Moderniseringsagenda voor het gevangeniswezen

De beoogde hervorming in het gevangeniswezen wordt deze kabinetsperiode doorgevoerd. Een meer op de persoon gerichte uitvoering van de detentie moet een bijdrage leveren aan de kabinetsdoelstelling om de recidive verder terug te dringen. De zorg en nazorg aan (ex-) gedetineerden wordt geïntensiveerd. Staatssecretaris Albayrak (Justitie) heeft de moderniseringsagenda 2007-2010 vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.

De moderniseringsagenda volgt op het oorspronkelijke programma Detentie en Behandeling op Maat voor volwassen gedetineerden (DBM-v). Mede naar aanleiding van een negatief advies van de medezeggenschap zijn deze plannen inhoudelijk bijgesteld en is gekozen voor een stapsgewijze invoering van de plannen, waarbij op een aantal onderdelen de veranderingen eerst in een pilot op uitvoerbaarheid worden beproefd. Uitgangspunten voor de nieuwe plannen zijn draagvlak, uitvoerbaarheid en fasering.

De noodzaak en de wens tot veranderen blijft onverminderd groot, schrijft de staatssecretaris in de brief aan de Tweede Kamer. Modernisering van het gevangeniswezen is nodig om de zorg aan het groeiend aantal gedetineerden met psychiatrische en verslavingsproblematiek te verbeteren, als ook om de samenwerking met ketenpartners in de strafrechtketen te versterken. Daarnaast moeten de plannen leiden tot een efficiëntere en effectievere inzet van celcapaciteit en bijdragen aan een kostenreductie om de financiële taakstelling voor het gevangeniswezen in te vullen.

De moderniseringsagenda is opgebouwd uit vijf deelgebieden: Capaciteitsmanagement In het coalitieakkoord is op grond van de opgedane ervaring in de afgelopen jaren besloten het meerpersoonscelgebruik te intensiveren. Een zorgvuldige inzet blijft geboden. Daarvoor worden de mogelijkheden onderzocht om het aantal meerpersoonscellen in bestaande inrichtingen uit te breiden. Daarnaast zal bij alle nieuwbouw sprake zijn van volledige mpc-geschiktheid. Ook wordt een meerjarig plan opgesteld om te komen tot een optimale en flexibele inzet van de celcapaciteit in het gevangeniswezen. Inkomsten en plaatsing De huidige ruim veertig detentieregimes worden teruggebracht tot een indeling in zes doelgroepen: preventief gehechten, kortverblijvenden, langverblijvenden, bijzondere groepen, strafrechtelijke vreemdelingen en vrouwen. Als uitgangspunt geldt dat gedetineerden tot aan een veroordeling zoveel mogelijk worden geplaatst in het arrondissement waar de rechtszaak dient. Omdat het niet mogelijk is om alle gedetineerden na veroordeling te plaatsen in de regio waar zij terugkeren, zullen alleen kortverblijvenden met een reïntegratieplan en langverblijvenden in de laatste vier maanden van hun detentie worden geplaatst in de regio van vestiging. Zo kan de aansluiting op de nazorg en de voorbereiding op de terugkeer het beste vorm worden gegeven. Om invulling te kunnen geven aan de meer op de persoongerichte aanpak worden alle gedetineerden bij binnenkomst standaard gescreend op groepsgeschiktheid, beheersing en behoefte aan forensische zorg. Langverblijvende gedetineerden worden aanvullend gescreend op crimogene factoren, waarop vervolgens onder meer het interventieaanbod, de verlofverlening en de risicotaxatie worden afgestemd. Het huidige verlofsysteem wordt in 2009 gewijzigd in een persoonsgebonden verlofregeling. Programmering verblijf Voor alle doelgroepen wordt een activiteitenprogramma vastgesteld ingevolge de Penitentiaire Beginselenwet. Het gaat om activiteiten als sport, luchten, geestelijke verzorging, bezoek en recreatie. Over het aanbod van arbeid aan de verschillende doelgroepen wordt besloten op grond van een onderzoek naar de mogelijkheden om arbeid in detentie meer kostendekkend, danwel kostenbesparend in te richten. Onderwijs wordt in de eerste plaats aangeboden in het kader van de gerichte interventies voor langverblijvenden. Voor kortverblijvenden worden de mogelijkheden voor continuering van onderwijstrajecten bezien. Dit betreft zowel het voortzetten van voor de detentie gestarte opleidingen, als ook om onderwijstrajecten die tijdens detentie worden gestart en na detentie kunnen worden voortgezet. Zorg aan (ex-)gedetineerden Om te kunnen voldoen aan de toenemende zorgvraag van gedetineerden wordt de zorg in detentie anders vorm gegeven. De huidige zorgafdelingen in de verschillende inrichtingen worden vanaf 2009 geconcentreerd op vijf zorglocaties. Het huidige aantal van 600 zorgplaatsen wordt uitgebreid met 700 extra plaatsen. Daarnaast wordt extra geïnvesteerd in de aanpak van de grote groep zorgverslaafden en in een verbeterde aansluiting op de GGZ. Als onderdeel van het programma Terugdringen Recidive dient er vanaf medio 2008 voor elke langverblijvende gedetineerde een individueel reïntegratietraject beschikbaar te zijn. Dit traject voorziet onder meer in het aanbod van erkende interventies. Het programma Aansluiting Nazorg moet leiden tot een sluitende overdracht van informatie over terugkerende gedetineerden aan de gemeenten. De moderniseringsagenda moet mede leiden tot een kostenreductie binnen het gevangeniswezen om de financiële taakstelling voor het gevangeniswezen in te vullen. Bij het realiseren van de taakstelling wordt het primaire proces zoveel als mogelijk ontzien. Een verantwoorde en veilige uitvoering van sancties moet voor het personeel en gedetineerden zijn gegarandeerd.