College van Beroep voor het bedrijfsleven

rechtspraak

Verzoek arbeidsduur te verminderen ten onrechte afgewezen

Afwijzing verzoek om arbeidsduur terug te brengen naar 32 uur per week. Uit artikel 2 van de Wet aanpassing arbeidsduur kan worden afgeleid dat het niet gaat om een discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris, maar om een in beginsel bestaande aanspraak op toewijzing van het verzoek, tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich daartegen verzetten. Het betoog van de staatssecretaris dat herbezetting van de vrijgekomen uren problemen voor de bedrijfsvoering oplevert heeft de Raad niet kunnen overtuigen. De huidige formatie is op grond van een aantal factoren al niet toereikend om de optimale bezetting te realiseren. Ook de aangevoerde problemen van roostertechnische aard zijn naar het oordeel van de Raad niet onoplosbaar. Het garanderen van de veiligheid van defensiecomplexen is een zwaarwegend belang maar de Raad acht niet concreet aangetoond in welk opzicht die veiligheid in het gedrang komt indien het verzoek van betrokkene wordt ingewilligd. Het verzoek om minder te mogen werken is ten onrechte afgewezen.

LJ Nummer:

BB5876

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 12 november 2007