Aan de Voorzitter van de Adviesraad Internationale Directie Mensenrechten en
Vraagstukken Vredesopbouw
Mr. F. Korthals Altes Afdeling Mensenrechten
Postbus 20061 Bezuidenhoutseweg 67
2500 EB Den Haag 2594 AC Den Haag
Datum 12 november 2007 Auteur Joris Geeven
Kenmerk DMV/MR-07/329 Telefoon +31 70 348 5313
Blad 1/5 Fax +31 70 348 5049
Bijlage(n) joris.geeven@minbuza.nl
Betreft Regeringsreactie AIV-advies "Het VN- www.minbuza.nl
verdragssysteem voor de rechten van de mens -
Stapsgewijze versterking in een politiek geladen
context"
C.c.
Geachte heer Korthals Altes,
Hierbij zend ik u de reactie van de regering op het advies "Het VN-verdragssysteem
voor de rechten van de mens - Stapsgewijze versterking in een politiek geladen
context". Een afschrift van deze brief zend ik aan de Voorzitters van de Tweede Kamer
en de Eerste Kamer.
Inleiding
Op 6 november presenteerde ik mijn beleidsnotitie "Naar een menswaardig bestaan.
Een mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid". In deze strategie geef ik aan
dat Nederland veel waarde hecht aan de naleving van mensenrechtennormen en de
implementatie van die normen op nationaal niveau. De rol van verdragsmechanismen
daarbij is van essentieel belang. Staten partijen informeren de verdragscomités via
verdragsrapportages over het nakomen van hun internationale verplichtingen. De
comités stellen aanbevelingen op om de implementatie van mensenrechtennormen
door Staten verder te bevorderen. Het optimaliseren van het functioneren van de
verdragsmechanismen neemt een belangrijke plaats in binnen het
mensenrechtenbeleid.
De regering onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van de Raad op hoofdlijnen.
Het VN-verdragssysteem voor de rechten van de mens is een belangrijk instrument in
de nationale tenuitvoerlegging van internationale mensenrechtennormen. Nederland
hecht aan een goed functionerend instrumentarium en wil graag bijdragen aan een
effectieve hervorming van het VN-verdragssysteem.
Volgens de regering kan de versterking van de verdragscomités het beste worden
bereikt door op korte- en middellange termijn een aantal veranderingen door te voeren.
De regering streeft daarbij naar meer doelmatigheid en doelgerichtheid in het werk van
de verdragscomités, zonder dat bij het versterken van de coherentie tussen de
verschillende organen waardevolle elementen van de afzonderlijke verdragscomités
verloren gaan. Ik stel met tevredenheid vast dat deze voorkeur overeenkomt met uw
advies. De regering deelt de analyse van de Raad dat het creëren van één enkelvoudig
permanent verdragsorgaan onwenselijk moet worden geacht.
Ten einde de hervorming van de verdragscomités te bevorderen en op die manier bij te
dragen aan een betere naleving van de mensenrechtenverdragen, zal Nederland een
bijeenkomst over dit onderwerp organiseren, bij voorkeur en marge van een zitting van
de Mensenrechtenraad. In deze brief zal ik verder kort ingaan op de hervorming van
het systeem van verdragscomités, de individuele klachtprocedures en de relatie tussen
de comités en de VN-mensenrechtenraad.
VN-verdragssysteem
Het uitoefenen van toezicht op de tenuitvoerlegging van mensenrechtennormen gaat
gepaard met problemen. Het advies van de Raad geeft een adequaat overzicht van de
problematiek waar zowel verdragscomités als rapporterende landen mee
geconfronteerd worden.
De problematiek van de comités is tweeledig. Enerzijds zijn niet alle staten bij alle
mensenrechtenverdragen partij, rapporteren staten te laat of niet over de implementatie
van verdragsverplichtingen, en worden de aanbevelingen van de comités niet altijd
overgenomen. Anderzijds kent ook de werkwijze van de comités zelf problemen. De
comités beschikken in de praktijk over te weinig capaciteit en administratieve en
financiële ondersteuning, waardoor de behandeling van rapportages vertraging
oploopt. Dit alles ondergraaft de effectiviteit van de verdragscomités en daarmee de
effectiviteit van het mensenrechteninstrumentarium.
