe neventaken. De publieke omroep ontwikkelt verder een aantal experimentele ac-
tiviteiten die als cluster zijn aangemeld.
De Raad voor Cultuur heeft gereserveerd gereageerd op de nieuwe neventaken. Uitbreiding vindt de
Raad op zich geen onlogische stap. Maar hij adviseert wel om het aanbod aan themakanalen te evalue-
ren op publieke waarde en om na te gaan of het publiek nog wel wijs kan uit het aanbod. Het Commis-
sariaat adviseert om aanvullende toelichting op de nieuwe activiteiten en de 16 themakanalen radio te
vragen. Dat zal ik doen. Mijn oordeel over het budget voor nieuwe media geef ik daarom op het mo-
ment dat ik die nadere toelichting ken. Ik handhaaf in ieder geval de oormerking van het budget voor
nieuwe media om blijvende investeringen op dit terrein te garanderen. In 2008 wordt 3,5 miljoen
binnen de begroting gereserveerd. Ik zal mijn beslissing over de nieuwe themakanalen radio vastleggen
in een afzonderlijk besluit, en zal belanghebbenden eerst in de gelegenheid stellen hun mening te ge-
ven over mijn voorgenomen besluit.
Bijdrage landelijke omroep
De raad van bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) stelt voor om het budget voor de lan-
delijke publieke omroep voor 2008 vast te stellen op 738,5 miljoen. Binnen het budget van de lande-
lijke omroep is 50 miljoen geoormerkt voor internet, themakanalen en ontwikkeling van nieuwe me-
dia diensten. Daarnaast is in het budget 23,5 miljoen opgenomen voor de kosten van de beheertaak
van de geprivatiseerde NOB en de dotatie van 6,4 miljoen voor het Filmfonds van de Omroep en het
Telefilmproject. In het aangevraagde budget zit bovendien een bedrag van 6,0 miljoen, omdat de kos-
ten in het evenementenjaar 2008 hoger zijn dan in een jaar waarin dat niet het geval is. Verder vraagt
de raad van bestuur van de NPO een incidenteel budget van 0,9 miljoen aan vanwege de aanpassing
van techniek en werkwijze van het NOB na de privatisering.11 Op grond van bovenstaande stel ik het
budget voor de landelijke publieke omroep vast op 738,5 miljoen. Dit is inclusief de reservering voor
nieuwe media van 3,5 miljoen en een toevoeging van 2,0 miljoen voor de kosten van digitale ether-
televisie.12 Het Commissariaat voor de Media adviseert mij het gevraagde budget toe te kennen. Dit
advies neem ik over. De aansluiting tussen het budget 2007 en het budget 2008 is als volgt:
11 Opgenomen in budget NOB
12 Het kabinet heeft voor de jaren 2007 tot en met 2010 extra geld ( 2 miljoen per jaar) vrijgemaakt voor de omschakeling van
analoge naar digitale ethertelevisie. Zie Rijksbegroting OCW 2007.
blad 9/14
Bedragen in 1.000
Totaal budget 2007 726.396
Af: Bijdrage 2007 AOR13 en switch-over14 -89.000
Bij: Indexering 2,0% 12.748
Bij: Regeerakkoord 50.000
Bij: Bijdrage 2008 uit AOR en switch-over 8.500
Budget landelijke omroep 2008 708.644
NOB 23.486
CoBO 6.392
Budget landelijke omroep 2008 inclusief NOB en CoBO 738.522
Financiële verantwoording
In de meerjarenbegroting heeft de publieke omroep het financieel jaarverslag met de feitelijke beste-
dingen over 2006 opgenomen. De NPO stelt op basis van de financiële verantwoordingen van de indivi-
duele omroepeninstellingen het financieel jaarverslag samen. Uit dit jaarverslag blijkt dat de publieke
omroep als geheel in 2006 een negatief exploitatieresultaat heeft behaald van 113,8 miljoen. Dit
kwam voornamelijk door de terugvordering van 86,5 miljoen die de Europese Commissie heeft opge-
legd. De directe kosten waren, ondanks dat 2006 een evenementenjaar was, lager dan in 2005. Oor-
zaak hiervan zijn de bezuinigingen en lagere distributiekosten van de NPO als gevolg van de beëindi-
ging van de analoge etherverspreiding. Ook de indirecte kosten waren lager dan in 2005. Ook dit kwam
door bezuinigingsmaatregelen, onder meer op personeelskosten.
