Nederlands Vaccinatie Instituut
Onderzoek naar afweer bij kinkhoest
maandag, 12 november 2007
In oktober jl. is bij het NVI een onderzoek van start gegaan naar de
afweer tegen kinkhoest. In 3 jaar tijd worden 300 (ex-)
kinkhoestpatiënten (zowel kinderen als volwassenen) en eventuele
gezinsleden van kinkhoestpatiënten onderzocht. Het gaat vooral om
mensen uit de regio Gouda en Hoofddorp.
Met deze studie hopen de onderzoekers erachter te komen waarom
kinkhoest de laatste jaren steeds vaker voorkomt, ondanks een hoge
vaccinatiegraad, en welke acties nodig zijn om de Nederlandse
bevolking in de toekomst beter te beschermen tegen kinkhoest.
Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen, die
vooral bij zeer jonge kinderen een zeer ernstig en soms zelfs fataal
beloop kan hebben.
Kinkhoest neemt toe
In 1956 werd een vaccin tegen kinkhoest opgenomen in het
rijksvaccinatieprogramma en sindsdien is het aantal gevallen van
kinkhoest in Nederland drastisch gedaald.
Sinds de jaren negentig neemt kinkhoest echter weer toe in Nederland,
terwijl bijna alle kinderen worden ingeënt. De kinkhoestbacterie ziet
dus kans om mensen te besmetten en ziek te maken, ondanks de afweer
die we hebben opgebouwd. Waarom is dit zo? Neemt de afweer na een
tijdje af, is de kinkhoestbacterie in de loop der jaren veranderd, of
is het een combinatie van factoren?
Om meer te weten te komen over de afweer tegen de kinkhoestbacterie en
de acties die nodig zijn om de Nederlandse bevolking in de toekomst
beter te beschermen tegen kinkhoest, wordt in het SKI-onderzoek (het
onderzoek naar de Specifieke Kinkhoest Immuniteit (SKI)) de afweer
onderzocht van mensen die kinkhoest hebben (gehad) en van huisgenoten
van kinkhoestpatiënten. Het onderzoek wordt vanuit het Laboratorium
voor Vaccin Onderzoek van het Nederland Vaccin Instituut gecoördineerd
en samen met andere onderzoeksgroepen uitgevoerd.
Allerlei leeftijden
In het SKI-onderzoek bestuderen de onderzoekers de kwaliteit en de
duur van de afweer die mensen hebben opgebouwd. Het gaat dan zowel om
kinderen en volwassenen die de ziekte nu hebben, als hun gezinsleden
(ouders, partners, broertjes en zusjes) die in contact zijn geweest
met de bacterie via hun zieke huisgenoot, maar zelf blijkbaar niet
ziek werden. Ook willen de onderzoekers mensen bestuderen die de
ziekte in het verleden hebben gehad. Wat is daar nu nog van terug te
vinden in het bloed? Zo krijgen de onderzoekers, als het goed is, een
aardig beeld van de opgebouwde afweer in verschillende
leeftijdsgroepen.
Mensen kunnen zich alleen aanmelden voor het onderzoek als de
kinkhoest (destijds) door bloedonderzoek of bacteriekweek via de
huisarts is bevestigd en als hun huisarts verbonden is aan het
SKI-onderzoek. De deelnemers gaan naar een onderzoekspoli of krijgen
thuis bezoek van de onderzoeksverpleegkundige. Zij vult samen met de
deelnemer een vragenlijst in. Bij alle deelnemers worden buisjes bloed
afgenomen, om de witte bloedcellen die zich bezighouden met de
specifieke afweer tegen kinkhoest te onderzoeken. Bij deelnemende
gezinsleden wordt ook wang- en neusslijm afgenomen met dunne
wattenstokjes.
Meer informatie over dit onderzoek op de SKI-website:
www.nvi-vaccin.nl/ski