De Nederlandse regering dringt bij andere landen aan op ratificatie van de belangrijke
internationale mensenrechtenverdragen. In de politieke- en mensenrechtendialogen
stellen de Nederlandse ambassades, al dan niet in EU-kader, ratificatie van
internationale verdragen ter sprake. Indien ratificatie heeft plaatsgevonden, behoort het
Kenmerk DMV/MR-07/329
Blad 2/5
tot de mogelijkheden om desgevraagd landen (financieel) te ondersteunen bij de
tenuitvoerlegging op nationaal niveau van deze verdragen en van de aanbevelingen
van de verdragscomités.
Om het werk van de verdragscomités bekend te stellen en om schaduwrapportage op te
stellen is de Nederlandse regering bereid ngo's met deze doelstelling te ondersteunen.
Ook het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens kan hieraan
een belangrijke bijdrage leveren. Een sterk onafhankelijk kantoor van de Hoge
Commissaris is daartoe van groot belang. Nederland zal daarom haar rol als één van de
grootste donoren van het kantoor voortzetten.
De regering deelt de analyse van de Raad dat het creëren van één enkelvoudig
permanent verdragsorgaan onwenselijk moet worden geacht. Bovendien acht ik de
instelling ervan op korte en lange termijn onrealistisch. Het is belangrijk dat de
eigenheid van de verschillende comités en de specifieke expertise behouden blijft,
terwijl de synergie tussen de verschillende comités wordt vergroot.
De regering zal zich inzetten voor verdergaande samenwerking tussen bestaande
verdragsorganen in de vorm van verdere harmonisering, coördinatie en integratie van
de verschillende aspecten van de mandaten van de verschillende comités. Dergelijke
samenwerking kan en zou op korte termijn tot stand moeten komen. De Adviesraad
heeft daartoe enkele nuttige suggesties gegeven.
De thans lopende initiatieven om de efficiëntie en effectiviteit van de comités te
verbeteren door de organisatorische en inhoudelijke coördinatie tussen de comités te
versterken, ondersteun ik van harte. Daarbij is van cruciaal belang dat de interactie
tussen de comités en de nationale rechtspraktijken gewaarborgd blijft, aangezien de
eindverantwoordelijkheid voor de implementatie van mensenrechtennormen op
nationaal niveau ligt. De Nederlandse regering zal er bovendien bij het kantoor van de
Hoge Commissaris in de beleidsdialoog gezamenlijk met andere, gelijkgezinde
donoren op aandringen de noodzakelijke administratieve en financiële ondersteuning
beschikbaar te stellen voor de comités.
De consolidatie van enkele bestaande verdragscomités, zoals geopperd door de Raad,
zou nader onderzocht kunnen worden. Op voorhand is duidelijk dat een dergelijke
samenvoeging juridische en andere problemen zal hebben. Hoewel de regering erkent
dat deze minder verstrekkend van aard zijn, dan de mogelijke complicaties die
optreden bij het creëren van een enkelvoudig verdragsorgaan, geeft de regering
vooralsnog de voorkeur aan minder ingrijpende maar wel effectieve veranderingen die
op kortere termijn uitgevoerd kunnen worden.
Kenmerk DMV/MR-07/329
Blad 3/5
Individueel klachtrecht
Het individueel klachtrecht kan een belangrijke bijdrage leveren aan de handhaving
van mensenrechten op nationaal niveau. De regering deelt de observatie van de Raad
dat er op dit moment slechts op bescheiden schaal gebruik wordt gemaakt van
individuele klachtmogelijkheden. De regering zal andere landen die dat nog niet
gedaan hebben, aansporen individuele klachtmogelijkheden te accepteren en die onder
hun bevolking bekend te stellen.
