Open de grens tussen Armenië en Turkije
Open de Turks-Armeense grens 7 november 2007
Op initiatief van de Europese Groenen is een studie gemaakt over de
Turks-Armeense grens, die sinds 1993 gesloten is. De studie bevat
belangrijke argumenten voor het openen van de grens. Woensdag 7 november
werd de studie gepresenteerd in het Europees Parlement.
De studie werd toegelicht door Burcu Gültekin-Punsmann en Nicolas
Tavitian, twee van de schrijvers, die verbonden zijn aan het
onafhankelijke onderzoeksinstituut TEPSA. De voorzitters van de
Turkije-delegatie en de Zuidelijke Kaukasus-delegatie van het
parlement, respectievelijk Joost Lagendijk van GroenLinks en Marie
Anne Isler Béguin van de Franse Groenen, waren bijzonder tevreden met
het rapport. Lagendijk beloofde de aanwezigen de conclusies van de
studie in Ankara en Jerevan te verspreiden.
Vergelding
Turkije heeft de grens veertien jaar geleden gesloten als vergelding
voor de Armeense aanvallen op buurland Azerbeidzjan. De Turken voelen
zich verwant aan de Azeri en waren bovendien bezorgd om de grote
aantallen vluchtelingen die als gevolg van de aanval naar Turkije
vluchtten. Daarnaast heeft Armenië, tot ergernis van Turkije, de
huidige grens niet officieel erkent.
Armenië grenst niet aan zee. De verbinding met Turkije was een
belangrijke en levendige handelsroute. Momenteel is het afhankelijk
van transport door Georgië of Iran voor import en export. De sluiting
van de grens heeft de Armeense economie geschaad, maar is ook niet
goed voor de ontwikkeling van Oost-Turkije. Het heeft Turkije in
politieke zin ook niets opgeleverd: het conflict tussen Armenië en
Azerbeidzjan is nog altijd niet opgelost, terwijl Turkije niet langer
de rol van bemiddelaar kan spelen.
De weg naar heropening
De hele regio zou economisch voordeel hebben bij het heropenen van de
grens. Bovendien zou de heropening leiden tot enige ontspanning in de
zeer geladen verhoudingen in deze regio. Daarom moet Turkije de grens
eenzijdig openstellen, volgens de auteurs van de studie. Vervolgens
moeten normale diplomatieke relaties worden aangeknoopt, waarbij
Armenië de grens erkent. Vervolgens kunnen Turks-Armeense projecten
zoals universitaire uitwisseling en samenwerking tussen overheden een
sfeer van vertrouwen scheppen. Uiteindelijk moet de lange gezamenlijke
geschiedenis van Turken en Armeniërs dan gezamenlijk onderzocht
worden, die op dit onderwerp is van bittere conflicten. Van beide
kanten moet het negatieve beeld genuanceerd worden.
De rol van Europa
Ook de EU kan een positieve rol spelen, menen de onderzoekers. Mits de
EU de toetredingsonderhandelingen met Turkije serieus doorzet, kan het
de verwachting uitspreken dat Turkije de grens heropent. Armenië zou
in ruil voor Europese steun de grens moeten erkennen. Hiernaast kan de
EU ook gezamenlijke projecten kunnen financieren, bijvoorbeeld op het
gebied van toerisme.
De Europese bemoeienis is natuurlijk ook eigenbelang. De EU heeft er
baat bij dat conflicten aan haar grenzen worden opgelost. Dit brengt
langdurige vrede en grotere welvaart. Bovendien kan de EU, als grote
speler op het wereldtoneel, het zich niet veroorloven afzijdig te
blijven.
Zie ook:
* dossier Turkije en EU-lidmaatschap
GroenLinks