Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk AM/AKA/2007/36278 Datum 12 november 2007

Onderwerp Kamervraag/vragen van het lid Ulenbelt

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Ulenbelt (SP) over het sluiten van de Britse grenzen voor Roemenen en Bulgaren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)

2070804050

Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het sluiten van de Britse grenzen voor Roemenen en Bulgaren. (Ingezonden 2 november 2007)


1
Wat is uw reactie op het besluit van de Britse regering om de grenzen gedeeltelijk te sluiten voor Roemenen en Bulgaren? 1)


2
Kunt u een prognose geven van de aantallen arbeidsmigranten uit diverse Midden- en Oost- Europese lidstaten die zich de komende jaren op de Nederlandse arbeidsmarkt zullen melden?


3
Kunt u recente cijfers geven over de aantallen arbeidsmigranten uit de verschillende Oost- Europese lidstaten die in Nederland werken?


4
Kunt u bij de beantwoording van vraag 3 aangeven hoeveel arbeidsmigranten vóór 1 mei 2007 in Nederland verblijven en hoeveel arbeidsmigranten sinds 1 mei 2007 in Nederland verblijven?


5
Is het waar dat dit in Nederland net als in Groot-Brittannië, problemen ontstaan op het gebied van huisvesting, scholing en zorg doordat de toestroom van arbeidsmigranten hoog is? Zo neen, waaruit blijkt dat?


6
Wanneer zou de situatie in Nederland vergelijkbaar kunnen worden met die in Groot- Brittannië?


7
Indien de situatie vergelijkbaar is, of wordt, met die in Groot-Brittannië, bent u dan voornemens om de migratie uit MOE landen te reguleren?


1) de Volkskrant 31 oktober 2007


---

Antwoord vragen 1, 6 en 7
Ik neem kennis van het besluit van de Britse regering om het vastgestelde quotum voor laaggeschoolde Roemeense en Bulgaarse werknemers (max. 19.750 per jaar) te continueren tot eind volgend jaar. Dat besluit is genomen op basis van een afweging van de Britse economie, arbeidsmarktontwikkeling en immigratiepatronen. Die zijn moeilijk vergelijkbaar met de Nederlandse situatie en onze historie op genoemde terreinen. Ik heb op dit moment geen aanwijzingen dat in Nederland sprake is van een vergelijkbare situatie. Overigens heeft het Britse besluit slechts betrekking op werknemersverkeer met Roemenië en Bulgarije, en niet op werknemersverkeer met de acht MOE-landen die in 2004 lid van de EU zijn geworden.

Antwoord vragen 2 t/m 5:
Kortheidshalve verwijs ik u naar de tussenrapportage die ik u in november zal doen toekomen over het flankerend beleid bij de invoering van vrij verkeer van werknemers met de MOE- landen en over het werknemersverkeer met Roemenië en Bulgarije. Vanwege de samenhang tussen de onderwerpen van deze rapportage en uw vragen zal ik de beantwoording van deze vragen integreren in deze rapportage.


---