De vestiging van alle comités in Genève en het beheer van een gemeenschappelijke
postbus door het Kantoor van de Hoge Commissaris zijn welkome eerste stappen in
het verbeteren van het efficiënt functioneren van de individuele klachtprocedures. De
Raad acht het daarnaast wenselijk om te bezien of de werkgroepen die zich met
klachten bezighouden parallel zouden kunnen bijeenkomen in Genève. De regering
beaamt dat een dergelijke planning zou kunnen leiden tot een intensievere uitwisseling
van expertise en een grotere consistentie in de behandeling van klachten. Tegelijkertijd
bestaat ook het risico een dergelijke zware belasting van het secretariaat leidt tot
vertraging in de behandeling van de klachten. Om te komen tot een verdere
stroomlijning van de klachtprocedures geeft de regering de voorkeur aan de instelling
van een gemeenschappelijke klachtenkamer.
Relatie met de VN-Mensenrechtenraad en de `universal periodic review'
Met de instelling van de universal periodic review heeft de Mensenrechtenraad een
nieuw instrument in werking gesteld waarmee de mensenrechtensituatie in ieder land
regelmatig door de Raad zal worden geëvalueerd. Het `examen' zal worden afgenomen
in een werkgroep, die bestaat uit alle 47 leden van de Raad. De werkgroep zal de
mensenrechtensituatie in een land beoordelen op basis van verschillende bronnen.
De regering is van mening dat het UPR-systeem in potentie een toegevoegde waarde
heeft ten opzichte van reeds bestaande mechanismen voor mensenrechtenbescherming,
zoals het verdragssysteem. De regering deelt het oordeel van de Adviesraad dat
informatie afkomstig van de verdragscomités, zoals concluding observations,
recommendations en general comments een belangrijke plaats moeten innemen in de
besprekingen van de UPR-werkgroep. Positief daarbij is dat de Mensenrechtenraad
nauwlettend zal blijven volgen of de aanbevelingen van bijvoorbeeld verdragscomités
met betrekking tot de implementatie van mensenrechtenverplichtingen op nationaal
niveau daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Kenmerk DMV/MR-07/329
Blad 4/5
Het is een misverstand dat er in de beoordelingsfase van de UPR geen rol weggelegd
zou kunnen zijn voor onafhankelijke experts. In de besluitvorming over de UPR is
vastgelegd dat de bespreking van landen in de werkgroep zal worden voorbereid door
een trojka. De trojka van rapporteurs bestaat uit drie leden van de Mensenrechtenraad.
Het is aan de betreffende landen om vervolgens de samenstelling van hun delegatie te
bepalen die het land in de UPR-werkgroep zal vertegenwoordigen. In dat kader
overweegt Nederland samen met andere landen onafhankelijke experts in zijn delegatie
op te nemen. Nederland behoort tot de zestien landen die tijdens de eerste zitting van
de UPR-werkgroep in april 2008 zullen worden behandeld.
Ten slotte onderschrijft de regering van harte de conclusie van de Raad dat de
Mensenrechtenraad voor Nederland het belangrijkste wereldwijde internationale forum
op het gebied van mensenrechten. De inzet van de Nederlandse regering blijft erop
gericht de Mensenrechtenraad te ontwikkelen tot een internationaal orgaan dat een
zinvolle bijdrage kan leveren aan de wereldwijde bescherming van mensenrechten.
Daarbij moet de nadruk liggen op de tenuitvoerlegging van mensenrechtenstandaarden.
De verdragscomités spelen daartoe een cruciale rol. In dat kader is het van groot
belang dat de Mensenrechtenraad aandacht besteedt aan de problemen die
verdragscomités ondervinden en aan oplossingen daarvoor. Nederland zal daartoe een
bijeenkomst organiseren, bij voorkeur en marge van een zitting van de
Mensenrechtenaad. Bovendien is het van belang dat de voorzitters van de
verschillende verdragsorganen jaarlijks in debat gaan met de Mensenrechtenraad. De
Mensenrechtenraad dient daarbij in samenhang aandacht te besteden aan de opvolging
van aanbevelingen van zowel de comités als van de thematische rapporteurs.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Kenmerk DMV/MR-07/329
Blad 5/5
Ministerie van Buitenlandse Zaken