In 2005 besloot de raad van bestuur om de reserve voor programmadoeleinden bij de individuele om-
roepinstellingen gedifferentieerd te normeren tot percentages van 5% tot 20% van het jaarbudget. Dat
betekent dat de raad van bestuur alle reserves boven deze norm kon inzetten voor de programmering
van de publieke omroep als geheel. Hierdoor is er een groot verschil ontstaan in het resultaat van de
omroepinstellingen en de raad van bestuur. Afgezien van de terugvordering in verband met de staats-
steun bestaat het negatieve exploitatieresultaat van 27,3 miljoen uit het negatieve exploitatieresul-
taat voor de gezamenlijke omroepen (exclusief NPO) van 63,8 miljoen en het positieve exploitatiere-
sultaat van de raad van bestuur 36,5 miljoen. Zie hiervoor de verantwoording over 2006 die in de
meerjarenbegroting van de publieke omroep is opgenomen.
Transparantie meerjarenbegroting
De afgelopen jaren heeft de NPO de nodige maatregelen genomen om de transparantie van de begro-
ting en de verantwoording te verbeteren. Wel merkt het Commissariaat voor de Media op dat de hel-
derheid van de meerjarenbegroting nog voor verbetering vatbaar is. Dit betreft vooral de aansluiting
tussen de beleidsvoornemens en de budgettaire onderbouwing. Ik zal met de NPO en het Commissari-
aat voor de Media overleggen hoe een verdere verbetering van de transparantie van de meerjarenbe-
groting bereikt kan worden.
13 Het budget voor 2007 is inclusief een bijdrage uit de AOR van 87 miljoen vanwege het ontstaan van een exploitatietekort,
mede als gevolg van de terugvordering in 2006 ter uitvoering van de staatssteunbeschikking van de Europese Commissie.
14 Het budget voor switch-over wordt niet meegenomen voor de berekening van de indexering. Daarom wordt dit budget eerst
afgetrokken en daarna opnieuw toegevoegd voor 2008.
blad 10/14
Maximering van de reserves
Reserves zijn nodig om schommelingen in het budget op te vangen, om dure en langer lopende produc-
ties te financieren of om ontwikkeling van nieuwe technieken over meerdere jaren te bekostigen. Ook
in het kader van de Europese staatssteunregels staat de Europese Commissie toe dat een publiek gefi-
nancierde onderneming een noodzakelijke buffer aanhoudt. De Commissie hanteert daarbij een maxi-
mumreserve van 10% van het jaarbudget van de landelijke publieke omroep als geheel. De raad van
bestuur heeft eind 2005 al een bindende maatregel getroffen om programmareserves per omroep te
maximeren. Deze maatregel past binnen de 10% normering in het kader van de Europese Staatssteun-
regels. Ik zal de maximering van de reserves wettelijk regelen in de Mediawet. De omvang van de re-
serves wordt jaarlijks opgenomen in de verantwoording.
1.4. Wereldomroep
In 2007 viert Radio Nederland Wereldomroep (RNW) zijn zestigste verjaardag. De wereldomroep zendt
uit in tien talen met een brede mix van nieuws, informatie, cultuur en verstrooiing. Hij geeft daarmee
invulling aan zijn kerntaken: Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland informeren; onaf-
hankelijke informatie verstrekken in landen met een informatieachterstand en een realistisch beeld
van Nederland verspreiden in het buitenland. Voor de uitoefening van de tweede en derde kerntaak zijn
doelgebieden richtinggevend. De voornaamste zijn Latijns Amerika, Indonesië, Suriname, de Neder-
landse Antillen en Aruba, Afrika en Europa. Net als het Commissariaat voor de Media vind ik het een
goede ontwikkeling dat de wereldomroep zelf instrumenten ontwikkelt die er toe leiden dat het maken
van beleidskeuzes op een eenvoudige, inzichtelijke en gefundeerde wijze plaatsvindt.
Bij de RNW zal ik dezelfde planning en controlecyclus hanteren als bij de landelijke publieke omroep.15
Er komt een vijfjaarlijks beleidsplan, om te beginnen over de periode 2010-2015. In de eerste helft van
2009 zal een visitatiecommissie een eerste rapportage opstellen. Op basis van de bevindingen uit dit
rapport en het beleidsplan 2010-2015 zal ik ook met de wereldomroep een meerjarige prestatieover-
eenkomst sluiten. Om met dit instrument ervaring op te doen, komt de wereldomroep eind 2007 met
een voorstel voor de doelgebieden Indonesië en Afrika. Het gaat hierbij om doelstellingen, resultaten,
activiteiten en middelen met betrekking tot de doelgroepen, doelgebieden, producten en distributiemix.
