Senternovem
08-11-2007 |
Chemie werkt op alle fronten aan vergroening
Afgelopen week sloten overheid en bedrijfsleven een
duurzaamheidsakkoord, dat zich richt op een forse reductie van de
uitstoot van broeikasgassen. De sector die hieraan de grootste
bijdrage gaat leveren, is de chemische industrie. Pieter Verberne van
Akzo Nobel vertelt meer over de plannen van de sector en zijn bedrijf,
de rol van het Platform Ketenefficiency en de rol die hij verwacht van
de overheid.
Vorige week sloten het kabinet en VNO-NCW een duurzaamheidsakkoord.
Daarin zegt het bedrijfsleven toe om de komende jaren aanzienlijk te
gaan investeren in energiebesparing, inzet van duurzame energiebronnen
en minder uitstoot van broeikasgassen. De overheid belooft niet met
milieumaatregelen te komen die de concurrentiepositie van het
bedrijfsleven schaden. In 2020 moet dit resulteren in minimaal 20
procent minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990.
Pieter Verberne Vergroening
De grootste energieverbruikende sector van ons land is de chemische
industrie. Die zal dus ook de grootste bijdrage moeten leveren aan de
realisatie van het duurzaamheidsakkoord. Volgens Pieter Verberne,
General Manager Energy en Vice President Base Chemicals van Akzo
Nobel, is vergroening daarbij het sleutelwoord. "De stijgende
energieprijzen en het klimaatprobleem dwingen ons in de richting van
energiebesparing en groene brand- en grondstoffen. Voor de lange
termijn werkt de Regiegroep Chemie, een projectgroep van het
Innovatieplatform, aan innovaties op het gebied van industriële
biotechnologie, katalyse en duurzame processen, materialen en
procestechnologie. Als het gaat om echte innovaties, duurt het echter
heel lang voordat dit vruchten afwerpt, omdat in onze sector zeer hoge
eisen worden gesteld aan zaken als veiligheid en betrouwbaarheid.
Bovendien zijn de afschrijvingstermijnen van investeringen heel lang.
Daarom werken we ook aan maatregelen met een
korteretermijn-perspectief. Voor zover de sector dat collectief doet,
doen we dat ook vanuit het Platform Ketenefficiency van
EnergieTransitie, waar ik ook zelf zitting in heb. Daarbij gaat het
bijvoorbeeld om warmtekrachtkoppeling, gebruik van restwarmte,
procesverbeteringen procesintensificatie. Daarnaast zijn we met
onderwerpen bezig als een clearing house voor grondstoffen.
Zo'n clearing house zou veel gesleep door Nederland kunnen voorkomen,
en daarmee ook veel energie besparen."
Verduurzaming
Akzo Nobel is één van de voorlopers in de sector, getuige de hoge
notering van het concern op de Dow Jones Sustainability Index.
Verberne: "Ons beleid richt zich inderdaad sterk op duurzame
ontwikkeling. Daarvoor gebruiken we intern in mijn Business Unit, een
grote energiegebruiker, ook wel de term Green Powerhouse. Dat heeft
betrekking op de hele keten van zoutwinning tot en met de productie
van chloorproducten. Zo beschikken wij in Nederland over een aantal
warmtekrachtcentrales. Hoewel dat door de stijgende gasprijzen
economisch steeds minder aantrekkelijk is, proberen we die draaiende
te houden door continu te werken aan flexibilisering en
rendementsverbetering. In onze chloorfabrieken zijn we de modernste
membraantechnieken gaan gebruiken ter vervanging van traditionele
productie met kwik. Dat is beter voor het milieu en bespaart veel
energie. Door al dit soort maatregelen werken we inmiddels 20 procent
zuiniger dan in 1990. Een volgende stap, waar we net mee zijn
begonnen, is het uitvoeren van zogeheten PI-scans om de mogelijkheden
van procesintensificatie binnen het concern op het spoor te komen.
Verder zijn we bezig met technologieën voor de langere termijn, zoals
brandstofcellen, de toepassing van houtsnippers of afval als
brandstof, en de opslag van CO2 in ondergrondse zoutcavernes. Op al
die terreinen lopen inmiddels concrete projecten."
Steun
Voor een aantal van de geschetste ontwikkelingen verwacht Verberne
meer steun van de overheid. "Warmtekrachtkoppeling, bijvoorbeeld, is
een zeer efficiënte technologie om de uitstoot van CO2 sterk terug te
dringen. Daarmee zouden we nog veel winst kunnen boeken. In Nederland
zitten we helaas met het probleem dat het gas waarop de installaties
draaien erg duur is geworden. In combinatie met de lage
nachtstroomtarieven, veroorzaakt door kolenstroom met een bijna drie
maal hogere uitstoot van CO2 per eenheid geproduceerde stroom, is de
productie van elektriciteit in warmtekrachteenheden niet meer
rendabel. Daarom pleiten we ervoor dat er een klimaatvergoeding komt
voor de geproduceerde stroom uit wkk-installaties of een lager,
speciaal wkk-tarief voor de inkoop van gas. Voor de overheid is dat
een bijzonder goedkope manier om de CO2-uitstoot terug te dringen.
Verder zou het bijvoorbeeld goed zijn als de overheid mee gaat
investeren in de infrastructuur voor restwarmte. Dat soort netten
wordt aangelegd voor zeker veertig jaar. Dat ligt buiten de scope van
het bedrijfsleven."