Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 12 november 2007 - Ons kenmerk Uw kenmerk IVW/TER/07/E31.008.008 2070801630 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Samsom en Vermeij over RandstadRail.


1. Kent u de brief van het Stadsgewest Haaglanden van 24 september 20071, gericht aan de raadscommissies verkeer van de gemeenten Den Haag, Leidschendam- Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer waarin wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot RandstadRail?


1. Ja.


2. Wat is uw oordeel over het gegeven dat het stadsgewest Haaglanden heeft aangegeven dat het proefbedrijf op de Oosterheemlijn reeds omstreeks 10 september 2007 heeft voldaan aan de normen, zoals die door de Inspectie Verkeer en Waterstaat zijn gesteld?


2. Er zijn voor 10 september 2007 wel proefritten gereden op de Oosterheemlijn, maar daarmee was nog niet voldaan aan alle vereisten voor het reizigersbedrijf, zoals die tussen RandstadRail, Haaglanden en de Inspectie Verkeer en Waterstaat


1 Kenmerk SHO7.1729
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

IVW/TER/07/E31.008.008

(de Inspectie) waren afgesproken. Daarom kon het reizigersvervoer nog niet worden gestart.


3. Is het waar dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat (de IVW) toestemming heeft gegeven voor het starten van het zogenaamde reizigersbedrijf op de Erasmuslijn en dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat zich tot nu toe in het overleg met het Stadsgewest Haaglanden over de Oosterheemlijn niet bereid heeft verklaard om voor deze lijn eveneens toestemming te geven?

3. Ja. Zie het antwoord op vraag 4.


4. Waarom heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat bij de Erasmuslijn wel voor een tijdelijke oplossing gekozen en is dit bij de Oosterheemlijn nagelaten, terwijl deze lijnen qua wisselproblematiek niet verschillend zijn?

4. Voor de problemen met de wissels, die in november 2006 tot de ontsporing hebben geleid, is een oplossing gevonden. Deze problematiek is voor beide lijnen gelijk. Voordat echter een lijn voor reizigers in gebruik kan worden genomen moet niet alleen de infrastructuur zijn goedgekeurd, maar moeten zowel het testbedrijf (waarin alle technische systemen worden getest), als ook het proefbedrijf (waarin de normale dienstregeling wordt gereden, maar nog zonder passagiers) succesvol zijn afgerond. Pas daarna geeft de Inspectie toestemming om het reizigersvervoer te hervatten.
Voor de Erasmuslijn was aan al deze voorwaarden voldaan, zodat op 3 september 2007 het reizigersvervoer kon worden hervat. Voor de Oosterheemlijn en de Krakeling was dit nog niet het geval en speelde nog een ander probleem (zie het antwoord op vraag 5).


5. Kunt u uiteenzetten of de IVW zich momenteel nog op praktische veiligheidsreden beroept om geen toestemming te geven om het reizigersvervoer op de Oosterheemlijn te hervatten? Zo ja, kunt u die veiligheidsredenen benoemen?

5. Voor de Oosterheemlijn en de Krakeling in Zoetermeer waren met de projectorganisatie RandstadRail aanvullende voorwaarden afgesproken over de veilige berijdbaarheid van het spoor waarbij met name de combinatie van spoorligging en de te gebruiken voertuigen van invloed is. De voertuigen op de beide Zoetermeerse lijnen hebben andere voertuigeigenschappen dan de (metro)voertuigen van de Erasmuslijn, terwijl bovendien het tracé in Zoetermeer veel meer bogen kent.
Het betreft hier veiligheidsnormen voor de spoorligging, met name bij de overgangen tussen een boog en een rechte ligging van het spoor (de zogenaamde scheluwte) om een veilige berijdbaarheid zeker te stellen. Hierover is inmiddels overeenstemming bereikt, waarmee de infrastructuur nu aan deze afspraken voldoet. Omdat voor de Oosterheemlijn het test- en proefbedrijf ook succesvol zijn afgerond kon op die lijn het reizigersvervoer op 8 oktober 2007 worden hervat.

---

IVW/TER/07/E31.008.008

Met ingang van 8 oktober jl. heeft RandstadRail ook toestemming om te starten met het proefbedrijf op De Krakeling in Zoetermeer.

6. Hoe beoordeelt u de handelwijze van de IVW in relatie tot de gang van zaken rond de Oosterheemlijn van Randstadrail, tegen de achtergrond dat dagelijks duizenden Haaglanders op een andere wijze met veel tijdverlies hun bestemming moeten bereiken en bovendien slecht geïnformeerd worden over de gang van zaken?

6. De informatievoorziening tussen Haaglanden en de Inspectie is transparant en helder. Met de Inspectie zijn afspraken gemaakt over het aantonen van de veiligheid op RandstadRail en de beoordeling door de Inspectie van de aangeleverde informatie. De problemen met de wissels en spoorligging zijn echter zeer complex en vragen om een zorgvuldige aanpak en afweging. RandstadRail is zelf verantwoordelijk voor de inhoud en de tijdige aanlevering van de informatie. Het verstrekken van informatie aan reizigers, en de organisatie van het vervangende vervoer, is een zaak van Haaglanden en RandstadRail.

7. Kunt u uiteenzetten wanneer het vervoer op de Oosterheemlijn en De Krakeling hervat gaat worden? Zo neen, waarom niet?

7. De reizigersexploitatie op de Oosterheemlijn is op maandag 8 oktober jl. hervat. Op de Krakeling is het reizigersvervoer op zaterdag 27 oktober jl. hervat, nadat het proefbedrijf succesvol is afgerond.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

---