De wereldomroep onderzoekt verder de mogelijkheid om radio-uitzendingen in het Arabisch te hervat-
ten, naast de bestaande internetdiensten. Doel is om bij te dragen aan een evenwichtige verslaggeving
van actualiteiten in en over de Arabische wereld. In mijn begroting reserveer ik hiervoor een bedrag
van 0,25 miljoen. Over de uitwerking van dit plan zal ik u in een later stadium nader informeren, sa-
men met de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken.
Voor 2008 en de meerjarenraming 2009-2012 zijn sluitende begrotingen ingediend. Het voorgenomen
beleid kan voor 2008 worden uitgevoerd binnen het bestaande financiële kader. De wereldomroep
vraagt een budget van 43,5 miljoen. Hierin is een bedrag van circa 2 miljoen begrepen voor nieuwe
media. In de jaren 2003 tot en met 2007 werden de toegekende middelen voor nieuwe media als ge-
15 Zie Kamerstukken, 20062007, 30 800 VIII, nr. 136, Tweede Kamer
blad 11/14
oormerkte budgetten aangemerkt en separaat gepresenteerd en beoordeeld. Ik heb de wereldomroep
laten weten dat met ingang van 2008 ook de afspraken over nieuwe diensten onderdeel zullen zijn van
nog te maken prestatieafspraken. Op grond hiervan behoeven de plannen voor nieuwe diensten niet
meer separaat gepresenteerd en beoordeeld te worden. Het Commissariaat voor de Media adviseert
mij het gevraagde budget toe te kennen. Dit advies neem ik over.
2 Programmering publieke omroep
2.1. Terugblik op de programmering in 2006
De publieke omroep heeft een goed jaar achter de rug. Hij is er in geslaagd zichzelf te vernieuwen en
zijn publieke functie te versterken. De Raad voor Cultuur is ook positief en constateert dat de publieke
omroep zelfbewuster is en meer open staat voor zijn omgeving. Het Commissariaat voor de Media con-
stateert dat veel doelstellingen en voorgenomen beleid zijn gerealiseerd. Op televisie voerde de publie-
ke omroep het zogenoemde 'programmeermodel' in, dat tot meer samenhangende zenderprofielen leid-
de en tegelijk ruimte schept voor sterke, onderscheidende programma's. Door de zenders opnieuw in te
delen heeft Nederland het beproefde recept van andere Europese publieke omroepen (bijvoorbeeld
VRT en BBC) toegepast, waar ook sprake is van een onderscheid tussen brede en verdiepende zenders.
De publieke omroep heeft bovendien met Nederland 3 een kanaal met veel nieuwe programma's voor
een relatief jong publiek. Ook de publieke kinderzenders Z@ppelin en Z@pp presteren beter. Op inter-
net blijkt de burger omroep.nl als een sterk en betrouwbaar 'merk' te herkennen. Op de radio is sprake
van consolidatie, met als positieve uitschieter de publieke zender FunX. FunX brengt in de vier grote
steden via de ether een mix van multiculturele urban muziekstijlen en informatie. De landelijke publie-
ke omroep verzorgt ook een editie van FunX.
In zijn oordeel over de naleving van het programmavoorschrift in 2006 staat het Commissariaat voor de
Media stil bij de programmacategorie 'kunst en cultuur'.16 Op dit ene onderdeel na voldoet de pro-
grammering van de publieke omroep aan de eisen uit de Mediawet en het Mediabesluit. Het percentage
kunst is te laag, net als in 2005. Het Commissariaat voor de Media heeft de publieke omroep daarom op
23 oktober 2007 een boete opgelegd van 50.000. Tijdens prime time, als de meeste mensen kijken,
wordt er overigens wel voldoende kunst uitgezonden. Ook blijkt uit nadere analyse van de programma-
indeling dat de publieke omroep de categorie 'kunst en cultuur' niet oprekt, iets wat weleens wordt ge-
opperd. Ten opzichte van 2005 heeft de NPS in absolute zin méér zendtijd besteed aan minderheden-
programmering op alle radiozenders (hoofd- en neventaakzenders). Dat is goed nieuws. Omdat het pro-
grammavoorschrift uitsluitend toeziet op de hoofdtaakzenders voldoet de NPS toch niet aan de wette-
lijke eisen. Het Commissariaat voor de Media is hierover in gesprek met de NPS.
