Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over salafistische
jongerenpredikers
9 november 2007
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak over salafistische
jongerenpredikers.
Vraag 1
Kent u het artikel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël,
waarin wordt bericht dat volgens de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst én volgens de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding in Nederland zo'n twintig salafistische
jongerenpredikers actief zijn? Kunt u dit aantal bevestigen?
Antwoord 1
Nadat u mij op het artikel opmerkzaam had gemaakt, heb ik kennis
genomen van het bedoelde artikel. In Nederland zijn in ieder geval
rond de 15 ervaren (jongeren)salafistische predikers actief die op
verschillende manieren verbonden zijn aan de vier grote salafistische
moskeeën en stichtingen in Nederland en die in het land lezingen
houden voor jongeren. Daarnaast zijn er momenteel ongeveer 10
salafistische (jongeren)predikers in opleiding. Deze cijfers zijn door
de AIVD vastgesteld en genoemd in de meest recente openbare
AIVD-publicatie `Radicale dawa in verandering' die ik op 9 oktober aan
de Tweede Kamer heb aangeboden.
Wanneer de termen `(jongeren)predikers', `lezingen houden' en
`opleiding' ruim worden geïnterpreteerd en wanneer er rekening wordt
gehouden met (jongeren)predikers en lezingen die de AIVD niet als
zodanig heeft onderkend, gaat het naar schatting om mogelijkerwijs 15
à 20 ervaren predikers en om 10 à 20 (jongeren)predikers in opleiding.
Deze getallen zijn in de publiciteit rondom de AIVD-publicatie
genoemd.
Vraag 2
Waarom was u tijdens het Algemeen Overleg op 5 september 2007 over het
Jaarverslag van de AIVD over 2006 niet bereid om de Kamer te
informeren over het aantal salafistische jongerenpredikers dat in
Nederland actief is?
Antwoord 2
Op 5 september jongstleden was ik nog in beraad over de vraag of in
het onderhavige geval de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten 2002 mij de ruimte bood om de cijfers te noemen.
Vandaar dat ik tijdens het Algemeen Overleg heb toegezegd dat ik in de
AIVD-publicatie 'Radicale dawa in verandering' zo mogelijk concretere
cijfers zou noemen. Nadien ben ik tot de conclusie gekomen dat de WIV
2002 mij deze ruimte biedt en heb ik de cijfers in voornoemde
AIVD-publicatie gemeld. Uiteraard ben ik altijd bereid de Commissie
voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer uitgebreider
te informeren.
Vraag 3
Hoe verklaart u dat genoemde informatie, die volgens u te gevoelig is
om in de openbaarheid in de Kamer te bespreken, wél gekend is bij het
Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI)? Hoe beoordeelt u dat
het CIDI beschikt over informatie waarover de commissie voor
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet mag beschikken?
Antwoord 3
Ik weet niet hoe het CIDI aan zijn informatie is gekomen.
`Salafistische predikers steeds actiever in Nederland, `Israël
Nieuwsbrief' (30 september 2007)
Algemeen Overleg met de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken
van 5 september 2007, Kamerstuk 30 977/ 31 011, nr. 6, vergaderjaar
2007-2008
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties