Ministerraad
november
Wetsvoorstel tijdelijke inkomensvoorziening oudere werklozen eenvoudiger
Persbericht | 09-11-2007
Het kabinet heeft op voorstel van minister Donner van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid besloten het Wetsvoorstel tijdelijke inkomensregeling
oudere werklozen (IOW) te vereenvoudigen. Het voorstel ligt sinds
september 2006 bij de Tweede Kamer. Mensen die na hun zestigste
werkloos raken in de periode tussen 1 oktober 2006 en 1 juli 2011,
krijgen na afloop van hun WW- een IOW-uitkering. Deze ligt op
minimumniveau. De IOW wordt met deze wijziging duidelijker en
makkelijker uit te voeren voor het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) dan in het oorspronkelijke voorstel het
geval zou zijn. De wijziging heeft geen gevolgen voor het inkomen van
oudere werklozen.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel zouden ook veel werknemers die
tussen hun vijftigste en zestigste werkloos worden, na hun
WW-uitkering recht hebben op een IOW-uitkering. Dat gaat niet door.
Deze mensen kunnen straks, net als nu, bij gemeenten gebruik maken van
de al bestaande inkomensvoorziening voor oudere werknemers (IOAW). Die
biedt net als de IOW een uitkering op minimumniveau. De winst van de
voorgestelde wijziging is dat voor mensen die werkloos raken tussen
hun vijftigste en zestigste niet twee regelingen naast elkaar gaan
bestaan.
Het kabinet wil ouderen zo veel mogelijk aan het werk krijgen of
houden. De IOW is nodig omdat ouderen ondanks de aantrekkende economie
nu nog moeilijk aan een baan komen. De IOW voorkomt extra
inkomensverlies na afloop van de WW: mensen worden straks niet meer
gekort op hun uitkering als hun partner een inkomen heeft. De regeling
is tijdelijk omdat het kabinet ernaar streeft dat ouderen over een
aantal jaar gemakkelijker aan een baan komen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.