16 Brief van 28 augustus 2007 over de Naleving Programmavoorschrift 2006. www.cvdm.nl
blad 12/14
2.2. Vooruitblik op 2008 en verder
De prestatieovereenkomst
Binnenkort sluit ik een prestatieovereenkomst met de NPO, conform art. 30b van de Mediawet en op
basis van het tussentijds concessiebeleidsplan 2005-2010. Daarmee kunnen op termijn de program-
mavoorschriften vervallen, zoals beschreven in mijn brief van 5 oktober 2007 over de organisatie van
de publieke omroep.17 Deze prestatieovereenkomst heeft een aantal voordelen boven de oude pro-
grammavoorschriften. Hij geeft de publieke omroep de ruimte om een 'contract met de burger' op te
stellen; om, in de woorden van de Raad voor Cultuur, publieke verantwoording af te leggen. Iedere Ne-
derlander krijgt in dat contract zicht op de publieke dienstverlening die hij mag verwachten op televi-
sie, de radio en het internet. Het Commissariaat voor de Media constateert dat de prestatieovereen-
komst juist op het punt van kunst en cultuur meer helderheid kan bieden dan het huidige programma-
voorschrift.18 Tegelijk past de prestatieovereenkomst bij de multimediale ontwikkeling van de publieke
omroep, beperkt hij de administratieve lasten en is hij transparant. De prestatieafspraken hebben di-
rect betrekking op de dagelijkse praktijk van radio en televisie en de beleving daarvan door luisteraars
en kijkers.
Daar past een waarschuwing bij. Terecht stelt de Mediawet dat de prestatieovereenkomst nimmer over
de inhoud van programma's mag gaan. Mocht de verleiding ontstaan om hier vanuit de politiek invloed
op uit te oefenen, dan zou diezelfde politiek zichzelf gericht in de voet schieten.19 Immers, overheidsin-
terventie in het medialandschap is legitiem, mede om de onafhankelijkheid van de publieke program-
mering te garanderen. Die onafhankelijkheid moet altijd zorgvuldig bewaard worden. Overigens is de
publieke omroep niet alleen onafhankelijk van de overheid, maar ook van wat commerciële omroepen
doen of juist laten. De publieke omroep is veel meer dan de optelsom van een aantal programma's, zijn
publieke taak komt zelfstandig tot stand in alle genres, via de programmering ervan. Daarom is het en-
kele gegegeven dat 'de markt' op enig moment een bepaald programma kan leveren, een spelletje bij-
voorbeeld, nooit een steekhoudend argument tegen uitzending ervan via de publieke omroep.
Samenwerking landelijke publieke omroep met Vlaanderen
In 2005 heeft de Commissie cultureel verdrag Vlaanderen-Nederland een advies uitgebracht over sa-
menwerking tussen de openbare omroep in Vlaanderen en de Nederlandse publieke omroep.20 Beide
omroepen hebben naar aanleiding hiervan afspraken gemaakt over onder meer halfjaarlijks overleg
tussen de raad van bestuur en het management van de VRT en samenwerking bij de productie van
drama en andere programmaformats. Bij grote evenementen maakt men gebruik van elkaars corres-
pondenten. Het Stimuleringsfonds organiseert bijeenkomsten voor Vlaamse en Nederlandse program-
mamakers en producenten, om ervaringen te delen. Daarnaast heeft ICTRegie in samenwerking met de
17 Kamerstukken 2007-2008, nr. 31200, VIII, nr. 14.
18 Brief van 28 augustus 2007 over de Naleving Programmavoorschrift 2006. www.cvdm.nl
19 Zie ook de aangenomen motie-Atsma van 20 januari 2000, nr. 26 660, die klip en klaar stelt dat de overheid zich niet moet
bemoeien met 'programma-inhoud en netprofielen'.
20 Motie Samenwerking NPO en VRT van de leden Atsma, Bakker en Örgü, behandeling Mediabegroting 2006 dd. 21/11/2005
(Paris nr. 198)
blad 13/14
NPO en de VRT een meerjarige samenwerking opgezet voor onderzoek naar digitale televisiearchive-
ring.
