Radboud Universiteit Nijmegen
Nieuw tijdperk voor de sterrenkunde
De raadselachtige, extreem energierijke deeltjes die vanuit het heelal
op de aarde afkomen, komen uit de richting van een superzwaar zwart
gat. Dat hebben astrofysici en hoge-energiefysici vastgesteld aan de
hand van metingen in het Argentijnse Pierre Auger Observatorium. Het
nieuws was goed voor een Sciencepublicatie (9 november). Ook Nijmeegse
onderzoekers werkten mee. Sterker nog: in Nijmegen vingen ze in 2004
ook zo'n bijzonder deeltje.
De deeltjes uit de kosmos botsen in de dampkring met grote snelheid en
energie op deeltjes in de atmosfeer. Dat veroorzaakt een 'douche' van
vervalproducten die op aarde neerkomen. Daar kunnen ze worden gemeten.
In het speciaal daarvoor ontworpen Pierre Auger Observatorium, maar
ook met de betrekkelijk eenvoudige apparatuur die op de daken van
Nijmeegse scholen staat. Daarmee werd in 2004 zo'n exotisch
superdeeltje gevangen. Gemiddeld valt er één deeltje per vierkante
kilometer per eeuw op het aardoppervlak.
De meting in Argentinië is de eerste die een duidelijke richting van
de deeltjes weet te bepalen. En die wijst op superzware zwarte gaten.
Heino Falcke, hoogleraar bij het IMAPP (Institute for Mathematics,
Astrophysics and Particle Physics) van de Radboud Universiteit, noemt
de ontdekking het begin van een nieuw tijdperk in de sterrenkunde. 'We
kunnen nu deeltjes gaan gebruiken om meer te leren over het heelal.
Dit resultaat opent een nieuw venster op het universum.'
Ook laat het resultaat zien dat de hoge-energiefysica en de
astrofysica logische partners zijn. 'In het heelal werken
superkrachtige deeltjesversnellers. Veel sterker dan we hier op aarde
kunnen bouwen.' Het IMAPP heeft het onderzoek naar de
hoge-energiefysica en de astrofysica samengebracht met de wiskunde.
Die is nodig om de meetgegevens te begrijpen.