Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 9 november 2007 DE/RV/07/45512

Onderwerp
Lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008-2011

Hierbij bied ik u, als minister voor homo-emancipatie, namens het kabinet de nota Lesbisch- en homo- emancipatiebeleid 2008-2011 "Gewoon homo zijn" aan. Deze is aangekondigd in het Beleidsprogramma `Samen werken, samen leven'. De nota is de opvolger van de nota Homo- emancipatiebeleid 2005-2007 "Roze in alle Kleuren", van 1 juli 2005.

Bij deze nota hebben de betrokken bewindspersonen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Jeugd en Gezin, Wonen, Wijken en Integratie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Defensie, Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich bereid getoond de handen ineen te slaan en de nota samen voortvarend uit te voeren.

Het kabinet vindt dat er weliswaar veel is bereikt, maar dat de homo-emancipatie1 niet af is. Dit blijkt onder andere uit het onderzoek naar de acceptatie van homoseksualiteit in Nederland 2006 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en uit de voortgangsrapportage homo-emancipatiebeleid van het vorige kabinet. In de bijlage van de nota zijn de meest recente SCP gegevens2 opgenomen.

Hoewel de homotolerantie in de afgelopen decennia is verbeterd, maakt het kabinet zich grote zorgen over de intimidatie en geweldsincidenten, de aanhoudende meldingen van discriminatie en de uitingen van homohaat op internet van de afgelopen jaren. Het gebruik van `homo' als scheldwoord op school en op straat lijkt de gewoonste zaak van de wereld. Veel burgers zijn zich de laatste tijd onveiliger gaan voelen.


1 Met de term `homo' of `homoseksuelen' wordt in deze nota bedoeld: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen en vrouwen en transgender personen, tenzij dit anders in de tekst is aangegeven. De term `homoseksualiteit' wordt in deze nota gebruikt in brede zin als onderdeel van de persoonlijke en sociale identiteitsbeleving van individuen en niet enkel het aspect van seksualiteit.
2 Monitoring van sociale acceptatie van homoseksuelen in Nederland, SCP, september 2007. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl Contactpersoon: B.D. Baks, T +31-70-412 4569,IPC 5500

blad 2/3

Op een aantal gebieden schort het. De aanpak tot nu toe blijkt niet afdoende. Dat moet veranderen, dat moet beter. Hoofddoel van beleid is het bevorderen van de sociale acceptatie van homoseksualiteit. Aan dat doel verbindt het kabinet de ambitie `dat de houding van de bevolking tegenover homoseksuelen aan het eind van deze periode verbeterd is ten opzichte van 2006'.

Het kabinet staat pal voor de bescherming van de veiligheid en gelijke rechten van homoseksuele burgers. De onveiligheid, discriminatie van en geweld tegen homoseksuelen moet daarom krachtig worden bestreden en is daarom een belangrijk thema van deze nota.

De inzet van het kabinet op deze terreinen wordt nu verbreed en versterkt. Het kabinet wil meer aandacht geven aan het belang van respect voor verschil, dialoog, de veiligheid van homoseksuelen op school en een actieve internationale rol van Nederland.

Het kabinet vindt dat maatschappelijke organisaties en homo-organisaties moeten samenwerken om zo verder te bouwen aan een beter begrip en sociale acceptatie in de samenleving. Daarom wil het kabinet die landelijke samenwerking krachtig stimuleren. Maar ook op lokaal niveau kan en moet het beter. Het kabinet gaat daarover samenwerkingsafspraken maken met gemeenten die voorop lopen. Verder wil het kabinet dat aan het eind van deze periode het aantal actieve gemeenten met minstens een kwart is gestegen tot meer dan vijftig.

Het kabinet wil twee waarden op de politieke en publieke agenda zetten. Ten eerste de sociale acceptatie van homoseksuelen, op grond van beginselen als solidariteit, bescherming van minderheden, verbod op discriminatie en een respectvolle omgang met elkaar. Ook wil het kabinet opkomen voor de vrijheid om uit te kunnen komen voor je homoseksuele geaardheid, op grond van beginselen zoals zelfbeschikking, veiligheid van burgers, gelijke kansen, gelijkheid voor de wet3 en andere burgerrechten.

Voor het emancipatiebeleid wordt in deze kabinetsperiode indicatief een extra bedrag vrijgemaakt oplopend tot 10 miljoen euro in 2011 in de begroting van OCW. Dit bedrag is zowel bestemd voor het homo-emancipatiebeleid als voor het emancipatiebeleid. Ik stel in 2008 in totaal 2,5 miljoen euro beschikbaar. De extra middelen zullen worden ingezet om een nieuwe impuls te geven aan het beleid landelijk en lokaal, om homo-emancipatie binnen de verschillende beleidsdomeinen te ondersteunen en het emancipatieproces in de samenleving te stimuleren.


3 In 21minuten.nl zegt een overgrote meerderheid van de 100.000 deelnemers gelijke kansen, solidariteit, verbod op discriminatie, beschermen van minderheden en gelijkheid voor de wet `zeer belangrijke' beginselen te vinden. bron: Publieke Zaak, 6 oktober 2007.

blad 3/3

De wijze waarop de departementen homo-emancipatiebeleid binnen hun eigen domein omzetten in maatregelen is beschreven in een apart deel van deze nota. Hiermee wordt uitdrukking gegeven aan de eigen verantwoordelijkheid die ieder departement afzonderlijk heeft. De maatregelen in deel II, een mix van voortgezet beleid en nieuwe initiatieven, zijn een aanvulling op deel I van deze nota die zich vooral richt op de doelen en aanpak van beleid.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

dr. Ronald H.A. Plasterk