2.3. Voornemens voor de periode 2008-2012
In zijn meerjarenbegroting 2008-2012 kondigt de publieke omroep aan dat hij de diversiteit van de pro-
grammering wil vergroten, evenals de samenhang tussen de verschillende plekken waarop pro-
gramma's te zien en te beluisteren zijn in mediatermen wil de publieke omroep 'crossmediaal wer-
ken'. Ook gaat de aandacht uit naar programma's in de sfeer van muziek, drama, film, satire en infor-
matie over kunst, de categorie 'kunst en expressie'. Deze drie 'speerpunten' passen bij het beleid van dit
kabinet. De Raad voor Cultuur oordeelt positief over deze speerpunten en benadrukt daarnaast het be-
lang van kinder- en jeugdprogrammering.
Kunst
Het is de publieke omroep ernst zijn rol als culturele instelling gestalte te geven, als gids, als podium en
als actieve cultuurproducent. Ik zal deze laatste ambitie verder versterken op het gebied waar de pu-
blieke omroep van oudsher zijn sporen heeft verdiend: Nederlands drama. Ik zal het Stimuleringsfonds
Nederlandse Culturele Omroepproducties betrekken bij de verbeterde samenwerking tussen omroep
en cultuursector om deze te vertalen in aansprekende programma's in de categorie 'kunst en expres-
sie'. Ook de grote betekenis van de publieke omroep voor de Nederlandse film ondersteun ik, door bij te
dragen aan het filmbeleid van de omroep en het Telefilm-project, niet in de laatste plaats vanuit het
perspectief van talentontwikkeling.
Diversiteit
De publieke omroep wil de diversiteit van zijn programma's vergroten, niet alleen in de klassieke multi-
culturele betekenis, 'maar ook op andere assen zoals elitair-volks, Randstad-provincie, libertijns-
behoudend'.21 Het komt er op neer dat de publieke omroep terecht stelt dat hij zijn functie alleen naar
behoren kan vervullen als hij de veelzijdigheid van de Nederlandse bevolking weerspiegelt. Dat doet hij
niet alleen via het aanbod, maar ook via het eigen personeelsbeleid. FunX en MTNL functioneren daar-
bij als een buitenboordmotor voor de pluriformiteit van de landelijke publieke omroep: een voorbeeld
van innovatieve samenwerking.
Digitale innovatie en crossmedialiteit
Het onderscheid tussen hoofd- en neventaken zal verdwijnen. Naast de wettelijke verplichting drie
open televisiekanalen en vijf open radiokanalen te verzorgen, krijgt de publieke omroep de ruimte om
themakanalen en nieuwe mediadiensten vorm te geven, eventueel samen met andere partijen. In de
eerder aangehaalde brief over de organisatie van de publieke omroep heb ik aangegeven dat ik deze
samenwerking van harte aanmoedig en de regels daarvoor zal versoepelen. De multimediale productie
van content is niet alleen van maatschappelijk belang, het is de motor van een creatieve industrie die
een grote en groeiende factor in onze economie is geworden.
21 Nederlandse Publieke Omroep, Meerjarenbegroting 2008-2012, p.10.
blad 14/14
Kinder- en jeugdprogrammering
Terecht vraagt de Raad voor Cultuur aandacht voor kwalitatief hoogwaardige kinder- en jeugdpro-
grammering. Kinderen zijn reeds op jonge leeftijd grote mediaconsumenten. Het maatschappelijke en
culturele belang van hoogwaardige publieke programmering voor kinderen op radio, televisie en inter-
net kan moeilijk overschat worden, als tegenhanger voor de stroom van hapklare, geijkte animaties en
veelal commerciële interactieve content. Kinderen zijn bovendien burgers die recht hebben op het bes-
te dat publieke media hen kunnen bieden. In de prestatieovereenkomst worden de ambities van de pu-
blieke omroep op dit gebied verwoord.
Tot slot
Het is goed dat een substantieel aantal Nederlanders zijn publieke omroep herkent en dagelijks op-
zoekt, en dat alle Nederlanders zo nu en dan kijken en luisteren. De publieke omroep biedt een solide
verslaglegging van nieuws, sport en evenementen en heeft een eigen gezicht op het gebied van cultuur,
levensbeschouwing, duiding en kunst voor alle leeftijden. Ik stel vast dat de publieke omroep zijn
maatschappelijke rol steeds meer invulling geeft. Als kweekvijver van talent en door actief samenwer-
king te zoeken met allerlei partijen, niet in de laatste plaats in de cultuursector.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk